Besluit van 23 augustus 2011, houdende wijziging van het Rijksbesluit rechtspositie Gouverneur van Curaçao en Gouverneur van Sint Maarten in verband met het uniformeren van de rechtsposities van de Gouverneurs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 juli 2011, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Afdeling Wetgeving Staatsinrichting Grondrechten, nr. 2011-2000286295;

Gelet op artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van Aruba, artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van Curaçao en artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 3 augustus 2011, nr. W04.11.0286/I/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 augustus 2011, nr. 2011-2000339810;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rijksbesluit rechtspositie Gouverneur van Curaçao en Gouverneur van Sint Maarten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Onze Minister:

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. Reglement:

Reglement voor de Gouverneur van Aruba, Reglement voor de Gouverneur van Curaçao of Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten;

c. Gouverneur:

Gouverneur van Aruba, Gouverneur van Curaçao of Gouverneur van Sint Maarten;

d. waarnemend Gouverneur:

waarnemend Gouverneur van Aruba, waarnemend Gouverneur van Curaçao of waarnemend Gouverneur van Sint Maarten;

e. kinderen:

tot het gezin van de Gouverneur behorende eigen kinderen, stief- en pleegkinderen, die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

De Gouverneur is niet tevens waarnemend Gouverneur van een ander land binnen het Koninkrijk.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bezoldiging van de Gouverneur van Aruba bedraagt Afl. 21 835,82 Arubaanse courant per maand.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De bezoldiging van de Gouverneur van Curaçao onderscheidenlijk die van Sint Maarten bedraagt NAF. 21 835,82 Nederlands-Antilliaans courant per maand.

D

In artikel 3, onder b, wordt «Curaçao of Sint Maarten» vervangen door: Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. De Gouverneur van Aruba ontvangt een vergoeding voor aan de uitoefening van zijn ambt verbonden kosten van Afl. 2428,63 Arubaanse courant per maand.

  • 2. De Gouverneur van Curaçao onderscheidenlijk die van Sint Maarten ontvangt een vergoeding voor aan de uitoefening van zijn ambt verbonden kosten van NAF. 2428,63 Nederlands-Antilliaans courant per maand.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid, wordt voor het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. De Gouverneur van Aruba heeft aanspraak op vergoeding van de werknemerspremie van de Algemene Ziektekosten Verzekering voor zichzelf, de echtgenote of echtgenoot en de kinderen.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt «De Gouverneur» vervangen door: De Gouverneur van Curaçao onderscheidenlijk die van Sint Maarten.

G

In artikel 13 wordt «artikel 2, derde lid» vervangen door «artikel 2, vierde lid» en wordt «de artikelen 2, eerste lid» vervangen door «de artikelen 2, eerste en tweede lid».

H

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Dit besluit wordt aangehaald als: Rijksbesluit rechtspositie Gouverneurs.

ARTIKEL II

Het Positiebesluit Gouverneur van Aruba wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

  • 1. Het Positiebesluit Gouverneur van Aruba blijft van toepassing op de persoon die Gouverneur van Aruba is op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2. Het Positiebesluit Gouverneur van Aruba blijft eveneens van toepassing op de persoon, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit bij koninklijk besluit is aangewezen om in de gevallen, bedoeld in artikel 13 van het Reglement voor de Gouverneur van Aruba, op te treden als waarnemend Gouverneur van Aruba.

  • 3. Indien de personen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden herbenoemd, blijft het Positiebesluit Gouverneur van Aruba eveneens op hen van toepassing.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalender maand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, het Afkondigingsblad van Aruba, het Publicatieblad van Curaçao en het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 23 augustus 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zesde september 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1 De rechtsposities van de Gouverneurs

In het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, in de Staatsregelingen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en in het Reglement voor de Gouverneur van Aruba, het Reglement voor de Gouverneur van Curaçao en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten zijn de staatsrechtelijke positie van de Gouverneur alsmede diens bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgesteld.

Aangezien de staatsrechtelijke positie en de aard en zwaarte van de functie van de Gouverneurs gelijk zijn, is het wenselijk dat ook de rechtpositie van de Gouverneurs gelijk is. De rechtsposities van de Gouverneurs worden daarom geüniformeerd. De rechtsposities van de Gouverneur van Curaçao en de Gouverneur van Sint Maarten waren reeds uniform en in hetzelfde besluit vastgelegd, namelijk in het Rijksbesluit rechtspositie Gouverneur van Curaçao en Gouverneur van Sint Maarten. Dit besluit wordt door het onderhavige wijzigingsbesluit mede van toepassing op de Gouverneur van Aruba, waarbij alleen waar nodig (bijvoorbeeld bij de vergoeding van de kosten van ziektekostenverzekering) voor de Gouverneur van Aruba andere regels zijn vastgesteld.

Dit leidt tot veranderingen in de rechtspositie van de Gouverneur van Aruba, met name ten aanzien van de bezoldiging, maar ook ten aanzien van de vergoeding voor representatiekosten, de vergoeding voor dienstreizen en de vergoeding van verhuiskosten. Gezien de wijziging van aanspraken is voor de bij in werkingtreding zittende Gouverneur en waarnemend Gouverneur overgangsrecht vastgesteld.

1.2 Wijzigingen in de rechtspositie van de Gouverneur van Aruba

De bezoldiging van de Gouverneur van Aruba wordt, net zoals bij de andere Gouverneurs, vastgesteld op het salarisniveau van een secretaris-generaal bij een ministerie in Nederland. Gelet op de positie en verantwoordelijkheden van de Gouverneur, is het passend om voor de bezoldiging van de Gouverneur aan te sluiten bij een salaris van een secretaris-generaal. Ook de wijze van indexering is aangepast. Voor de wijze van indexering van de bezoldiging is, net zoals bij de andere Gouverneurs, aangesloten bij regelingen over de bezoldiging van andere politieke ambtsdragers in Nederland, die zijn gekoppeld aan wijzigingen in de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk. Hiervoor is gekozen om te bewerkstelligen dat de bezoldiging in de pas loopt met de loonontwikkelingen in Nederland. Hiermee wordt voorkomen dat de Gouverneur een bezoldiging ontvangt die naar Nederlandse maatstaven niet aanvaardbaar wordt geacht. Indien de indexering te ver uit de pas loopt met de koopkrachtontwikkelingen op Aruba, biedt artikel 13 de mogelijkheid om hier op in te spelen. Op grond van dit artikel kunnen de bezoldiging en de ambtstoelage incidenteel bij koninklijk besluit worden gewijzigd. Deze wijziging kan uitsluitend een verhoging van de ambtstoelage of de bezoldiging betreffen. Bij een positieve koopkrachtontwikkeling in de nieuwe landen wordt daardoor geen correctie op de bezoldiging van de Gouverneur toegepast.

De vergoeding voor representatiekosten wordt voor de Gouverneur van Aruba naar beneden bijgesteld naar hetzelfde bedrag dat al geldt voor de Gouverneurs van Curaçao en Sint Maarten. De aanleiding voor deze wijziging in de vergoeding voor representatiekosten is dat deze kosten voor een belangrijk deel tot de bedrijfsvoeringskosten moeten worden gerekend en dus zoveel mogelijk ten laste horen te komen van de begroting van het bestuursorgaan. Deze kosten horen daarom niet thuis in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gouverneur. Er is nu een ambtstoelage vastgesteld die bedoeld is voor de vergoeding van voorzieningen die een sterk privé-karakter hebben en die gezien het met de persoon van de Gouverneur samenhangende karakter van de functievervulling daaraan mede ten dienste staan. Onder dit grensgebied van «privé» en «functioneel» vallen bijvoorbeeld de huur en aanschaf van extra kleding, uitgaven voor persoonlijke verzorging, vakliteratuur, bureaukosten, porti, contributies, lidmaatschappen, ontvangsten thuis en zakelijke giften. Als compensatie voor dit gedeeltelijk functionele karakter van dergelijke uitgaven ontvangt de Gouverneur een vaste maandelijkse vergoeding. Voor de hoogte is aangesloten bij de ambtstoelage van de commissaris van de Koningin, omdat het voor wat betreft de representativiteit een vergelijkbare positie betreft.

Ook wat betreft de vergoeding voor dienstreizen en de vergoeding van verhuiskosten is voor de Gouverneur van Aruba dezelfde regeling gaan gelden als voor de beide andere Gouverneurs. Deze regelingen zijn overeenkomstig aan de bepalingen inzake dienstreizen en verhuiskosten uit het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen.

De bepaling over dienstreizen houdt in dat de noodzakelijke faciliteiten ter beschikking worden gesteld ten behoeve van vervoer en verblijf van de Gouverneur. De kosten hiervoor komen rechtstreeks ten laste van de begroting van het kabinet van de Gouverneur. Dit betekent dat de Gouverneur geen kosten meer hoeft te declareren, zoals volgens de oude regeling.

De nieuwe regeling voor de vergoeding van verhuiskosten komt grotendeels overeen met de oude regeling, met dien verstande dat waar in de oude regeling een vast bedrag werd toegekend, nu 10% van het jaarsalaris wordt toegekend. Dit zal in de praktijk weinig verschil maken, aangezien het vaste bedrag ongeveer 10% van het jaarsalaris was.

2. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

In dit onderdeel wordt hetzelfde geregeld als voorheen in artikel 1, tweede lid, werd geregeld, met dien verstande dat de bepaling nu ook van toepassing is op de Gouverneur van Aruba. Aangezien artikel 1 verder alleen definitiebepalingen bevat, is er uit wetstechnisch oogpunt voor gekozen om de incompatibiliteit tussen Gouverneur van het ene land en waarnemend Gouverneur van een ander land in een apart artikel te regelen.

Artikel I, onderdeel C en E

Deze onderdelen houden rekening met de eigen munteenheid van Aruba, de Arubaanse florin (Afl.).

Artikel I, onderdeel F

Op Aruba geldt een ander systeem van ziektekostenverzekering dan op Curaçao en Sint Maarten. De Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV) is een publiekrechtelijk geregelde basisverzekering (ziektekostenverzekering) die geldt voor iedere inwoner van Aruba. De AZV is uitgesplitst in een werkgeverspremie en een werknemerspremie. De Gouverneur van Aruba krijgt een vergoeding voor de werknemerspremie voor deze ziektekostenverzekering.

Artikel III

De overgangsbepaling regelt dat de huidige Gouverneur onderscheidenlijk de waarnemend Gouverneur van Aruba zijn rechten houdt, ook in het geval van herbenoeming. De nieuwe regels zullen pas ingaan voor de volgende (waarnemend) Gouverneur van Aruba.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven