Besluit van 16 april 2012, houdende intrekking van het Besluit Nationale Havenraad

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/18879;

Gelet op artikel 89 van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 maart 2012, nr. W14.12.0072/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 april 2012, nr. IENM/BSK-2012/45732;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Nationale Havenraad wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 16 april 2012

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zevenentwintigste april 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

De aanleiding voor de opheffing van de Nationale Havenraad is gelegen in de omvangrijke bezuinigingstaakstelling voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu als onderdeel van de rijksbrede taakstelling. Dit brengt met zich mee dat voor alle onderdelen van het departement de vraag is gesteld in hoeverre de taken ook in de toekomst moeten worden gehandhaafd en zo ja, of het mogelijk is deze taken efficiënter te verrichten. Voor de Nationale Havenraad is de conclusie dat een aantal van zijn taken tot de kerntaken van het ministerie moet worden gerekend. Dit betreft met name het gestructureerde overleg tussen de overheid en de havenbranche alsmede een aantal beleidsvoorbereidende taken. Er is ook een aantal taken van de Havenraad dat niet tot de kerntaken van de rijksoverheid behoort, zoals de lobby-activiteiten en onderlinge coördinatie tussen de leden. De eerstgenoemde categorie taken kan efficiënter worden uitgevoerd door het overleg tussen de overheid en de sector te beleggen bij de Overlegorganen verkeer en waterstaat, die speciaal voor deze taak in het leven zijn geroepen, en door de beleidsvoorbereidende taken, in afgeslankte vorm, onder te brengen bij het Directoraat-generaal Bereikbaarheid. De tweede categorie taken, niet zijnde kerntaken van de overheid, zal niet meer onder de vlag van het Rijk worden uitgeoefend.

Dit besluit is een zelfstandige algemene maatregel van bestuur, omdat het de intrekking inhoudt van een andere zelfstandige algemene maatregel van bestuur.

Vervolg op werkzaamheden Havenraad

De volgende taken van de Havenraad worden overgeheveld of beëindigd.

  • Het door overleg bevorderen van de samenwerking tussen het havenbedrijfsleven, het Rijk, de gemeenten en andere openbare lichamen die bij zeehavenaangelegenheden betrokken zijn, bij de beleidsvoorbereiding en -uitvoering inzake zeehavenaangelegenheden van nationaal belang (artikel 3, eerste lid, van het ingetrokken Besluit).

    Deze taak wordt, voor zover het om beleidsvorming gaat, opgenomen binnen de werkzaamheden van het ministerie van I en M, in overleg met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • Het door overleg bevorderen van de coördinatie van beslissingen over zeehavenaangelegenheden die zowel van het Rijk als van een of meer gemeenten of andere openbare lichamen een besluitvorming vergen (artikel 3, eerste lid).

    Deze taak wordt in afgeslankte vorm overgedragen aan de Overlegorganen verkeer en waterstaat (OVW).

  • Het door overleg bevorderen van de coördinatie tussen de gemeenten of andere openbare lichamen onderling met betrekking tot zeehavenaangelegenheden die in de eerste plaats tot hun verantwoordelijkheid behoren (artikel 3, eerste lid).

    Deze werkzaamheid wordt op rijksniveau beëindigd.

  • Het inwinnen en verschaffen van informatie die van belang kan zijn voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering inzake zeehavenaangelegenheden van nationaal belang (artikel 3, tweede lid).

    Deze taak wordt, voor zover het om beleidsvorming gaat, opgenomen binnen de werkzaamheden van het ministerie van I en M.

  • Het rapporteren aan de door de leden vertegenwoordigde instanties over het overleg inzake zeehavenaangelegenheden van nationaal belang, als bedoeld in artikel 3 (artikel 4, eerste lid).

    Deze werkzaamheid wordt beëindigd.

  • Het eenmaal per jaar schriftelijk verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden waaraan door de raad kan worden toegevoegd een overzicht van de stand van zaken op het gebied van de zeehavenaangelegenheden die naar zijn oordeel van nationaal belang zijn (artikel 5, eerste lid).

    Deze werkzaamheid wordt beëindigd.

Voor de Havenraad is een personeelsbestand met een omvang van 6 fte werkzaam. Deze personen worden grotendeels overgenomen door het Directoraat-generaal Bereikbaarheid en deels door de Overlegorganen verkeer en waterstaat. De taken van de Havenraad komen in een omvang van 4,0 fte per eind 2015 te vervallen.

Visie van betrokkenen

Havenraad

Bij brief van 22 september 2011 heeft de Havenraad bericht te kunnen instemmen met het voorgenomen besluit tot zijn opheffing. De Havenraad gaat ervan uit dat het ministerie de publieke taken in de nieuwe structuur op een juiste manier bijeen zal brengen en borgen. De havenbeheerders van Rotterdam, Amsterdam, Zeeland, Groningen en Moerdijk hebben aangegeven de intentie te hebben een gezamenlijk en periodiek beleidsoverleg te starten. Daarnaast zijn alle partijen – havenbeheerders en havenbedrijfsleven – voorstander van een breed havenoverleg. Zij willen bezien in hoeverre relevante expertcommissies van de Havenraad in enigerlei vorm kunnen worden voortgezet. Partijen binnen de Havenraad menen dat met dit voorstel werkbare vormen van havenbeleidsoverleg kunnen ontstaan en rekenen daarbij op een volwaardige en constructieve opstelling van de rijkspartijen.

Departementen

Het voornemen om het besluit Nationale Havenraad in te trekken is afgestemd met de bij de Raad betrokken departementen, te weten Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, alsmede Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Overige gevolgen

Met dit besluit komt ook de Samenstellingsbeschikking Nationale Havenraad van 13 mei 1986 van de Minister van Verkeer en Waterstaat te vervallen.

Met ingang van de datum van intrekking van het besluit eindigen de lidmaatschappen van de Havenraad alsmede het voorzitterschap en het secretariaat.

De geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 14 van het Besluit Nationale Havenraad, blijft ingevolge artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort bestaan ten aanzien van degenen wie het aangaat.

Artikel II

Aan het besluit wordt terugwerkende kracht gegeven tot en met 1 januari 2012. De reden is dat de feitelijke werkzaamheden van de Havenraad met ingang van die datum ook ophouden en de personele bezetting dan niet meer aanwezig is. Er zijn dan ook geen juridische beletselen voor terugwerkende kracht. Terugwerkende kracht is wenselijk om de juridische situatie zoveel mogelijk gelijk te laten zijn aan de feitelijke, en niet onnodig lang een niet meer functionerend orgaan op papier te laten voortbestaan.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven