Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 26 mei 2011, directie Wetgeving, nr. 5696946/11/6;
Gelet op artikel 4 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 2 van de Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand wordt «1090» vervangen door: 674,75.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2011.
’s-Gravenhage, 15 juni 2011
Beatrix
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven
Uitgegeven de drieëntwintigste juni 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit strekt tot aanpassing van de maandelijkse vergoeding aan de voorzitter van de raad van advies van de raad voor
rechtsbijstand. Op 1 juli 2010 is de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met
de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand (Stb. 2010, 2) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze wet zijn de 5 raden voor rechtsbijstand vervangen door één nieuwe
raad voor rechtsbijstand. Deze raad bestaat uit een bestuur en een raad voor advies. De raad van advies ziet toe op de algemene
gang van zaken binnen de raad.
Het Besluit Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand bepaalt welke vergoedingen worden ontvangen door onder andere de
voorzitter en de leden van de raad van advies.
De vergoedingen zijn tot aan de inwerkingtreding van dit besluit dezelfde als die voor 1 juli 2010 werden ontvangen door de
leden van de raden voor rechtsbijstand. In de praktijk is gebleken dat door de wijziging van taken de vergoeding voor de voorzitter
van de raad van advies naar beneden bijgesteld kan worden.
Op grond van artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedraagt de vergoeding per vergadering ten
hoogste 3% van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA
1984)1, met dien verstande dat aan de voorzitter een vergoeding per vergadering kan worden toegekend van maximaal 130% van de hoogte
van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van het desbetreffende adviescollege of commissie wordt toegekend.
Ingevolge artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies wordt de hoogte van de vaste vergoeding bepaald
door de toepasselijke arbeidsduurfactor en de toepasselijke salarisschaal van bijlage B van het BBRA 1984.
Op basis van de periode van 1 juli 2010 tot 1 december 2010 heeft de huidige voorzitter van de raad van advies van de raad
voor rechtsbijstand de inschatting gemaakt dat hij jaarlijks 108 uren besteedt aan het uitoefenen van deze functie. Volgens de Handleiding Overheidstarieven 2011 (www.rijksoverheid.nl) is het aantal productieve uren
per jaar 1372. Gegeven de tijdsbesteding van 108 uren is de toepasselijke arbeidsfactor 7,9% en kan het maandbedrag van de
voorzitter vastgesteld worden op € 674,75.
Dit besluit heeft zelfstandige financiële gevolgen. Voor de inwerkingtreding van dit besluit werd jaarlijks een bedrag van
€ 13080,– aan de voorzitter uitgekeerd. Door een verlaging van de maandelijkse vergoeding met € 415,25, wordt na de inwerkingtreding
van dit besluit jaarlijks een bedrag van € 8097,– aan de voorzitter uitgekeerd.
Het bestuur en de voorzitter van de raad van advies van de raad voor rechtsbijstand hebben positief geadviseerd over een ontwerp
van dit besluit.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven