Besluit van 20 april 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal onderdelen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, van de wet van 14 februari 2009 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Stb. 110) en van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (aanvullingen in verband met Europese richtlijnen) (Stb. 2011, 2)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 7 april 2011, nr. BJZ2011041729, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken i.o.;

Gelet op artikel 47 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, artikel III van de wet van 14 februari 2009 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Stb. 110) en artikel III van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (aanvullingen in verband met Europese richtlijnen) (Stb. 2011, 2);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juli 2011 treden in de hieronder aangegeven volgorde in werking:

  • a. paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

  • b. artikel I, onderdelen Q en R, van de wet van 14 februari 2009 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Stb. 110);

  • c. artikel I, onderdeel A, van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (aanvullingen in verband met Europese richtlijnen) (Stb. 2011, 2).

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 april 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zesde mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit bevat de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding – 1 juli 2011 – van enige onderdelen van drie wetten met betrekking tot de basisregistraties adressen en gebouwen. Dit tijdstip is één van de zogeheten vaste verandermomenten voor regelgeving.

De Wet basisregistraties adressen en gebouwen is met ingang van 1 juli 2009 in werking getreden, met uitzondering van paragraaf 2 van hoofdstuk 5 en de artikelen 42, 43 en 44. In dat verband wordt verwezen naar het desbetreffende inwerkingtredingsbesluit van 15 juni 2009 (Stb. 257). In de nota van toelichting bij dat besluit is er al op gewezen dat paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, die de bepalingen bevat met betrekking tot het verplichte gebruik van de in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie opgenomen authentieke gegevens en op het daarmee samenhangende principe van de eenmalige inwinning van die gegevens, vanaf medio 2011 zal gelden. Het onderhavige besluit bevat de hiervoor benodigde vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding.

Het onderhavige besluit voorziet tevens in de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Q en R, van de wet van 14 februari 2009 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Stb. 110). Deze artikelonderdelen wijzigen de artikelen waaruit paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen bestaat, te weten de artikelen 35 en 36, en dienen daarom op hetzelfde tijdstip als die artikelen in werking te treden.

Daarnaast voorziet het onderhavige besluit in de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (aanvullingen in verband met Europese richtlijnen) (Stb. 2011, 2). Deze wet wijzigt een aantal artikelen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en bovengenoemde wijzigingswet van 14 februari 2009 in verband met een tweetal Europese richtlijnen. Artikel I, onderdeel A, heeft betrekking op het met ingang van 1 juli 2009 in werking getreden artikel 32 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en treedt eveneens met ingang van 1 juli 2011 in werking. De overige onderdelen van de wijzigingswet van 2 december 2010 hebben betrekking op de nog niet in werking getreden artikelen 42, 43 en 44 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, die zien op de periodieke controle van de gemeentelijke basisregistraties adressen en gebouwen, en op de eveneens nog niet in werking getreden wijzigingen van die artikelen in de wijzigingswet van 14 februari 2009. Dit samenstel van artikelen zal op een later tijdstip in werking treden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven