Besluit van 1 december 2011, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele artikelen, of onderdelen daarvan, van de wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stb. 470)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 15 november 2011, directie Wetgeving, nr. 5716421/11/6;

Gelet op artikel X van de wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stb. 470);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen E, derde subonderdeel, Ea, L, N, Na, Oa, S, Z, DD, FF, GG, EEE, tweede tot en met zevende subonderdeel, EEEa en GGGa, artikel V en artikel VIII van de wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stb. 470) treden in werking met ingang van 1 januari 2012.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de negende december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van enkele onderdelen van de wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stb. 470). Artikel X van de wet voorziet in een inwerkingtreding die voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Op 1 januari 2012 treden enkele onderdelen van de wet in werking die niet samenhangen met de herziening van het stelsel van toezicht en tuchtrecht in de Wet op het notarisambt. De overige onderdelen van de wet treden op een nog nader te bepalen tijdstip in werking. Dit zal in elk geval niet eerder zijn dan met ingang van 1 juli 2012.

Afgezien van enkele technische of redactionele verbeteringen in de huidige tekst van de Wet op het notarisambt (Wna), vinden met de inwerkintreding van de in dit besluit opgenomen artikelen of onderdelen daarvan de volgende wijzigingen plaats:

  • 1. overdracht van de adviestaak bij de toewijzing van een onbeheerd protocol van de kamers van toezicht naar de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in artikel 15 Wna;

  • 2. aanscherping van de plicht van een notaris om zijn dienst te weigeren, alsmede een regeling voor doorverwijzing in artikel 21 Wna;

  • 3. aanpassing van het verbod op borgstelling voor notarissen in artikel 23, tweede lid, onder c, Wna;

  • 4. invoering van een specifieke verordeningsbevoegdheid van de KNB ten aanzien van de uitvoering van de regeling omtrent de bijzondere of derdengeldenrekening in artikel 25 Wna;

  • 5. afschaffing van het bijzonder administratief beroep tegen beslissingen op grond van artikel 33, tweede lid, Wna;

  • 6. aanpassing van de regeling ten aanzien van de bewaarplaatsen van protocollen in artikel 57 Wna;

  • 7. introductie van een wettelijke regeling ten aanzien van de kwaliteitstoetsingen door de KNB in het nieuwe artikel 61a Wna;

  • 8. toepasselijkheid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen op het Bureau Financieel Toezicht;

  • 9. overdracht van de verantwoordelijkheid voor het centraal testamentenregister aan de KNB.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven