Besluit van 9 mei 2011 tot instelling van de voortgangscommissie Curaçao

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 april 2011 nr. 2011-2000153567;

Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten;

Artikel 10 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. Er is een voortgangscommissie Curaçao.

  • 2. De commissie heeft zetel in Curaçao.

Artikel 2

Tot lid van deze commissie worden benoemd:

  • de heer C.A. Peterson, benoemd in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers van Curaçao op aanbeveling van Onze Minister-President van Curaçao,

  • mevrouw D. Mulock Houwer, benoemd in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers van Nederland op aanbeveling van Onze Minister-President van Nederland, en

  • de heer M.J.H. Marijnen, benoemd in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers van Curaçao en met het gevoelen van de raad van ministers van Nederland, tevens voorzitter.

Artikel 3

  • 1. De leden worden benoemd voor de periode van de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 10 oktober 2012.

  • 2. Indien de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten op grond van artikel 42 van die algemene maatregel van rijksbestuur wordt verlengd, wordt de benoemingstermijn, bedoeld in het eerste lid, van rechtswege met twee jaar verlengd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad en in het Publicatieblad van Curaçao zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 mei 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De bevolkingen van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten hebben zich in referenda uitgesproken om te komen tot een nieuwe status binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Naar aanleiding daarvan is tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba overeengekomen dat Curaçao en Sint Maarten als nieuwe landen binnen het Koninkrijk verder zullen gaan.

Met Curaçao is overeengekomen dat voor de landstaken die niet of onvoldoende overeenkomstig de overeengekomen criteria kunnen worden uitgevoerd, plannen van aanpak voor de uitvoering van die landstaken worden gemaakt. Curaçao heeft plannen van aanpak voor de politie en de gevangenis voorbereid. Die plannen zijn bij de Slot-Ronde Tafelconferentie van 9 september 2010 bekrachtigd. De voortgang van die plannen zal gedurende twee jaar worden gevolgd door een voortgangscommissie.

Bij dit Koninklijk Besluit wordt de voortgangscommissie Curaçao ingesteld, die in het land Curaçao zetelt. Daarnaast worden bij dit besluit de drie leden van de voortgangscommissie benoemd. Deze leden voldoen aan de vereisten van deskundigheid en ervaring op het gebied van overheidsorganisaties. De benoeming is voor de periode gedurende welke de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten van kracht is. Indien dat besluit wordt verlengd, wordt de benoeming van rechtswege verlengd voor de duur van die verlenging.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven