Besluit van 25 mei 2011, houdende wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit kredietvergoeding in verband met implementatie van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L 133/66)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 1 december 2010, nr. FM/2010/23636 M;

Gelet op richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L 133/66), de artikelen 4:2b, 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid, 4:32, tweede lid, 4:33, tweede tot en met vierde lid, 4:34, derde lid en 4:35 van de Wet op het financieel toezicht en artikel 35 van de Wet op het consumentenkrediet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 januari 2011, nr. W06.10.0548/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 19 mei 2011, nr. FM/2011/6246U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In alfabetische volgorde worden acht onderdelen ingevoegd, luidende:

debetrentevoet:

verschuldigde rente voor een krediet, uitgedrukt op jaarbasis en toegepast in een vast of variabel percentage;

dekkingspercentage:

een door de aanbieder van krediet vastgesteld percentage van de waarde van de in onderpand gegeven financiële instrumenten, bedoeld in artikel 1:1 van de wet, of van de daartoe behorende afzonderlijke financiële instrumenten aan de hand waarvan de aanbieder van krediet de kredietlimiet bepaalt;

effectenkrediet:

het aan een consument ter beschikking stellen van een doorlopend krediet tegen onderpand van financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de wet, waarmee de consument transacties kan verrichten in financiële instrumenten en de aanbieder van krediet betrokken is bij die transacties;

jaarlijks kostenpercentage:

totale kosten van een consumptief krediet voor de consument, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag, berekend volgens de basisvergelijking en aanvullende hypothesen, opgenomen in bijlage A, of de bij de uitvoering van een overeenkomst inzake hypothecair krediet overeenkomstig de betalingsregeling aan de consument in rekening te brengen effectieve kredietvergoeding, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het uitstaand saldo, berekend op bij ministeriële regeling vast te stellen wijze;

richtlijn consumentenkrediet:

richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L133);

totale door de consument te betalen bedrag:

som van het totale kredietbedrag en de totale kosten van het krediet voor de consument;

totale kosten van het krediet voor de consument:

alle kosten inzake een consumptief krediet, met uitzondering van notariskosten, die de consument in verband met een krediet moet betalen en die de aanbieder bekend zijn, met inbegrip van rente, provisie, belastingen, vergoedingen van welke aard ook en kosten in verband met nevendiensten met betrekking tot het krediet, indien het sluiten van een overeenkomst met betrekking tot die diensten verplicht is om het krediet op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, of de som van de door een consument te betalen termijnbedragen gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake hypothecair krediet;

totale kredietbedrag:

de kredietlimiet of de kredietsom;.

2. In de definitie van «hypothecair krediet» wordt de zinsnede «effectief kredietvergoedingspercentage» vervangen door: jaarlijks kostenpercentage.

3. De definitie van «theoretische looptijd» vervalt.

4. De definitie van «totale prijs van het krediet» vervalt.

B

Artikel 35f wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede öpersoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel X.1, onder 3° en 4°» vervangen door: persoon als bedoeld onder 3° of 4° in de definitie van persoonlijke transactie in artikel 1.

2. In onderdeel b wordt de zinsnede «persoon als bedoeld in onderdeel X.1, onder 3° en 4°» vervangen door: persoon als bedoeld onder 3° of 4° in de definitie van persoonlijke transactie in artikel 1.

C

Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over krediet melding maakt van een debetrentevoet of andere gegevens betreffende de kosten van een krediet, verstrekt zij daarbij tevens informatie over:

    • a. de vaste of variabele debetrentevoet en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het krediet;

    • b. het totale kredietbedrag;

    • c. het jaarlijks kostenpercentage; en, indien van toepassing,

    • d. de duur van de kredietovereenkomst;

    • e. in geval van goederenkrediet, de contante waarde en contante betalingen, genoemd in de definitie van kredietsom in artikel 1;

    • f. het totale door de consument te betalen bedrag; en

    • g. het termijnbedrag.

  • 2. Indien het sluiten van een overeenkomst voor een nevendienst verplicht is om het krediet op de in de reclame-uiting genoemde voorwaarden te verkrijgen, en de kosten voor die nevendienst vooraf niet kunnen worden bepaald, wordt de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst op een duidelijke, beknopte en opvallende wijze, tezamen met het jaarlijks kostenpercentage vermeld.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De eerste volzin vervalt.

b. In de tweede volzin vervalt de zinsnede «en tweede».

3. In het vierde lid wordt de zinsnede «het eerste lid, aanhef en de onderdelen a tot en met c, het tweede lid, onderdeel b, aanhef en onder 1°, en, indien van toepassing, het zesde en zevende lid» vervangen door: het eerste lid, en de vermelding, bedoeld in het tweede lid.

4. In het vijfde lid wordt de zinsnede «informatie over het effectief kredietvergoedingspercentage» vervangen door: de informatie, bedoeld in het eerste lid.

5. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien een reclame-uiting betrekking heeft op een krediet met een debetrentevoet die voor een beperkte duur of een beperkt deel van het krediet geldt, wordt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de hoogste debetrentevoet in aanmerking genomen. Bij een krediet met een variabele debetrentevoet die voor beperkte duur of een beperkt deel van het krediet afwijkt van de variabele debetrentevoet die op het moment van het doen van de reclame-uiting geldt voor overeenkomsten over krediet van gelijke soort, omvang en duur, wordt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de hoogste van genoemde variabele debetrentevoeten genoemd.

6. Het zevende en het negende tot en met elfde lid vervallen, onder vernummering van het achtste lid tot zevende lid en het twaalfde lid tot en met vijftiende lid tot achtste tot en met elfde lid.

7. In het negende lid (nieuw) wordt «het kredietprospectus» vervangen door: de informatie.

8. In het tiende lid (nieuw) vervalt de zinsnede «aanhef en onderdeel b, aanhef en onder 1°,».

9. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 12. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over effectenkrediet melding maakt van een debetrentevoet of andere gegevens betreffende de kosten van een effectenkrediet, meldt zij tevens:

    • a. dat een doorlopend krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten, en de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde daarvan;

    • b. de vaste of variabele debetrentevoet en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het effectenkrediet; en

    • c. indien een contract voor een nevendienst verplicht is om het effectenkrediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en de kosten van die dienst niet vooraf bepaald kunnen worden, de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst op een duidelijke, beknopte en opvallende wijze,

  • 13. Onverminderd het eerste tot en met twaalfde lid meldt een bemiddelaar in krediet in een reclame-uiting over krediet tevens dat hij:

    • a. adviseert op grond van een objectieve analyse;

    • b. een contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen; of

    • c. geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen en hij niet adviseert op grond van een objectieve analyse.

D

In artikel 65 wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, 4° of 7°» vervangen door: als bedoeld in de onderdelen 1°, 4° of 7°, van de definitie van complex product in artikel 1.

E

In artikel 68 vervalt het eerste lid, onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.

F

Na artikel 68 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 68a

Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake hypothecair krediet met een variabele kredietvergoeding informeert de aanbieder de consument over elke wijziging van de kredietvergoeding, waarbij hij de consument tevens informeert over het gewijzigde jaarlijks kostenpercentage.

G

Aan artikel 77 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Een financiëledienstverlener die financiële diensten verleent met betrekking tot consumptief krediet voldoet aan het eerste lid door het verstrekken van de informatie, bedoeld in artikel 112, eerste en tweede lid, of, indien het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand wordt verleend waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, door het verstrekken van de informatie, bedoeld in artikel 112a, eerste lid.

  • 5. Een financiëledienstverlener die financiële diensten verleent met betrekking tot effectenkrediet voldoet aan het eerste lid door het verstrekken van de informatie zoals opgenomen in bijlage F van dit besluit.

H

In artikel 79 worden, onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid, na het eerste lid drie leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Ten aanzien van consumptief krediet dat op verzoek van de consument met onmiddellijke ingang beschikbaar wordt gesteld, anders dan in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de volgende gegevens:

    • a. het jaarlijks kostenpercentage berekend voor een representatief voorbeeld;

    • b. het totale door de consument te betalen bedrag;

    • c. het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming;

    • d. de duur van de kredietovereenkomst;

    • e. in geval van goederenkrediet, de roerende zaak of de dienst en de contante prijs daarvan;

    • f. de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de termijnen, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan; en

    • g. het bedrag, het aantal en de frequentie van de door de consument te verrichten betalingen, en, indien van toepassing, de volgorde waarin de betalingen aan de verschillende openstaande saldi tegen verschillende debetrentevoeten worden toegerekend met het oog op de aflossing.

  • 3. Ten aanzien van consumptief krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de in artikel 112a, tweede lid, onderdelen c, e, f en g, bedoelde gegevens.

  • 4. Ten aanzien van effectenkrediet zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de volgende gegevens:

    • a. de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de termijnen, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan; en

    • b. dat het krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten en dat de kredietlimiet afhankelijk is van een bepaald dekkingspercentage en indien van toepassing, bepaalde spreidingseisen; en

    • c. welk dekkingspercentage en welke spreidingseisen worden gehanteerd ten aanzien van de in onderpand gegeven financiële instrumenten.

I

In de aanhef van artikel 109 vervalt «onderdeel m».

J

Het opschrift van paragraaf 10.2.1 komt te luiden:

§ 10.2.1 Precontractuele informatie inzake krediet

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:33, tweede tot en met vierde lid, van de wet.

K

Artikel 111 wordt als volgt gewijzigd:

1. De puntkomma aan het slot van onderdeel b wordt vervangen door «; en».

2. Aan het slot van onderdeel c wordt «; en» vervangen door een punt.

3. Onderdeel d vervalt.

L

Artikel 112 komt te luiden:

Artikel 112

  • 1. De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot andere vormen van krediet dan bedoeld in de artikelen 112a en 112b, wordt schriftelijk of op een andere duurzame drager verstrekt in de vorm van het in bijlage D bij dit besluit opgenomen formulier en bevat de in die bijlage bedoelde gegevens.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd op de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie.

  • 3. Informatie in aanvulling op de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in een afzonderlijk document.

  • 4. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waardoor de in het eerste lid bedoelde informatie niet op de in dat lid voorgeschreven wijze voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kan worden verstrekt, verstrekt de aanbieder de informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst aan de consument.

  • 5. De aanbieder verstrekt aan de consument op zijn verzoek een kosteloos exemplaar van de ontwerpovereenkomst inzake krediet, tenzij de aanbieder op het tijdstip van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met de consument aan te gaan.

  • 6. Ten aanzien van een overeenkomst inzake krediet waarbij de betalingen door de consument niet tot een directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag leiden, maar dienen om, gedurende de periodes en onder de voorwaarden die in de overeenkomst inzake krediet of in een nevenovereenkomst zijn vastgesteld, kapitaal op te bouwen, bevat de op grond van het eerste lid te verstrekken informatie een duidelijke en beknopte vermelding dat de overeenkomst inzake krediet niet voorziet in een garantie tot aflossing van het totale uit hoofde van de overeenkomst opgenomen kredietbedrag, tenzij die garantie wordt gegeven.

  • 7. De aanbieder verstrekt de consument, teneinde deze in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde overeenkomst inzake krediet aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt:

    • a. een passende toelichting op de informatie, bedoeld in het eerste lid;

    • b. de voornaamste kenmerken van het voorgestelde krediet,

    • c. indien van toepassing, informatie inzake het goed of de dienst, bedoeld in bijlage D, onderdeel 2, van dit besluit en van de verzekering of de rekening, bedoeld in onderdeel 3 van die bijlage;

    • d. de specifieke gevolgen van het krediet voor de consument, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt.

  • 8. Indien informatie als bedoeld in het eerste lid niet voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op de in dat lid bedoelde wijze kan worden bepaald, wordt zij bepaald met toepassing van de desbetreffende hypothese, bedoeld in bijlage A, deel II.

M

Na artikel 112 worden in paragraaf 10.2.1 drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 112a

  • 1. De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet met betrekking tot krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, wordt schriftelijk of op een andere duurzame drager verstrekt.

  • 2. De informatie bevat de volgende gegevens:

    • a. het soort krediet;

    • b. de naam en adres en, indien de aanbieder van het krediet of de bemiddelaar in krediet een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen;

    • c. het totale kredietbedrag;

    • d. de duur van de kredietovereenkomst;

    • e. de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en indices of referentievoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet;

    • f. de vanaf het sluiten van de overeenkomst inzake krediet in rekening te brengen kosten, alsmede in voorkomend geval de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden;

    • g. het jaarlijks kostenpercentage, aan de hand van representatieve voorbeelden en met vermelding van alle voor de berekening van dat percentage gebruikte hypothesen;

    • h. de voorwaarden en de procedure voor beëindiging van de overeenkomst inzake krediet;

    • i. de geldende rentevoet in geval de consument niet tijdig betaalt alsmede de wijzigingsmodaliteiten ervan en, in voorkomend geval, de kosten van niet-nakoming;

    • j. het recht van de consument op grond van artikel 4:32 van de wetonverwijld en kosteloos geïnformeerd te worden over het resultaat van de raadpleging van een gegevensbestand ter beoordeling van zijn kredietwaardigheid;

    • k. informatie omtrent de, vanaf het moment waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, in rekening te brengen kosten, alsmede, voor zover van toepassing, de voorwaarden waaronder deze kosten gewijzigd kunnen worden; en

    • l. voor zover van toepassing, de periode gedurende welke de aanbieder van het krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

  • 3. De informatie kan worden verstrekt door gebruikmaking van het formulier, opgenomen in bijlage E van dit besluit. Alle informatie wordt even opvallend weergegeven.

  • 4. De aanbieder verstrekt aan de consument op zijn verzoek een kosteloos exemplaar van de ontwerpovereenkomst inzake krediet, tenzij de aanbieder op het tijdstip van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met de consument aan te gaan.

  • 5. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waardoor de in het eerste lid bedoelde informatie niet op de in dat lid voorgeschreven wijze voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kan worden verstrekt, verstrekt de aanbieder, in afwijking van het eerste lid, de informatie, bedoeld in artikel 7:61 van het Burgerlijk Wetboek, onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst aan de consument.

  • 6. Indien informatie als bedoeld in het eerste lid niet voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op de in dat lid bedoelde wijze kan worden bepaald, wordt zij bepaald met toepassing van de desbetreffende hypothese, bedoeld in bijlage A, deel II.

Artikel 112b

De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot effectenkrediet kan worden verstrekt door gebruikmaking van het formulier, opgenomen in bijlage F van dit besluit. De informatie bevat de in die bijlage bedoelde gegevens. Alle informatie wordt even opvallend weergegeven.

Artikel 112c

De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument binnen een termijn van een maand plaatsvindt, bevat de in artikel 112a, tweede lid, onderdelen c, e, f en g, bedoelde gegevens met betrekking tot de kenmerken van het krediet.

N

Het opschrift van paragraaf 10.2.2 komt te luiden:

§ 10.2.2 Verplichting tot inwinnen van informatie en ten hoogste toegelaten kredietvergoeding

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:32, tweede lid, 4:34, derde lid, en 4:35 van de wet.

O

Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt telkens «de kredietsom of de kredietlimiet» vervangen door: het totale kredietbedrag.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van krediet voor zover zij krediet aanbieden in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost en die niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort.

P

Artikel 114 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de kredietsom of de kredietlimiet» vervangen door: het totale kredietbedrag.

2. Het tweede en derde lid en de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

Q

Artikel 115, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van krediet voor zover zij krediet aanbieden in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost en die niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort.

R

Na artikel 115 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 115a

Een aanbieder van krediet rekent geen hogere kredietvergoeding dan op grond van het Besluit kredietvergoeding ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.

S

In artikel 117 wordt de zinsnede «genoemd in bijlage D» vervangen door: genoemd in bijlage G.

T

In artikel 118, eerste en derde lid, wordt «bijlage E» vervangen door: bijlage H.

U

Artikel 152 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede «effectief kredietvergoedingspercentage» vervangen door: jaarlijks kostenpercentage.

2. In onderdeel b wordt de zinsnede «de kredietsom of de kredietlimiet» vervangen door: het totale kredietbedrag.

V

In artikel 171, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel b, en vijfde lid, wordt «bijlage F» telkens vervangen door: bijlage I.

W

Bijlage A komt te luiden:

Bijlage A, inhoudende de basisvergelijking en aanvullende hypothesen, bedoeld in de definitie van jaarlijks kostenpercentage in artikel 1

  • I. De basisvergelijking die de gelijkwaardigheid van de kredietopnemingen enerzijds en de aflossingen en kosten anderzijds weergeeft.

    De basisvergelijking ter bepaling van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) geeft op jaarbasis de gelijkheid weer tussen de som van de geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen enerzijds, en de som van de geactualiseerde waarden van de aflossingen en kosten anderzijds:

    waarin:

    X = het JKP;

    m = het volgnummer van de laatste kredietopneming;

    k = het volgnummer van een kredietopneming, waarbij 1 ≤ k ≤ m;

    Ck = het bedrag van kredietopneming nummer k;

    tk = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke latere kredietopneming, waarbij t1 = 0;

    m’ = het volgnummer van de laatste aflossing of betaling;

    l = het volgnummer van een aflossing of betaling;

    Dl = het bedrag van een aflossing of betaling;

    sl = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke aflossing of betaling.

    Opmerkingen:

    • a) de door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tussenpozen betaald.

    • b) de aanvangsdatum is die van de eerste kredietopneming.

    • c) het verschil tussen de data die bij de berekeningsmethoden worden gebruikt, wordt uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt geacht 365 dagen (voor schrikkeljaren 366 dagen), 52 weken of twaalf gelijke maanden te tellen. Een gelijke maand wordt geacht 30,41666 dagen te tellen (dat wil zeggen 365/12), zowel voor gewone jaren als schrikkeljaren.

    • d) de uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.

    • e) de vergelijking kan met slechts één sommatie worden herschreven aan de hand van het begrip flux (Ak). De flux is positief of negatief, dat wil zeggen wordt gedurende de perioden 1 tot en met k respectievelijk betaald of ontvangen, en wordt uitgedrukt in jaren:

      S is het saldo van de geactualiseerde flux en bedraagt nul indien de flux gelijkwaardig is.

  • II. Aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijks kostenpercentage:

    • a) indien de consument op grond van de overeenkomst inzake krediet vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen;

    • b) indien een overeenkomst inzake krediet mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag tegen de hoogste kosten en debetrentevoet wordt opgenomen, toegepast op het meest gebruikelijke mechanisme voor kredietopneming waarvan in het kader van dat soort overeenkomst inzake krediet wordt gebruikgemaakt;

    • c) indien een overeenkomst inzake krediet de consument in het algemeen de vrijheid biedt om te kiezen hoeveel krediet hij opneemt, maar bij de verschillende wijzen van kredietopneming een beperking oplegt met betrekking tot het bedrag en de termijn, wordt verondersteld dat het kredietbedrag op de vroegste datum waarin de overeenkomst voorziet overeenkomstig deze kredietopnemingsbeperkingen wordt opgenomen;

    • d) indien er geen aflossingsschema is vastgesteld, wordt ervan uitgegaan:

      • i) dat het krediet wordt verleend voor een periode van één jaar, en

      • ii) dat het krediet in twaalf gelijke maandelijkse termijnen wordt afgelost;

    • e) indien er een aflossingsschema is vastgesteld, maar het bedrag van de aflossingen flexibel is, wordt verondersteld dat het bedrag van elke aflossing het laagste is waarin de overeenkomst voorziet;

    • f) indien in de overeenkomst inzake krediet verscheidene aflossingsdata worden vermeld, wordt het krediet, tenzij anders wordt bepaald, ter beschikking gesteld en worden de aflossingen op de eerste van deze data verricht;

    • g) indien het plafond dat van toepassing is op het krediet nog niet is overeengekomen, wordt het geacht 1500 EUR te zijn;

    • h) in geval van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag volledig en voor de volledige duur van de overeenkomst inzake krediet wordt opgenomen. Indien de duur van de overeenkomst inzake krediet onbekend is, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de duur van het krediet drie maanden bedraagt;

    • i) indien voor een beperkte termijn of een beperkt bedrag verschillende rentevoeten en kosten worden aangeboden, worden de hoogste rentevoet en de hoogste kosten geacht de rentevoet en de kosten voor de gehele duur van de overeenkomst inzake krediet te zijn;

    • j) met betrekking tot overeenkomsten inzake krediet waarvoor een vaste debetrentevoet voor de eerste periode is overeengekomen en waarvoor aan het eind van deze periode een nieuwe debetrentevoet wordt vastgesteld die vervolgens periodiek wordt aangepast volgens een overeengekomen indicator, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat vanaf het eind van de periode met vaste debetrentevoet de debetrentevoet dezelfde is als op het ogenblik van de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage, gebaseerd op de waarde van de overeengekomen indicator op dat moment.

X

De bijlagen D tot en met F worden geletterd G tot en met I.

Y

Na bijlage C worden drie bijlagen ingevoegd, luidende:

Bijlage D

Standaardinformatie inzake consumptief krediet
1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het kredietproduct

Het soort krediet

 

Het totale kredietbedrag

Bedoeld wordt het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.

 

De voorwaarden voor kredietopneming

Bedoeld worden het tijdstip en de wijze waarop u het geld zal ontvangen.

 

De duur van de kredietovereenkomst

 

Termijnen en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de termijnen worden toegerekend

U dient het volgende te betalen:

[Het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de door de consument te verrichten betalingen.]

Rente en/of kosten zijn als volgt te betalen:

Totaal door u te betalen bedrag

Bedoeld wordt het bedrag van het geleende kapitaal, vermeerderd met de rente en eventuele kosten in verband met uw krediet.

[Som van het totale kredietbedrag en de totale kredietkosten]

Indien van toepassing

Het krediet wordt verleend in de vorm van uitstel van betaling voor een goed of dienst of wordt gekoppeld aan de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een dienst.

Naam van het goed/de dienst

Contante prijs

 

Indien van toepassing

 

Gevraagde zekerheden

[Soort zekerheden]

Beschrijving van de door u in verband met de kredietovereenkomst te verstrekken zekerheden.

 

Indien van toepassing

Betalingen geven geen aanleiding tot directe aflossing van het kapitaal.

 
3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, indien van toepassing, de verschillende debetrentevoeten die van toepassing zijn op de kredietovereenkomst

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentierente-voet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)

– perioden]

Jaarlijks kostenpercentage (JKP)

Dit zijn de totale kosten, uitgedrukt als jaarlijks percentage van het totale kredietbedrag.

Aan de hand van het JKP kunt u verschillende aanbiedingen onderling beter vergelijken.

[% Een representatief voorbeeld met vermelding van alle voor de berekening van het hier op te geven percentage gebruikte hypothesen]

Is het, met het oog op het verkrijgen van het krediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden, verplicht om

 

– een verzekering ter waarborging van het krediet, of

Ja/neen [zo ja, soort verzekering aangeven]

– een andere nevendienst af te nemen?

Ja/neen [zo ja, soort nevendienst aangeven]

Indien de kosten van deze diensten de aanbieder van krediet niet bekend zijn, worden zij niet in het JKP opgenomen.

 
   

Met het krediet verbonden kosten

 

Indien van toepassing

Het aanhouden van een of meer rekeningen is vereist voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen

 

Indien van toepassing

Bedrag van de kosten voor het gebruik van een specifiek betaalmiddel (bijvoorbeeld een kredietkaart)

 

Indien van toepassing

Eventuele andere kosten die voortvloeien uit de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

Voorwaarden waaronder de hierboven genoemde aan de kredietovereenkomst verbonden kosten voor wijziging vatbaar zijn

 

Indien van toepassing

Verplichting tot betaling van notariskosten

 

Kosten in het geval van betalingsachterstand

 

Wanbetaling kan ernstige gevolgen voor u hebben (bijvoorbeeld gedwongen verkoop) en kredietverkrijging bemoeilijken.

Bij betalingsachterstand wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Herroepingsrecht

U hebt het recht de kredietovereenkomst binnen een periode van 14 kalenderdagen te herroepen.

Ja/Neen

Vervroegde aflossing

U hebt te allen tijde het recht het krediet volledig of gedeeltelijk vervroegd af te betalen.

 

Indien van toepassing

De aanbieder van krediet heeft het recht op vergoeding bij vervroegde aflossing

[Bepaling van de vergoeding (berekeningsmethode) overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van artikel 16 van Richtlijn 2008/48/EG]

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

 

Recht om een ontwerpkredietovereenkomst te ontvangen

U hebt het recht om op verzoek kosteloos een exemplaar van de ontwerpkredietovereenkomst te verkrijgen. Deze bepaling is niet van toepassing indien de aanbieder van krediet ten tijde van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met u aan te gaan.

 

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

a) betreffende de aanbieder van krediet

 

Indien van toepassing

 

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

[Identiteit]

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

 
   

b) betreffende de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

Uitoefening van het herroepingsrecht

[Praktische instructies voor de uitoefening van het herroepingsrecht, onder andere de termijn waarbinnen het kan worden uitgeoefend, het adres waarnaar de kennisgeving van de uitoefening van het herroepingsrecht moet worden gezonden en de gevolgen van niet-uitoefening van dat recht]

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

   

c) betreffende beroepsprocedures

 

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

Bijlage E

Consumptief kredietinformatie voor geoorloofde debetstand op een rekening
1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het kredietproduct

Het soort krediet

 

Het totale kredietbedrag

[Bedoeld wordt het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.]

De duur van de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

U kunt te allen tijde verzocht worden het kredietbedrag volledig terug te betalen

 
3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, in voorkomend geval, de verschillende debetrentevoeten die voor de kredietovereenkomst gelden.

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentievoet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)]

Indien van toepassing

 

Jaarlijks kostenpercentage (JKP)

Dit zijn de totale kosten, uitgedrukt als jaarlijks percentage van het totale kredietbedrag. Aan de hand van het JKP kunt u verschillende aanbiedingen onderling beter vergelijken.

[% Een representatief voorbeeld met vermelding van alle voor de berekening van het hier op te geven percentage gebruikte hypothesen]

Indien van toepassing

 

Kosten

Indien van toepassing

De voorwaarden waaronder deze kosten kunnen worden gewijzigd

[De vanaf het sluiten van de kredietovereenkomst in rekening te brengen kosten.]

Kosten in het geval van betalingsachterstand

Bij betalingsachterstand wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Beëindiging van de kredietovereenkomst

[De voorwaarden en de procedure voor beëindiging van de kredietovereenkomst]

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

 

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Te verstrekken aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

a) betreffende de aanbieder van krediet

 

Indien van toepassing

 

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

[Identiteit]

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

 
   

b) betreffende de kredietovereenkomst

 

Herroepingsrecht

U hebt het recht de kredietovereenkomst binnen een periode van 14 kalenderdagen te herroepen.

Indien van toepassing

Uitoefening van het herroepingsrecht

Ja/neen

[Praktische instructies voor de uitoefening van het herroepingsrecht, onder andere naar welk adres de kennisgeving van de uitoefening van het herroepingsrecht moet worden gezonden en de gevolgen van niet-uitoefening van dat recht]

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

   

c) betreffende beroepsprocedures

 

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

Bijlage F

Standaardinformatie inzake effectenkrediet
1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder in krediet facultatief.

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het krediet

Het soort krediet

[doorlopend krediet]

Aangeven dat het krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten en dat de kredietlimiet afhankelijk is van een bepaald dekkingspercentage en, indien van toepassing, bepaalde spreidingseisen.

 

Welk dekkingspercentage en welke spreidingseisen worden gehanteerd ten aanzien van de in onderpand gegeven financiële instrumenten.

 

De dekkingspercentages per soort financieel instrument en indien van toepassing de eisen ten aanzien van de samenstelling van de in onderpand gegeven financiële instrumenten.

 

De voorwaarden voor kredietopneming

Bedoeld worden het tijdstip en de wijze waarop u het geld zal ontvangen.

 

Termijnen en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de termijnen worden toegerekend

Wijze waarop rente en/of kosten in rekening worden gebracht [bijvoorbeeld: rente en/of kosten worden bijgeschreven ten laste van het krediet]

[De periodiciteit van de door de consument te verrichten betalingen.]

Gevraagde zekerheden

[Soort zekerheden]

3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, indien van toepassing, de verschillende debetrentevoeten die van toepassing zijn op de kredietovereenkomst

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentievoet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)

– perioden]

Vier representatieve voorbeeldberekeningen van de totale kosten van het effectenkrediet gebaseerd op verschillende kredietlimieten.

 

Indien van toepassing

Met het krediet verband houdende kosten

 

Indien van toepassing

Het aanhouden van een of meer rekeningen is vereist voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen

 

Kosten in het geval van betalingsachterstand

Wanbetaling kan ernstige gevolgen voor u hebben (bijvoorbeeld gedwongen verkoop) en kredietverkrijging bemoeilijken.

Voor wanbetaling wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Beëindiging van de kredietovereenkomst

[De voorwaarden en de procedure voor beëindiging van de kredietovereenkomst]

Herroepingsrecht

Neen

Vervroegde aflossing

U hebt te allen tijde het recht het krediet volledig of gedeeltelijk vervroegd af te betalen.

 

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

 

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

a) betreffende de aanbieder van krediet

 

Indien van toepassing

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

 
   

b) betreffende de kredietovereenkomst

 

Herroepingsrecht

Neen

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

 

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

   

c) betreffende beroepsprocedures

 

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

ARTIKEL II

Het Besluit kredietvergoeding wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel j, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel i door een punt.

B

Hoofdstuk 4 vervalt.

C

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

  • 1. De artikelen 4 tot en met 10 en 15 zijn niet van toepassing wanneer het jaarlijks kostenpercentage, bedoeld in artikel 1 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ten hoogste de wettelijke rente verhoogd met 12 procentpunten bedraagt.

  • 2. Indien het eerste lid van toepassing is, wordt in artikel 16 in plaats van «effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis» gelezen: jaarlijks kostenpercentage.

ARTIKEL III

Artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht onder «Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen»:

1°. wordt «4:32, eerste lid» vervangen door «4:32, eerste en tweede lid» en wordt «4:33, eerste tot en met derde lid» vervangen door: artikel 4:33, eerste lid.

2°. worden in de numerieke volgorde, telkens met boetecategorie 3, ingevoegd: 4:35 en 4:74a.

2. In de tabel met betrekking tot het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft:

1°. wordt «53, eerste tot en met dertiende lid» vervangen door «53, eerste tot en met negende en twaalfde en dertiende lid», wordt «68, eerste tot en met derde lid» vervangen door «68, eerste en tweede lid» wordt «77, eerste lid» vervangen door «77, eerste, vierde en vijfde lid» wordt «79, eerste en tweede lid» vervangen door «79, eerste tot en met vierde lid», wordt «112, eerste, derde en vierde lid» vervangen door «artikel 112» en wordt «114, eerste lid» vervangen door: 114.

2°. worden in de numerieke volgorde, telkens met boetecategorie 2, ingevoegd: 68a, 112a, 112b en 112c.

3°. wordt in de numerieke volgorde, met boetecategorie 3, ingevoegd: 115a.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 25 mei 2011

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de eerste juni 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit voorziet in aanpassing van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (hierna: Bgfo) en het Besluit kredietvergoeding heeft plaatsgevonden ter uitvoering van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008, inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L133) (hierna: de richtlijn). De richtlijn beoogt harmonisatie van de nationale wetgeving van de lidstaten op het terrein van consumptief krediet, waardoor de verschillen in de nationale wetgeving en daarmee de belemmeringen voor de interne markt worden weggenomen. Verder wil de richtlijn de consument bescherming bieden bij het sluiten van kredietovereenkomsten, teneinde diens vertrouwen niet te schaden en het vrije verkeer van kredietaanbiedingen voor zowel aanbieders van krediet als consumenten optimaal te laten functioneren.

De richtlijn bevat regels die betrekking hebben op de relatie tussen de aanbieder van krediet en de consument, waaronder regels inzake kredietreclame, informatieverstrekking, de beoordeling van de kredietwaardigheid en de inhoud van de kredietovereenkomst. Sommige bepalingen van de richtlijn gelden ook voor bemiddelaars in krediet of zijn daar uitsluitend op van toepassing (overwegingen 16, 17, 23, 24 en 27 van de preambule). Tevens wordt de toegang tot gegevensbanken voor aanbieders van krediet uit andere lidstaten geregeld. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L 133).

Aan het merendeel van de bepalingen van de richtlijn is reeds uitvoering gegeven in de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) en het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dit besluit voorziet in de implementatie van de resterende bepalingen van de richtlijn, met name ten aanzien van de standaardinformatie die dient te worden opgenomen in reclame-uitingen en de te verstrekken precontractuele informatie. Ook is de berekening van het jaarlijks kostenpercentage toegevoegd in bijlage A bij het Bgfo.

De nalevingskosten die uit de bepalingen van dit besluit voortvloeien zijn reeds meegenomen in de berekening van de nalevingskosten die is opgenomen in de memorie van toelichting bij het genoemde wetsvoorstel ter uitvoering van de richtlijn.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met de wijziging van artikel 1 van het besluit is een aantal definities toegevoegd, een definitie gewijzigd en komen twee definities te vervallen.

De «debetrentevoet» is de variabele of vaste rente die voor een krediet verschuldigd is. Het begrip is overgenomen uit artikel 3, onderdeel j, van de richtlijn. De debetrentevoet onderscheidt zich van het «jaarlijks kostenpercentage», zoals gedefinieerd in de wet, doordat er in de berekening geen andere kosten (zoals afsluitkosten) worden meegenomen.

De definitie van «dekkingspercentage» is toegevoegd, in verband met het gebruik van de term dekkingspercentage in de definitie van effectenkrediet en in de bepalingen over precontractuele informatie ten aanzien van effectenkrediet.

Effectenkrediet is een krediet tegen onderpand van financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de wet), die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet. Het gaat alleen om krediet dat wordt verstrekt wanneer de consument op het moment van aangaan van de kredietovereenkomst eigenaar is van de te verpanden financiële instrumenten. Verder dient het te gaan om een doorlopend krediet waarmee de consument transacties kan verrichten in financiële instrumenten en waarbij de kredietaanbieder betrokken is. Dit betekent dat indien het krediet door de consument wordt gebruikt voor een ander doel dan de financiering van transacties in financiële instrumenten dit krediet niet valt onder de definitie van effectenkrediet. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de consument duidelijk laat blijken dat het krediet zal worden aangewend voor de aanschaf van een auto. De betrokkenheid van de aanbieder van effectenkrediet zal zich in de praktijk vooral uiten in het verlenen van een kredietfaciliteit op een effectenrekening bij de kredietaanbieder die door de consument wordt gebruikt bij het verrichten van transacties in financiële instrumenten, dan wel door de betrokkenheid van de kredietaanbieder bij de aan- en verkoop van financiële instrumenten of de afwikkeling daarvan. De betrokkenheid strekt niet zo ver dat van de aanbieder van het effectenkrediet wordt verwacht dat hij gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst controleert waaraan de consument het krediet besteedt.

De richtlijn biedt de mogelijkheid om effectenkrediet uit te zonderen van de werking van de richtlijn (deze kredieten vallen onder het bereik van artikel 2, tweede lid, onderdeel h, van de richtlijn). Aangezien ook bij effectenkrediet consumentenbescherming van groot belang is, is van deze uitzonderingsmogelijkheid geen gebruik gemaakt. Gelet op de specifieke kenmerken van dit krediet is voor effectenkrediet een aparte regeling getroffen. Zo hoeven in reclame-uitingen en precontractuele informatie voor effectenkrediet niet het totale kredietbedrag en het jaarlijks kostenpercentage te worden vermeld. Deze informatie kan in geval van effectenkrediet niet worden gegeven, aangezien de waarde van de financiële instrumenten fluctueert en daardoor het totale kredietbedrag (die afhankelijk is van de waarde van de in onderpand gegeven financiële instrumenten) niet vaststaat (zie artikelen 77, vijfde lid, 79, vierde lid, en 112b en bijlage F). Wel zijn de uitzonderingen voor effectenkrediet in de artikelen 114, tweede en derde lid, en 115, tweede lid, vervallen.

Om voor een zo groot mogelijke transparantie te zorgen en aanbiedingen voor consumptief krediet vergelijkbaar te maken, is in de richtlijn voorgeschreven hoe het «jaarlijks kostenpercentage» van het krediet moet worden berekend. De informatie die aan de consument wordt verstrekt over het consumptief krediet dient dit jaarlijks kostenpercentage te bevatten. Deze uniforme toepassing wordt met name gewaarborgd door de berekeningswijze zoals opgenomen in bijlage I van de richtlijn. Deze berekeningswijze is overgenomen in bijlage A van dit besluit. Het begrip «effectief kredietvergoedingspercentage» vervalt in de Wft. In het Besluit kredietvergoeding blijft het begrip tijdelijk nog wel bestaan. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Ook voor hypothecair krediet zal dus een jaarlijks kostenpercentage moeten worden berekend. Voor hypothecair krediet geldt daarbij wel dat de berekening van het jaarlijks kostenpercentage hetzelfde is als de berekening van het effectief kredietvergoedingspercentage op grond van de Uitvoeringsregeling Wft. Dit is gehandhaafd, omdat de berekeningswijze van het jaarlijks kostenpercentage voor consumptief krediet zich niet goed leent voor hypothecair krediet.

Het «totale door de consument te betalen bedrag» vervangt het begrip «totale prijs van het krediet», dat komt te vervallen. Het betreft alle betalingen die de consument in verband met het krediet verricht. Dit is de som van de «totale kosten van het krediet voor de consument» en het «totale kredietbedrag». Het begrip is overgenomen uit artikel 3, onderdeel h, van de richtlijn.

De omschrijving «totale kosten van het krediet voor de consument» is overgenomen uit artikel 3, onderdeel g, van de richtlijn. De «totale kosten van het krediet» zijn alle kosten die de consument moet maken voor een consumptief krediet. Hieronder vallen bijvoorbeeld de rente, commissielonen, administratiekosten, vergoedingen voor bemiddelaars en de kosten voor nevendiensten die een consument verplicht in combinatie met het krediet moet afnemen. Te denken valt aan verzekeringspremies, bijbehorende assurantiebelasting en de kosten voor betaalmiddelen waarmee kredietopnemingen kunnen worden verricht. De «naam» die aan de kosten wordt gegeven is daarbij niet relevant, het gaat erom of de kosten samenhangen met het krediet. Alle kosten die samenhangen met het krediet moeten worden meegenomen. Onder belastingen worden alleen belastingen verstaan die ingehouden worden in de verhouding tussen aanbieder en consument. Met betrekking tot nevendiensten die een consument verplicht in combinatie met het krediet moet afnemen blijft artikel 33 van de Wet op het consumentenkrediet gelden. Dat betekent dat een aanbieder de consument niet kan verplichten om met een specifieke wederpartij een overeenkomst aan te gaan, wel kan bijvoorbeeld het afsluiten van een verzekering verplicht zijn. De consument kan dan kiezen bij welke verzekeraar hij die verzekering afsluit. Notariskosten en eventuele kosten die in rekening worden gebracht bij niet-naleving van de kredietovereenkomst worden niet in de totale kosten van het krediet meegenomen. Wanneer kosten in rekening worden gebracht voor het beheer van een rekening of gebruik van een betaalmiddel waarmee zowel betalingen als kredietopnemingen worden gedaan, moeten deze kosten worden meegenomen in de totale kosten. Dit is niet nodig wanneer de opening van een rekening of de aanschaf van een betaalmiddel facultatief is en de kosten voor het beheer van de rekening of het gebruik van een betaalmiddel duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere overeenkomst met de consument zijn vastgesteld. Hetzelfde geldt met betrekking tot andere kosten voor betalingsverrichtingen. Dit kan zich dus bijvoorbeeld voordoen bij de kosten voor een bankpas.

Het «totale kredietbedrag» is het bedrag dat de consument op grond van het krediet ter beschikking wordt gesteld. Dit kan een kredietsom zijn of, bijvoorbeeld in geval van een doorlopend krediet of een roodstandfaciliteit, een kredietlimiet. Het begrip is overgenomen uit artikel 3, onderdeel l, van de richtlijn.

De wijziging van de definitie van «hypothecair krediet» hangt samen met de vervanging van het «effectief kredietvergoedingspercentage» door het «jaarlijks kostenpercentage».

De definitie van «theoretische looptijd» komt te vervallen, inclusief de bijbehorende bijlage A, waarin is geregeld hoe de theoretische looptijd moet worden bepaald. In plaats daarvan zal bij het bepalen van de duur van de overeenkomst (in maanden) voor consumptief krediet worden uitgegaan van bepaalde hypothesen (zie nieuwe bijlage A die is overgenomen uit bijlage I bij de richtlijn).

De duur van de overeenkomst maakt onderdeel uit van de standaardinformatie die dient te worden verstrekt op grond van de artikelen 53 (reclame-uitingen), 112 en 112a (precontractuele informatie).

Onderdeel B

Deze wijziging hangt samen met het vervallen van de letteraanduidingen op grond van onderdeel A.

Onderdeel C

Artikel 4, tweede lid, van de richtlijn schrijft voor welke standaardinformatie over de hoogte, duur en betaling van het krediet en de kredietvergoeding in een reclame-uiting moet worden verstrekt, indien de financiële onderneming ervoor kiest in de reclame-uiting mededelingen te doen over de rentevoet of andere cijfers betreffende de kosten van een krediet. Dit wordt overgenomen in het nieuwe eerste lid van artikel 53 van het besluit dat niet alleen het eerste lid, maar ook het tweede lid van artikel 53 vervangt. Er wordt in de richtlijn namelijk geen onderscheid gemaakt tussen reclame-uitingen via radio of tv en overige reclame-uitingen over krediet. Overigens geldt ingevolge het vierde lid bij radio- en tv-reclame niet de verplichting om de gegevens in de voorgeschreven tabel op te nemen. Nieuwe elementen zijn de vermelding van de vaste of variabele debetrentevoet en, ingeval van goederenkrediet, de contante waarde van het betreffende goed of de betreffende dienst en de door de consument in dat kader uit te voeren contante betalingen. Bij de «debetrentevoet» moet expliciet in de tabel worden vermeld of het om een «vaste» of een «variabele» debetrentevoet gaat. Het begrip maandlast wordt niet meer gehanteerd. In plaats daarvan wordt «termijnbedrag» gebruikt. Dit bedrag zal alleen met de maandlast overeenkomen als de afbetalingstermijnen ook een maand zijn. Dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Voor de consument moet in ieder geval duidelijk worden welke afbetalingstermijn wordt bedoeld in de krediettabel. Dit moet geschieden door in de krediettabel direct bij het termijnbedrag aan te geven welke periode van afbetaling van toepassing is. Bijvoorbeeld «termijnbedrag per week» of «termijnbedrag per maand». Wanneer sprake is van een aflossingsvrij krediet of een krediet waarbij een slotsom wordt gehanteerd die afwijkt van het normale termijnbedrag, dienen in de tabel beide bedragen opgenomen te worden. In dat geval wordt het afwijkende termijnbedrag opgenomen als «slottermijn».

De vermelding van het totale kredietbedrag, het jaarlijks kostenpercentage, de duur van de kredietovereenkomst en het totale door de consument te betalen bedrag is een verplichting die gelijkenis heeft met de oude verplichting om de kredietsom of kredietlimiet, het effectieve kredietvergoedingspercentage, de looptijd of theoretische looptijd en de totale prijs van het krediet te vermelden. De duur van de kredietovereenkomst, het totale door de consument te betalen bedrag en het bedrag van de afbetalingstermijnen hoeven alleen in voorkomend geval te worden vermeld. Voor kredietvormen waarbij bovengenoemde gegevens niet vast staan, kan een indicatie worden gegeven. De indicatieve gegevens dienen gebaseerd te zijn op kredieten die representatief zijn voor de doelgroep van de reclame-uiting. Indien deze gegevens worden opgenomen dient in de krediettabel bij de duur van de kredietovereenkomst duidelijk te worden gemaakt dat het om een indicatie gaat. De krediettabel moet voor de consument meteen zichtbaar zijn. Ook moeten krediettabellen vergelijkbaar zijn, daarom moeten de termen die worden gebruikt in artikel 53 ook in de krediettabellen zelf worden gebruikt.

In het tot dusver geldende regime in de reclameregels zijn verschillende kredieten (consumptief en hypothecair) zoveel mogelijk gelijk behandeld aangezien het concurrerende producten betreft. Dit streven blijft gehandhaafd. De aanpassing geldt daarom ook voor hypothecair krediet. Wel wordt bij hypothecair krediet onder het jaarlijks kostenpercentage de effectieve kredietvergoeding zoals die op dit moment ook geldt bij hypothecair krediet verstaan.

Het nieuwe tweede lid van artikel 53 komt voort uit artikel 4, derde lid, van de richtlijn. De kosten voor nevendiensten (bijvoorbeeld een verzekering) worden ook meegenomen in de berekening van het totale door de consument te betalen bedrag en het jaarlijks kostenpercentage. Indien de kosten voor het sluiten van een overeenkomst voor nevendiensten onbepaalbaar zijn, hoeven zij niet in die berekeningen te worden meegenomen. Het is dan wel van belang dat de consument in de reclame kan zien dat het betreffende krediet nog extra kosten met zich brengt. Dit moet geschieden door een duidelijke vermelding van de verplichting tot het sluiten van de overeenkomst naast het jaarlijks kostenpercentage. Bijvoorbeeld de vermelding in een reclame voor hypotheken dat het afsluiten een opstalverzekering verplicht is.

De eerste volzin van het derde lid van artikel 53 komt te vervallen omdat het begrip «maandlast» in dit besluit vervalt en omdat reeds uit de definitie van «totale kosten van het krediet voor de consument» volgt dat bij consumptief krediet alle kosten moeten worden meegenomen.

Het vierde en vijfde lid worden gewijzigd, omdat het eerste en tweede lid worden gewijzigd en dientengevolge op een andere wijze naar de in die leden genoemde informatie moet worden verwezen.

Het zesde lid wordt gewijzigd omdat in Bijlage I, onderdeel II, onder i, bij de richtlijn is bepaald dat indien voor een beperkte termijn of een beperkt bedrag verschillende rentevoeten en kosten worden aangeboden, de hoogste rentevoet en de hoogste kosten worden geacht de rentevoet en de kosten voor de gehele duur van de kredietovereenkomst te zijn. Het is voor lidstaten dus niet meer mogelijk om voor te schrijven dat zowel de rentevoet/kosten voor de beperkte termijn en de daarna geldende rentevoet/kosten worden genoemd. In plaats daarvan zal de hoogste rentevoet dienen te worden genoemd. Hiermee vervalt de mogelijkheid te adverteren met actietarieven. Dit geldt ook voor lagere tarieven die worden gehanteerd voor een beperkt deel van de kredietsom, ook dan moet het hoogste tarief worden genoemd. Ook is het niet meer mogelijk om te adverteren met tarieven die alleen voor specifieke groepen consumenten zouden gelden (zonder dat expliciet te vermelden).

Het zevende lid vervalt, omdat de richtlijn geen basis biedt om het betreffende voorschrift te handhaven.

Het negende lid (nieuw) is nagenoeg gelijkluidend aan het oude dertiende lid, met dien verstande dat het begrip «kredietprospectus» wordt vervangen door «de informatie». Dit houdt verband met het vervallen van de verplichting om een kredietprospectus beschikbaar te hebben en de introductie van een nieuwe verplichting om de consument precontractuele informatie te verstrekken (zie artikel 4:33 van de wet).

Het tiende lid (oud) vervalt, omdat informatie over de hoogte van een korting op een effectief kredietvergoedingspercentage niet tot de informatie behoort die op grond van het eerste lid in een reclame-uiting over krediet dient te worden opgenomen.

Het elfde lid (oud) vervalt omdat het begrip «effectief kredietvergoedingspercentage» in dit besluit vervalt.

Het twaalfde lid (nieuw) bepaalt dat in een reclame-uiting over effectenkrediet alleen hoeft te worden vermeld dat een doorlopend krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van een effectenportefeuille, en de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde daarvan. Tevens wordt de vaste of variabele debetrentevoet vermeld en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het krediet. Tenslotte dient indien een contract voor een nevendienst verplicht is om het effectenkrediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en de kosten van die dienst niet vooraf bepaald kunnen worden, de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst te worden vermeld, Deze vermelding dient duidelijk, beknopt en opvallend te zijn.

Het dertiende lid (nieuw) verwerkt artikel 21, onderdeel a, van de richtlijn. De bemiddelaar in krediet dient in reclame-uitingen over krediet te vermelden of hij onafhankelijk adviseert, een contractuele verplichting heeft uitsluitend voor één of meer aanbieders van krediet te bemiddelen dan wel geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen maar niet adviseert op grond van een objectieve analyse.

De bemiddelaar dient deze informatie ook te verstrekken voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst inzake krediet (zie artikel 4:73 van de wet).

Onderdeel D

Deze wijziging hangt samen met het vervallen van de letteraanduidingen op grond van onderdeel A.

Onderdeel E

Artikel 11 van de richtlijn regelt de informatie die aan een consument moet worden verschaft bij consumentenkredietovereenkomsten waarbij de debetrentevoet tijdens de looptijd van de overeenkomst wijzigt. Artikel 68, eerste lid, heeft betrekking op kredieten met variabele rente. Indien de kredietvergoeding wijzigt, dient op grond van dit artikel de consument hiervan op de hoogte te worden gesteld. Aangezien artikel 11 van de richtlijn is geïmplementeerd in het Burgerlijk Wetboek kan artikel 68, eerste lid, voor consumentenkrediet vervallen. Voor hypothecair krediet blijft de bepaling echter van belang. Aangezien de overige bepalingen in artikel 68 zowel voor hypothecair als consumptief krediet gelden, wordt duidelijkheidshalve de bepaling die tot dusver in het eerste lid staat voor hypothecair krediet in artikel 68a opgenomen.

Onderdeel F

Artikel 68a heeft betrekking op hypothecaire kredieten met variabele rente. Indien de kredietvergoeding wijzigt, dient op grond van dit artikel de consument hiervan op de hoogte te worden gesteld. Ook wordt de consument dan geïnformeerd over wijzigingen in het jaarlijks kostenpercentage.

Onderdeel G

De toevoeging van het vierde lid aan artikel 77 van het besluit hangt samen met het bepaalde in de eerste leden van de artikelen 5 en 6 van de richtlijn waarin is opgenomen dat de kredietgever in het kader van overeenkomsten op afstand wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van artikel 3, eerste en tweede lid, van de richtlijn verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten1 wanneer hij de informatie, genoemd in die leden, verstrekt. Het gaat om de precontractuele informatie die dient te worden verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst inzake krediet.

Een financiëledienstverlener die financiële diensten verleent met betrekking tot effectenkrediet voldoet aan het eerste lid door het verstrekken van de precontractuele informatie zoals opgenomen in bijlage F van dit besluit.

Onderdeel H

Het nieuwe tweede en derde lid van artikel 79 van het besluit implementeren artikel 5, tweede lid, en 6, vierde lid, van de richtlijn. Het betreft een uitwerking van de belangrijkste kenmerken van het krediet waarover de consument dient te worden geïnformeerd bij overeenkomsten op afstand waarbij gebruik wordt gemaakt van de telefoon voor het doen van ongevraagde oproepen (artikel 3, derde lid, van de richtlijn verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en artikel 79, eerste lid, onderdeel b, van het besluit). Dit betreft onder andere een voorbeeld dat representatief is voor die consument. Ongevraagde oproepen zijn telefonische verkopen die niet op initiatief van de consument tot stand zijn gekomen, maar waarbij de financiële dienstverlener het telefonisch contact met de consument tot stand brengt of laat brengen. In artikel 79, vierde lid (nieuw), worden de belangrijkste kenmerken van het effectenkrediet aangegeven waarover de consument dient te worden geïnformeerd bij ongevraagde oproepen.

Onderdeel I

Deze wijziging hangt samen met het vervallen van de letteraanduidingen op grond van onderdeel A.

Onderdeel J

De wijziging van het opschrift van paragraaf 10.2.1 hangt samen met de aanpassing van artikel 4:33 van de wet en het vervallen van de verplichting om een kredietprospectus beschikbaar te hebben.

Onderdeel K

Artikel 111, onderdeel d, vervalt, omdat het verlicht regime voor aanbieders van krediet voor zover zij krediet aanbieden tegen onderpand van effecten niet in stand blijft.

Onderdeel L

Artikel 112 bepaalt welke informatie door de aanbieder wordt verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet. Artikel 112, eerste tot en met derde lid, verwerken artikel 5, eerste lid, van de richtlijn. Op grond van artikel 112, eerste lid, wordt de informatie verstrekt overeenkomstig het formulier dat is opgenomen in bijlage D bij dit besluit. In het eerste lid, wordt niet de informatie genoemd die moet worden verstrekt maar wordt verwezen naar de in bijlage D bedoelde gegevens. Indien de informatie wordt verstrekt in de vorm van bijlage D wordt door de aanbieder voldaan aan de verplichting tot het verschaffen van precontractuele informatie.

Artikel 112, tweede lid, bepaalt dat de precontractuele informatie wordt gebaseerd op de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie. Hieronder valt ook de verplichting van artikel 5, eerste lid, onderdeel g, van de richtlijn om bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage uit te gaan van de elementen van het krediet waarnaar de voorkeur van de consument uitgaat.

Op grond van artikel 112, derde lid, wordt, overeenkomstig de laatste volzin van artikel 5, eerste lid, van de richtlijn, geregeld dat aanvullende informatie die niet past in het formulier zoals opgenomen in bijlage II van de richtlijn in een afzonderlijk document wordt opgenomen. Dit sluit niet uit dat de aanvullende informatie aan de voorgeschreven precontractuele informatie wordt gehecht.

Artikel 112, vierde lid, regelt dat voor overeenkomsten op afstand een uitzondering geldt voor de verplichting om de in het eerste lid bedoelde informatie vooraf te verstrekken. In dat geval dient de informatie onmiddellijk na het sluiten van de overeenkomst te worden verstrekt. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan artikel 5, derde lid, van de richtlijn. Tegenover deze mogelijkheid van de aanbieder om de informatie ook later te kunnen verstrekken staat dat de consument op grond van artikel 4:28, eerste lid, van de wet een ontbindingsrecht heeft na het aangaan van de overeenkomst op afstand.

Artikel 112, vijfde lid, regelt de verplichting om als onderdeel van de precontractuele informatie kosteloos een exemplaar van de kredietovereenkomst te verstrekken, tenzij de aanbieder niet het voornemen heeft om een kredietovereenkomst met de consument aan te gaan. Dit lid geeft uitvoering aan artikel 5, vierde lid, van de richtlijn.

Artikel 112, zesde lid, verwerkt artikel 5, vijfde lid, van de richtlijn. In het zesde lid is opgenomen dat bij kredietovereenkomsten waarbij de betalingen door de consument niet tot een directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag leiden, wordt vermeld dat de overeenkomst niet voorziet in een garantie of aflossing van het totale kredietbedrag, tenzij die garantie wel wordt gegeven. Van een dergelijke kredietovereenkomst is bijvoorbeeld sprake indien een consument als onderdeel van de kredietovereenkomst door middel van beleggingen een bedrag opbouwt ter aflossing van het krediet. De vermelding dat de overeenkomst niet voorziet in een garantie tot aflossing van het totale kredietbedrag wordt opgenomen in de rij «Indien van toepassing» in het onderdeel van de precontractuele informatie met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van het kredietproduct.

Artikel 112, zevende lid, verwerkt artikel 5, zesde lid, van de richtlijn. Op grond van artikel 112, zevende lid, dient de aanbieder de consument naast de precontractuele informatie een passende toelichting te geven op de verstrekte informatie. Afhankelijk van het soort consument en zijn kennis en ervaring kan deze toelichting in het ene geval uitgebreider zijn dan in het andere geval.

Het kan voorkomen dat de informatie over de hoogte, duur of betaling van het krediet of de kredietvergoeding niet vooraf kan worden bepaald, bijvoorbeeld omdat de consument bepaalde keuzes nog niet heeft gemaakt of omdat die informatie afhankelijk is van de wijze waarop partijen uitvoering geven aan de kredietovereenkomst. Zo kan bijvoorbeeld bij een doorlopend krediet niet altijd vooraf worden bepaald wat de uiteindelijke duur van de overeen te komen kredietovereenkomst is. Artikel 112, achtste lid, regelt dat in dat geval, indien toepasbaar, uit kan worden gegaan van de betreffende hypothese, bedoeld in deel II van bijlage A. In het voorbeeld van het doorlopend krediet brengt dit met zich mee dat, als de duur onbekend is, moet worden uitgegaan van een periode van één jaar. Hiermee wordt aangesloten bij de hypotheses die worden gehanteerd bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage. Daardoor wordt de precontractuele informatie consequent ingevuld, aangezien het jaarlijks kostenpercentage waarbij dezelfde hypotheses worden gebruikt ook in de precontractuele informatie is opgenomen. Artikel 112, achtste lid, Bgfo en artikel 112a, zesde lid, Bgfo bieden de aanbieder van krediet derhalve geen keuze, alle informatie die bekend is op het moment van opstellen van de precontractuele informatie moet worden opgenomen in overeenstemming met de artikelen 112 en 112a Bgfo.

Onderdeel M

Artikel 112a geeft uitvoering aan artikel 6, eerste lid, van de richtlijn. In de Nederlandse situatie is dit artikel relevant voor kredieten in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt.

De precontractuele informatie die op grond van artikel 112 dient te worden verstrekt en het formulier, bedoeld in bijlage E, overlappen elkaar voor een groot gedeelte. In artikel 112a, tweede lid, wordt de precontractuele informatie genoemd die aan de consument wordt verstrekt. De aanbieder van krediet kan gebruik maken van het formulier, zoals opgenomen in bijlage E, maar kan ook de in artikel 112a, tweede lid, opgenomen informatie op een andere manier aan de consument verstrekken. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat alle informatie even opvallend wordt weergegeven.

Uit de vermelding van het soort krediet (112a, eerste lid, onderdeel a) dient de consument te kunnen opmaken hoe de kredietovereenkomst werkt met betrekking tot opname en aflossing van krediet. Hier zou bijvoorbeeld kunnen worden vermeld dat het een aflopend of doorlopend krediet betreft.

Op grond van artikel 112a, eerste lid, onderdeel e, dient de debetrentevoet te worden vermeld. Bij kredietovereenkomsten waarbij de debetrentevoet kan variëren, dient de consument ook informatie te verkrijgen die hem in staat stelt te bepalen onder welke omstandigheden de debetrentevoet kan wijzigingen. Deze informatie omvat de voorwaarden die de toepassing van deze debetrentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet.

Op grond van artikel 112a, eerste lid, onderdeel g, wordt het jaarlijks kostenpercentage vermeld. Bij kredietovereenkomsten waarbij het jaarlijks kostenpercentage kan variëren, dient de consument ook informatie te verkrijgen die in hem in staat stelt te bepalen onder welke omstandigheden het jaarlijks kostenpercentage kan wijzigen. Dit zal het geval zijn indien de kosten of de debetrentevoet kunnen wijzigen. De berekening van de debetrentevoet kan worden gebaseerd op een representatief voorbeeld, zonder aan te sluiten bij de voorkeur van een specifieke consument.

Artikel 112a, vierde lid, komt overeen met artikel 112, vijfde lid. Voor de toelichting wordt dan ook verwezen naar de toelichting bij artikel 112, vijfde lid.

Artikel 112a, vijfde lid, geeft uitvoering aan artikel 6, zevende lid, van de richtlijn. Het betreft de situatie dat de informatie, bedoeld in artikel 112a, eerste lid, niet aan de consument kan worden verstrekt, omdat de gebruikmaking van een middel voor communicatie op afstand daarvoor geen gelegenheid biedt. In dat geval komt de aanbieder van krediet of kredietbemiddelaar zijn verplichting na door de contractuele informatie overeenkomstig artikel 7:61 van het Burgerlijk Wetboek te verstrekken.

De verplichting van artikel 112a, zesde lid, komt overeen met de verplichting van artikel 112, achtste lid. Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel 112, achtste lid.

Artikel 112b bepaalt dat de informatie op grond van artikel 4:33, eerste lid, van de wet met betrekking tot effectenkrediet kan worden verstrekt door gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in bijlage F van dit besluit. De informatie die vooraf aan de consument dient te worden verstrekt is beperkter dan bij andere vormen van consumptief krediet. Bij effectenkrediet zijn een aantal onderdelen van de standaardinformatie voor consumptief krediet niet te bepalen of overbodig voor de consument. Aangezien de kredietlimiet bij een effectenkrediet gekoppeld is aan de waarde van de onderliggende financiële instrumenten en daardoor kan fluctueren, is het niet mogelijk om het totale krediet en het jaarlijks kostenpercentage te berekenen. Daarom is gekozen voor een aangepast formulier voor deze vorm van consumptief krediet.

Artikel 112c wordt ingevoegd ter implementatie van artikel 6, vijfde lid, van de richtlijn. De aanbieder van een krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening die binnen een maand moet worden afgelost, verstrekt vooraf informatie aan de consument over het totale kredietbedrag, de debetrentevoet en de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, de kosten en het jaarlijks kostenpercentage aan de consument. Deze informatieverplichting is de enige verplichting die bij of krachtens de wet op dergelijke kredieten van toepassing is.

Onderdeel N

In paragraaf 10.2.2 wordt artikel 115a toegevoegd. In dit artikel wordt op grond van artikel 4:35 van de wet de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding toegevoegd. Het opschrift en het onderschrift van deze paragraaf wordt in dit kader aangepast.

Onderdeel O

De wijziging in artikel 113, eerste en tweede lid, houdt verband met de introductie van het begrip «totale kredietbedrag» dat zowel de kredietsom als de kredietlimiet behelst.

Het nieuwe derde lid regelt dat de verplichting van het eerste lid niet van toepassing is op het aanbieden van krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost, mits de geoorloofde debetstand niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort.

Onderdeel P

Artikel 114, tweede en derde lid, zijn vervallen. Dit betekent dat een aanbieder van effectenkrediet, alvorens een overeenkomst van effectenkrediet aan te gaan waarvan het totale kredietbedrag meer dan € 250 bedraagt, de geregistreerde gegevens bij het stelsel van kredietregistratie dient te raadplegen.

Onderdeel Q

Artikel 115, tweede lid, is vervallen. Dit betekent dat een aanbieder van effectenkrediet de criteria dient vast te leggen die ten grondslag liggen aan de beoordeling van een aanvraag met betrekking tot een effectenkrediet en deze criteria dient toe te passen bij de beoordeling van een effectenkredietaanvraag.

Het nieuwe tweede lid regelt dat de verplichting van het eerste lid niet van toepassing is op het aanbieden van krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost, mits de geoorloofde debetstand niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort.

Onderdeel R

In artikel 115a wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding vastgelegd. Onder de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding wordt verstaan de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding als bedoeld in het Besluit kredietvergoeding. Door invulling van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding conform de invulling in het Besluit kredietvergoeding, wordt uniformiteit gewaarborgd tussen de op dit moment al gehanteerde berekeningen en de kredietvergoedingen waarop toezicht van toepassing wordt. De toevoeging van deze bevoegdheid in het onderhavige besluit maakt dat de AFM toezicht kan houden op de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding. De AFM is bevoegd om gedragstoezicht te houden op basis van de wet.

Onderdelen S, T en V

In dit besluit worden drie bijlagen ingevoegd. De voorheen bestaande bijlagen en verwijzingen naar de bijlagen zijn als gevolg daarvan verletterd.

Onderdeel U

De wijzigingen in artikel 152 houden verband met de introductie van het begrip «totaal kredietbedrag» dat zowel de kredietsom als de kredietlimiet behelst en met de vervanging van het «effectief kredietvergoedingspercentage» voor consumptief krediet door het «jaarlijks kostenpercentage».

Onderdeel W

De onderstaande voorbeelden voor de berekening van het jaarlijks kostenpercentage zijn een toelichting op bijlage A. De weergegeven berekeningen zijn daardoor gedetailleerd. Aan de consument wordt het jaarlijks kostenpercentage gemeld in onder andere reclame en precontractuele informatie. De aanbieder van krediet of bemiddelaar in krediet hoeft daarbij niet onderstaande berekeningen weer te geven. In onderstaande voorbeelden wordt gebruik gemaakt van tabellen die door middel van een (op dit moment alleen in het Engels beschikbaar) computerprogramma worden gegenereerd. Het jaarlijks kostenpercentage in de voorbeelden wordt eveneens met dit programma berekend.2 De voorbeelden laten zien hoe de aannames in de voorbeelden worden gebruikt.

Voorbeeld doorlopend krediet

Een creditcard biedt de mogelijkheid van een krediet tot € 1000 met een onbepaalde looptijd. De effectieve rente is 12% per jaar. Per maand wordt minimaal een betaling gedaan van 10% van het uitstaande bedrag, met een minimum van € 20 (de betaling bevat zowel aflossing als rente). Bij het aangaan van het contract worden éénmalig administratiekosten in rekening gebracht van € 20. Er worden geen jaarlijkse kosten gerekend.

Uitwerking jaarlijks kostenpercentage

Voor het bepalen van het jaarlijks kostenpercentage worden de volgende aannames gehanteerd:

  • In geval van onbepaalde opnames wordt ervan uitgegaan dat het afgesproken maximumbedrag (in dit geval € 1000) onmiddellijk wordt opgenomen.

  • Er wordt van uitgegaan dat maandelijks het minimumbedrag wordt betaald.

  • Uitgaande van deze aannames wordt het krediet in 28 maanden terugbetaald.

Het krediet ziet er dus als volgt uit3:

   

Balance

Interest on capital

Other costs

Payments

Cash flows

Period

Drawdowns

Initial

Outstanding (only capital)

Outstanding (capital plus interest)

Final

Borrowing rate (%)

Interest charges

Not financed

Repayment of the credit

Costs not financed

Total

Value at each period

Present value

   

Capital amortisat.

Interest

Total

0

1000,00

     

1000,00

   

20,00

     

20,00

20,00

980,00

980,00

1

 

1000,0

1000,00

1009,49

908,54

12,00%

9,49

 

91,46

9,49

100,95

0,00

100,95

–100,95

–99,78

2

 

908,54

908,54

917,16

825,44

12,00%

8,62

 

83,10

8,62

91,72

0,00

91,72

–91,72

–89,61

3

 

825,44

825,44

833,28

749,95

12,00%

7,83

 

75,50

7,83

83,33

0,00

83,33

–83,33

–80,47

4

 

749,95

749,95

757,07

681,36

12,00%

7,12

 

68,59

7,12

75,71

0,00

75,71

–75,71

–72,27

5

 

681,36

681,36

687,82

619,04

12,00%

6,47

 

62,32

6,47

68,78

0,00

68,78

–68,78

–64,89

6

 

619,04

619,04

624,92

562,42

12,00%

5,87

 

56,62

5,87

62,49

0,00

62,49

–62,49

–58,27

7

 

562,42

562,42

567,76

510,98

12,00%

5,34

 

51,44

5,34

56,78

0,00

56,78

–56,78

–52,34

8

 

510,98

510,98

515,83

464,25

12,00%

4,85

 

46,73

4,85

51,58

0,00

51,58

–51,58

–46,99

9

 

464,25

464,25

468,66

421,79

12,00%

4,41

 

42,46

4,41

46,87

0,00

46,87

–46,87

–42,21

10

 

421,79

421,79

425,79

383,21

12,00%

4,00

 

38,58

4,00

42,58

0,00

42,58

–42,58

–37,90

11

 

383,21

383,21

386,85

348,16

12,00%

3,64

 

35,05

3,64

38,68

0,00

38,68

–38,68

–34,03

12

 

348,16

348,16

351,47

316,32

12,00%

3,30

 

31,84

3,30

35,15

0,00

35,15

–35,15

–30,57

13

 

316,32

316,32

319,32

287,39

12,00%

3,00

 

28,93

3,00

31,93

0,00

31,93

–31,93

–27,45

14

 

287,39

287,39

290,12

261,11

12,00%

2,73

 

26,28

2,73

29,01

0,00

29,01

–29,01

–24,65

15

 

261,11

261,11

263,58

237,22

12,00%

2,48

 

23,88

2,48

26,36

0,00

26,36

–26,36

–22,14

16

 

237,22

237,22

239,48

215,53

12,00%

2,25

 

21,70

2,25

23,95

0,00

23,95

–23,95

–19,88

17

 

215,53

215,53

217,57

195,82

12,00%

2,05

 

19,71

2,05

21,76

0,00

21,76

–21,76

–17,85

18

 

195,82

195,82

197,67

177,67

12,00%

1,86

 

18,14

1,86

20,00

0,00

20,00

–20,00

–16,22

19

 

177,67

177,67

179,36

159,36

12,00%

1,69

 

18,31

1,69

20,00

0,00

20,00

–20,00

–16,03

20

 

159,36

159,36

160,87

140,87

12,00%

1,51

 

18,49

1,51

20,00

0,00

20,00

–20,00

–15,85

21

 

140,87

140,87

142,21

122,21

12,00%

1,34

 

18,66

1,34

20,00

0,00

20,00

–20,00

–15,66

22

 

122,21

122,21

123,37

103,37

12,00%

1,16

 

18,84

1,16

20,00

0,00

20,00

–20,00

–15,48

23

 

103,37

103,37

104,35

84,35

12,00%

0,98

 

19,02

0,98

20,00

0,00

20,00

–20,00

–15,30

24

 

84,35

84,35

85,15

65,15

12,00%

0,80

 

19,20

0,80

20,00

0,00

20,00

–20,00

–15,13

25

 

65,15

65,15

65,77

45,77

12,00%

0,62

 

19,38

0,62

20,00

0,00

20,00

–20,00

–14,95

26

 

45,77

45,77

46,20

26,20

12,00%

0,43

 

19,57

0,43

20,00

0,00

20,00

–20,00

–14,78

27

 

26,20

26,20

26,45

6,45

12,00%

0,25

 

19,75

0,25

20,00

0,00

20,00

–20,00

–14,61

28

 

6,45

6,45

6,51

0,00

12,00%

0,06

 

6,45

0,06

6,51

0,00

6,51

–6,51

–4,70

Uitgaande van de aannames en deze tabel kan het jaarlijks kostenpercentage worden berekend. Het totale krediet is € 1000. De totale kosten van het krediet zijn € 114,14. Het totale bedrag dat betaald moet worden is € 1114,14. Het jaarlijks kostenpercentage is 15%.

Voorbeeld roodstand

Op een betaalrekening wordt een roodstandfaciliteit (toegestane debetstand) geboden met een maximum van € 2000. Er wordt geen termijn of andere voorwaarde gesteld met betrekking tot de terugbetaling. De rente op de roodstand is 10% effectief. De kosten voor deze rekening met faciliteit zijn € 2,5 per maand. Deze rekening (en dus ook de bijbehorende kosten) zijn verplicht om het krediet te krijgen.

Uitwerking jaarlijks kostenpercentage

Voor het bepalen van het jaarlijks kostenpercentage worden de volgende aannames gehanteerd:

  • Bij geoorloofde debetstanden waarbij geen periode is overeengekomen waarbinnen moet worden terugbetaald, moet worden uitgegaan van een looptijd van drie maanden.

  • In geval van onbepaalde opnames wordt ervan uitgegaan dat het afgesproken maximumbedrag (in dit geval € 2000) onmiddellijk wordt opgenomen.

  • Er wordt uitgegaan van aflossing aan het einde van de overeenkomst (tijdens de looptijd wordt alleen rente betaald).

De totale kosten van het krediet zijn € 55,35. Het jaarlijks kostenpercentage is 11,6%

Voorbeeld aflopend krediet

Een persoonlijke lening van € 6000 wordt afgesloten. De lening moet worden terugbetaald in 24 gelijke maandelijkse termijnen. De rente is 9% nominaal. Er zijn eenmalige administratie kosten van € 60 bij het afsluiten van de lening. De aanbieder biedt de persoonlijke lening aan in combinatie met een verzekeringspolis («betalingsbeschermer»).4 Deze polis kost 5% van de kredietlimiet (eenmalig, bij het afsluiten). De kosten van de polis worden meegefinancierd.

Uitwerking jaarlijks kostenpercentage

De 24 gelijke termijnen die moeten worden betaald zijn € 287,81 per maand. Dit volgt uit onderstaande tabel van deze persoonlijke lening:5

   

Balance

Interest on capital

Other costs

Payments

Cash flows

Period

Drawdowns

Initial

Outstanding (only capital)

Outstanding (capital plus interest)

Final

Borrowing rate (%)

Interest charges

Not financed

Financed

Repayment of the credit

Costs not financed

Total

Value at each period

Present value

   

Capital amortisat.

Interest

Total

0

6000,00

     

6300,00

   

60,00

300,00

     

60,00

60,00

5940,00

5940,00

1

 

6300,00

6300,00

6347,25

6059,44

9,00%

47,25

   

240,56

47,25

287,81

0,00

287,81

–287,81

–284,27

2

 

6059,44

6059,44

6104,88

5817,07

9,00%

45,45

   

242,37

45,45

287,81

0,00

287,81

–287,81

–280,78

3

 

5817,07

5817,07

5860,70

5572,88

9,00%

43,63

   

244,19

43,63

287,81

0,00

287,81

–287,81

–277,33

4

 

5572,88

5572,88

5614,68

5326,86

9,00%

41,80

   

246,02

41,80

287,81

0,00

287,81

–287,81

–273,92

5

 

5326,86

5326,86

5366,82

5079,00

9,00%

39,95

   

247,86

39,95

287,81

0,00

287,81

–287,81

–270,56

6

 

5079,00

5079,00

5117,10

4829,28

9,00%

38,09

   

249,72

38,09

287,81

0,00

287,81

–287,81

–267,23

7

 

4829,28

4829,28

4865,50

4577,69

9,00%

36,22

   

251,59

36,22

287,81

0,00

287,81

–287,81

–263,95

8

 

4577,69

4577,69

4612,02

4324,21

9,00%

34,33

   

253,48

34,33

287,81

0,00

287,81

–287,81

–260,70

9

 

4324,21

4324,21

4356,64

4068,82

9,00%

32,43

   

255,38

32,43

287,81

0,00

287,81

–287,81

–257,50

10

 

4068,82

4068,82

4099,34

3811,53

9,00%

30,52

   

257,30

30,52

287,81

0,00

287,81

–287,81

–254,34

11

 

3811,53

3811,53

3840,11

3552,30

9,00%

28,59

   

259,23

28,59

287,81

0,00

287,81

–287,81

–251,21

12

 

3552,30

3552,30

3578,94

3291,13

9,00%

26,64

   

261,17

26,64

287,81

0,00

287,81

–287,81

–248,13

13

 

3291,13

3291,13

3315,81

3028,00

9,00%

24,68

   

263,13

24,68

287,81

0,00

287,81

–287,81

–245,08

14

 

3028,00

3028,00

3050,71

2762,89

9,00%

22,71

   

265,10

22,71

287,81

0,00

287,81

–287,81

–242,06

15

 

2762,89

2762,89

2783,61

2495,80

9,00%

20,72

   

267,09

20,72

287,81

0,00

287,81

–287,81

–239,09

16

 

2495,80

2495,80

2514,52

2226,70

9,00%

18,72

   

269,10

18,72

287,81

0,00

287,81

–287,81

–236,15

17

 

2226,70

2226,70

2243,40

1955,59

9,00%

16,70

   

271,11

16,70

287,81

0,00

287,81

–287,81

–233,25

18

 

1955,59

1955,59

1970,26

1682,44

9,00%

14,67

   

273,15

14,67

287,81

0,00

287,81

–287,81

–230,38

19

 

1682,44

1682,44

1695,06

1407,25

9,00%

12,62

   

275,20

12,62

287,81

0,00

287,81

–287,81

–227,55

20

 

1407,25

1407,25

1417,80

1129,99

9,00%

10,55

   

277,26

10,55

287,81

0,00

287,81

–287,81

–224,76

21

 

1129,99

1129,99

1138,46

850,65

9,00%

8,47

   

279,34

8,47

287,81

0,00

287,81

–287,81

–222,00

22

 

850,65

850,65

857,03

569,22

9,00%

6,38

   

281,43

6,38

287,81

0,00

287,81

–287,81

–219,27

23

 

569,22

569,22

573,49

285,67

9,00%

4,27

   

283,54

4,27

287,81

0,00

287,81

–287,81

–216,57

24

 

285,67

285,67

287,81

0,00

9,00%

2,14

   

285,67

2,14

287,81

0,00

287,81

–287,81

–213,91

De totale kosten van het krediet zijn € 967,44. Het jaarlijks kostenpercentage is 16,0%.

Voorbeeld financiering auto

Een krediet wordt aangegaan voor de aanschaf van een auto die € 20.000 waard is. 50% van de prijs moet ineens worden betaald bij het sluiten van de overeenkomst. De overige afbetalingen vinden plaats in twee jaren, de eerste in 23 gelijke termijnen, de laatste betaling is 10% van de aanschafprijs van de auto. De rente is 9% nominaal. De administratiekosten zijn € 60 en moeten worden voldaan bij het aangaan van de overeenkomst.

De tabel ziet er als volgt uit:6

   

Balance

Interest on capital

Other costs

Payments

Cash flows

Period

Drawdowns

Initial

Outstanding (only capital)

Outstanding (capital plus interest)

Final

Borrowing rate (%)

Interest charges

Not financed

Financed

Repayment of the credit

Costs not financed

Total

Value at each period

Present value

   

Capital amortisat.

Interest

Total

0

10000,00

     

10000,00

   

60,00

       

60,00

60,00

9940,00

9940,00

1

 

10000,00

10000,00

10075,00

9679,42

9,00%

75,00

   

320,58

75,00

395,58

0,00

395,58

–395,58

–392,46

2

 

9679,42

9679,42

9752,01

9356,43

9,00%

72,60

   

322,99

72,60

395,58

0,00

395,58

–395,58

–389,37

3

 

9356,43

9356,43

9426,60

9031,02

9,00%

70,17

   

325,41

70,17

395,58

0,00

395,58

–395,58

–386,30

4

 

9031,02

9031,02

9098,75

8703,17

9,00%

67,73

   

327,85

67,73

395,58

0,00

395,58

–395,58

–383,26

5

 

8703,17

8703,17

8768,44

8372,86

9,00%

65,27

   

330,31

65,27

395,58

0,00

395,58

–395,58

–380,24

6

 

8372,86

8372,86

8435,66

8040,07

9,00%

62,80

   

332,79

62,80

395,58

0,00

395,58

–395,58

–377,24

7

 

8040,07

8040,07

8100,37

7704,79

9,00%

60,30

   

335,28

60,30

395,58

0,00

395,58

–395,58

–374,27

8

 

7704,79

7704,79

7762,58

7366,99

9,00%

57,79

   

337,80

57,79

395,58

0,00

395,58

–395,58

–371,32

9

 

7366,99

7366,99

7422,25

7026,66

9,00%

55,25

   

340,33

55,25

395,58

0,00

395,58

–395,58

–368,40

10

 

7026,66

7026,66

7079,36

6683,78

9,00%

52,70

   

342,88

52,70

395,58

0,00

395,58

–395,58

–365,49

11

 

6683,78

6683,78

6733,91

6338,32

9,00%

50,13

   

345,45

50,13

395,58

0,00

395,58

–395,58

–362,61

12

 

6338,32

6338,32

6385,86

5990,28

9,00%

47,54

   

348,05

47,54

395,58

0,00

395,58

–395,58

–359,76

13

 

5990,28

5990,28

6035,21

5639,62

9,00%

44,93

   

350,66

44,93

395,58

0,00

395,58

–395,58

–356,92

14

 

5639,62

5639,62

5681,92

5286,34

9,00%

42,30

   

353,29

42,30

395,58

0,00

395,58

–395,58

–354,11

15

 

5286,34

5286,34

5325,98

4930,40

9,00%

39,65

   

355,94

39,65

395,58

0,00

395,58

–395,58

–351,32

16

 

4930,40

4930,40

4967,38

4571,80

9,00%

36,98

   

358,61

36,98

395,58

0,00

395,58

–395,58

–348,55

17

 

4571,80

4571,80

4606,08

4210,50

9,00%

34,29

   

361,29

34,29

395,58

0,00

395,58

–395,58

–345,81

18

 

4210,50

4210,50

4242,08

3846,50

9,00%

31,58

   

364,00

31,58

395,58

0,00

395,58

–395,58

–343,08

19

 

3846,50

3846,50

3875,34

3479,76

9,00%

28,85

   

366,73

28,85

395,58

0,00

395,58

–395,58

–340,38

20

 

3479,76

3479,76

3505,86

3110,28

9,00%

26,10

   

369,48

26,10

395,58

0,00

395,58

–395,58

–337,70

21

 

3110,28

3110,28

3133,60

2738,02

9,00%

23,33

   

372,26

23,33

395,58

0,00

395,58

–395,58

–335,04

22

 

2738,02

2738,02

2758,56

2362,97

9,00%

20,54

   

375,05

20,54

395,58

0,00

395,58

–395,58

–332,40

23

 

2362,97

2362,97

2380,69

1985,11

9,00%

17,72

   

377,86

17,72

395,58

0,00

395,58

–395,58

–329,78

24

 

1985,11

1985,11

2000,00

0,00

9,00%

14,89

   

1985,11

14,89

2000,00

0,00

2000,00

–2000,00

–1654,18

De 23 gelijke termijnen bedragen € 395,58. De 24e termijn is € 2000. De totale kosten van het krediet zijn € 1158,34. Het jaarlijks kostenpercentage is 10,0%.

Onderdelen X en Y

Er zijn drie nieuwe bijlagen toegevoegd. Bestaande bijlagen zijn hierdoor verletterd. Bijlage D is de Europese standaardinformatie voor consumptief krediet zoals die ook is opgenomen in bijlage II van de richtlijn. Dit formulier wordt gehanteerd voor de precontractuele informatie voor reguliere consumptief kredieten. In bijlage E is de verkorte standaardinformatie opgenomen die bij geoorloofde debetstanden korter dan drie maanden kan worden gehanteerd. Dit formulier komt overeen met bijlage III van de richtlijn. In bijlage F is de standaardinformatie opgenomen die kan worden gebruikt bij effectenkrediet. De richtlijn laat de ruimte onverlet om voor deze kredietvorm regels te stellen. Bij deze vorm van krediet zijn niet alle onderdelen van de precontractuele informatie relevant, terwijl het voor consumenten wel behulpzaam is om op een gestandaardiseerde wijze informatie te ontvangen. De consument kan daarmee beter beoordelen of het effectenkrediet voor hem geschikt is en effectenkredieten van verschillende aanbieders met elkaar vergelijken.

Artikel II

Onderdelen A en B

Artikel 1, onderdeel j, en hoofdstuk 4 van het Besluit kredietvergoeding zijn vervallen, omdat de vervroegde aflossing, het onderwerp dat op grond van dat onderdeel en hoofdstuk wordt geregeld, thans op grond van het nieuwe artikel 67 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt geregeld.

Onderdeel C

De richtlijn laat lidstaten de ruimte om een maximum te stellen met betrekking tot de kredietvergoeding. Nederland kent al een maximumkredietvergoeding en handhaaft deze. Op dit moment is de effectieve kredietvergoeding gemaximeerd. Op termijn is het de intentie om het jaarlijks kostenpercentage te maximeren. De komende periode zullen de verschillen tussen de effectieve kredietvergoeding zoals die in de praktijk ook wordt gehanteerd en het jaarlijks kostenpercentage uit de richtlijn worden onderzocht. Naar aanleiding daarvan zal worden bezien of het maximum aanpassing behoeft. In de overgangsperiode geldt artikel 16a. Op basis van dit artikel kunnen aanbieders van krediet ervoor kiezen om een jaarlijks kostenpercentage te hanteren dat niet boven de 12% plus wettelijke rente uitgaat. In dat geval hoeft de effectieve kredietvergoeding niet vermeld te worden. Tussen de definities van het jaarlijks kostenpercentage en de effectieve kredietvergoeding bestaan een aantal verschillen. De belangrijkste verschillen zijn incassokosten, advieskosten en kosten voor nevendiensten. Overigens zijn bij deze kosten niet de «naam» die aan de kosten wordt gegeven relevant, maar het materiële doel van de kosten en de samenhang met het krediet is doorslaggevend. Door de wijzigingen in de definitie van krediet vallen onder andere ook kredieten met een looptijd korter dan drie maanden onder de maximum kredietvergoeding. Zogenoemde flitskredieten moeten daardoor ook de maximum kredietvergoeding toepassen. Consumenten kunnen op basis van het Besluit kredietvergoeding in combinatie met de Wet op het consumentenkrediet de kredietvergoeding aanvechten. De Autoriteit Financiële Markten heeft de bevoegdheid om op te treden tegen te hoge kredietvergoedingen op grond van de Wft en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.

Artikel III

Het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt technisch aangepast naar aanleiding van de wijzigingen in de Wft en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft als gevolg van de implementatie van de richtlijn.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking gelijktijdig met de wet houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L 133).

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager


X Noot
1

Richtlijn nr. 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (PbEG L 271).

X Noot
2

http://ec.europa.eu/consumers/rights/fin_serv_en.htm.

X Noot
3

De begrippen uit de tabel worden als volgt vertaald. Period = periode; drawdown = opname; balance = tegoed; initial = oorspronkelijk; outstandiging (only capital) = uitstaand kapitaal; outstanding (capital plus interest) = uitstaand kapitaal inclusief rente; final = uiteindelijk; interest on-capital = rente; borrowing rate = rentepercentage; interest charges = rentekosten; other costs = overige kosten; not-financed = niet meegefinancieerd; financed =gefinancieerd; payments = betalingen; repayment of the credits = terugbetaling; capital amortisat = geamortiseerd kapitaal; interest = rente; total = totaal; cash flow = cash flow; present value = contante waarde.

X Noot
4

Het is uiteraard niet verplicht om die koopsom af te sluiten bij die aanbieder, de consument zou ook een betalingsbeschermer bij een andere aanbieder kunnen afsluiten.

X Noot
5

Zie voetnoot 2 voor een vertaling van de begrippen.

X Noot
6

Zie voetnoot 2 voor een vertaling van de begrippen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven