Besluit van 1 december 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 24 juni 2010, houdende regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2010, 279)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 november 2011, 2011-2000540146, Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op de artikelen 3 en 5, eerste lid, van de wet van 24 juni 2010, houdende regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2010, 279);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 24 juni 2010, houdende regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2010, 279), met uitzondering van artikel 4, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 2

Het lidmaatschap van het op grond van artikel 1 van de wet van 24 juni 2010, houdende regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2010, 279) benoemde lid van het Europees Parlement vangt aan met ingang van een door het Europees Parlement te bepalen datum.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zesde december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De wet van 24 juni 2010, houdende regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2010, 279) kan in werking treden, nu het verdrag tot wijziging van het Protocol betreffende de overgangsbepalingen bij het Verdrag van Lissabon op 1 december jl. in werking is getreden. Artikel 1 van dit besluit voorziet hierin. Aangezien op Europees niveau niet is voorzien in een vaste datum waarop het lidmaatschap van de extra leden aanvangt, is in artikel 2 van dit besluit bepaald dat het lidmaatschap van het te benoemen lid van het Europees Parlement aanvangt met ingang van een door het Europees Parlement te bepalen datum.

Artikel 4 van de hiervoor genoemde wet treedt niet in werking. Dit artikel bood de mogelijkheid om de kandidaat die in aanmerking komt voor benoeming tot extra lid van het Europees Parlement vooruitlopend op de inwerkingtreding van het verdrag als waarnemer aan te wijzen als het Europees Parlement de lidstaten daartoe zou uitnodigen. Het Europees Parlement heeft echter onlangs besloten af te zien van een dergelijke uitnodiging (Kamerstukken II 2011/12, 31 142, nr. 31, p. 5).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven