Wet van 10 februari 2011 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met aanpassing van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van de vervoerder bij vervoer door de lucht is beperkt op grond van het Verdrag van Montreal tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Trb. 2000, 32)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op de herziening van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van de vervoerder bij vervoer door de lucht is beperkt op grond van artikel 24 van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Trb. 2000, 32) noodzakelijk is enige wijzigingen aan te brengen in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1359, eerste lid, wordt «een bedrag van zeventien rekeneenheden per kilogram» vervangen door: een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.

B

Artikel 1399 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een bedrag van 100 000 rekeneenheden per reiziger» vervangen door: een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.

2. In het tweede lid wordt «een bedrag van 100 000 rekeneenheden per reiziger» vervangen door: een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.

C

Artikel 1400 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «4150 rekeneenheden per reiziger» vervangen door: een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.

2. In het tweede lid wordt «1000 rekeneenheden per reiziger» vervangen door: een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 10 februari 2011

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 480

Naar boven