Besluit van 23 november 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit bekwaamheid en betrouwbaarheid van opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten 2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 16 november 2011, directie Wetgeving, nr. 5716413/11/6;

Gelet op artikel 17 van het besluit van 8 september 2010, houdende regels ter uitvoering van artikel 7, derde lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten met betrekking tot de bekwaamheid en betrouwbaarheid van opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het besluit van 8 september 2010, houdende regels ter uitvoering van artikel 7, derde lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten met betrekking tot de bekwaamheid en betrouwbaarheid van opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 november 2011

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Uitgegeven de negenentwintigste november 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 17 van het besluit van 8 september 2010, houdende regels ter uitvoering van artikel 7, derde lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten met betrekking tot de bekwaamheid en betrouwbaarheid van opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten bepaalt dat het besluit in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Het besluit kan in werking treden, nu de voorbereidingen die getroffen dienden te worden om inwerkingtreding van het besluit mogelijk te maken inmiddels zijn afgerond. De voorbereidingen hadden onder meer betrekking op de taak van de examencommissie, die meteen bij inwerkingtreding van het besluit de taak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het besluit, moet kunnen uitvoeren.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven