Besluit van 11 april 2011, houdende regels met betrekking tot productvoorschriften voor Lucky Bamboo (Warenwetbesluit Lucky Bamboo)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 december 2010, kenmerk DWJZ/SWW-3039313, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, 9, onder b, en 32b van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 januari 2011, nummer W.13.10.0555/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 april 2011, kenmerk DWJZ/G&E-3058832, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. Lucky Bamboo:

    een sierplant met de wetenschappelijke naam Dracaena sanderiana,met inbegrip van het materiaal waarin de plant zich bevindt;

    b. tijgermug:

    een insect met de wetenschappelijke naam Aedes albopictus, alsmede de eitjes, de larven en de poppen daarvan;

    c. afgescheiden ruimte:

    een ruimte die door dichte afscheidingen van de omgeving gescheiden is.

  • 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt een partij Lucky Bamboo gelijkgesteld met een plant.

Artikel 2

Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld in de artikelen 3 en 4.

Artikel 3

Lucky Bamboo:

  • a. wordt vanuit derde landen binnen Nederlands grondgebied gebracht en verder vervoerd in gesloten containers, waarbij de eerste opening in Nederland uitsluitend plaatsvindt in een afgescheiden ruimte;

  • b. verlaat de afgescheiden ruimte niet eerder dan dat afdoende behandeling heeft plaatsgevonden met een biocide of een ander middel dat geschikt is om de planten vrij te maken van de volwassen tijgermug;

  • d. verlaat de afgescheiden ruimte niet eerder dan dat afdoende behandeling heeft plaatsgevonden met een biocide of een ander middel dat geschikt is om de planten vrij te maken van de larven van de tijgermug;

  • e. wordt, gedurende de periode dat Lucky Bamboo zich in de afgescheiden ruimte bevindt, bij elke watertoevoeging steeds behandeld met het onder d bedoelde biocide of middel, door dit biocide of middel aan het water toe te voegen;

Artikel 4

  • 1. Voor de behandeling, bedoeld in artikel 3, beschikt de verhandelaar over een bestrijdingsplan.

  • 2. De verhandelaar beschikt voorts over een administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van het bestrijdingsplan op een systematische wijze zijn vastgelegd.

Artikel 5

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het onderdeel Inhoud wordt na rubriek C-44 een rubriek ingevoegd, luidende:

C-45

Warenwetbesluit Lucky Bamboo

2. In het onderdeel Omschrijving van de overtreding wordt na rubriek C-43.1.4 een rubriek met bijbehorende vermeldingen ingevoegd:

C-45

Warenwetbesluit Lucky Bamboo

  

C-45.1.1

art. 2 jo. art. 3

€ 1590

€ 2100

C-45.2.1

art. 2 jo. art. 4 lid 1

€ 1590

€ 2100

C-45.2.2

art. 2 jo. art. 4 lid 2

€ 1590

€ 2100

Artikel 6

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 5 in werking met ingang van 8 weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Lucky Bamboo.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 april 2011

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Uitgegeven de derde mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit treedt in de plaats van de spoedregeling Tijdelijke Warenwetregeling productvoorschriften Lucky Bamboo (hierna: Tijdelijke Warenwetregeling) die op 22 januari 2011 van rechtswege is vervallen.

Met de import van Lucky Bamboo-planten vanuit derde landen (landen die niet lid zijn van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte) wordt tevens de Aziatische tijgermug (hierna: tijgermug) geïmporteerd. In een partij planten (inclusief groeimedia) komen vaak eitjes, larven en poppen van deze mug voor. Tijdens het vervoer en in de kassen kunnen deze eitjes, larven en poppen zich ontwikkelen tot muggen. De planten zijn afkomstig uit gebieden waar het dengue virus endemisch is en verspreid wordt door de tijgermug. Bovendien is de mug een bewezen vector voor verschillende andere voor de mens gevaarlijke ziektes. Vestiging van de tijgermug in Nederland moet worden tegengegaan, omdat de mug als mogelijke verspreider van die gevaarlijke ziektes een bedreiging is voor de volksgezondheid. Waar in deze toelichting gesproken wordt over tijgermuggen, wordt daarbij tevens gedoeld op de eitjes, larven en poppen daarvan.

Gevaren voor de volksgezondheid

De tijgermug kan door zijn agressieve bijtgedrag grote overlast bezorgen bij de bevolking. Hoewel er rekening mee moet worden gehouden dat de tijgermug zich op termijn vanuit Zuid-Europa richting Nederland verspreidt, kan door het treffen van de nodige maatregelen tegen de verspreiding via Lucky Bamboo voorkomen worden dat van deze mug een meer dan onvermijdelijke dreiging uitgaat. Daarmee wordt ook voorkomen dat eerder dan strikt noodzakelijk grootschalige bestrijdingscampagnes dienen plaats te vinden, zoals nu bijvoorbeeld in Spanje, Italië en Frankrijk aan de orde zijn.

De voordelen voor de volksgezondheid wegen ruimschoots op tegen de nadelen van de opgelegde productvoorschriften. Deze regeling strekt er immers toe de kans dat personen door de tijgermug worden gestoken, en daardoor ernstig ziek worden, tot een minimum te beperken. Daarbij speelt nog mee dat beperkingen waaraan de handel in Lucky Bamboo wordt onderworpen weinig meer belastend zijn dan de beperkingen die de verhandelaars reeds op grond van de Tijdelijke regeling ondervonden.

Voortraject

In oktober 2007 is met alle gevestigde importeurs van Lucky Bamboo in een convenant afgesproken dat zij de planten vrij van tijgermuggen importeren (Stcrt. 2007, 224). Uit de monitoring in de kassen door de Plantenziektenkundige Dienst (PD), in opdracht van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), bleek dat in de periode vanaf juni 2008 bij diverse importeurs toch tijgermuggen zijn gevangen. De importeurs zijn hier onmiddellijk per brief op aangesproken. Dit heeft echter niet geleid tot een nulvangst van tijgermuggen. Omdat de inspanningsverplichting in het convenant niet het gewenste resultaat opleverde, waren ingrijpender maatregelen noodzakelijk.

Het RIVM adviseerde in september 2008 dan ook om de huidige afspraken in het convenant om te zetten in wetgeving, zodat naleving van de afspraken om import van de tijgermug te voorkomen ook daadwerkelijk gehandhaafd kan worden.1 Dit heeft geleid tot de hiervoor genoemde Tijdelijke Warenwetregeling, gebaseerd op artikel 15, eerste lid, van de Warenwet. Sinds de inwerkingtreding van deze regeling zijn minder tijgermuggen gevangen. Het beleid is derhalve effectief te noemen.

Voorschriften

Het ligt voor de hand dat de betrokken verhandelaars reeds op basis van het convenant en de latere Tijdelijke Warenwetregeling sluitende afspraken hebben gemaakt met hun leveranciers in het land van herkomst over de wijze van vervoer van Lucky Bamboo op een manier waarop eventueel aanwezige tijgermuggen in de container opgesloten blijven. Op grond van dit besluit rust op iedere verhandelaar de verplichting om de – eerst op het convenant, en later op de Tijdelijke Warenwetregeling gebaseerde – huidige praktijk te continueren, inzoverre dat Lucky Bamboo vanuit derde landen in gesloten containers binnen Nederland wordt gebracht, en deze containers pas geopend worden wanneer zij in een afgescheiden ruimte gearriveerd zijn.

Ten opzichte van de Tijdelijke Warenwetregeling is de verplichting om Lucky Bamboo vrij van tijgermuggen te verhandelen niet meer opgenomen, omdat de toezicht en handhaving van het voorschrift, waar het de import betreft, niet uitvoerbaar bleek.

De verhandelaar dient de planten bij aankomst in de locatie te bestrijden met zowel een biocide of ander middel dat geschikt is om de planten vrij te maken van de volwassen tijgermug, als een biocide of ander middel dat de larven van de tijgermug bestrijdt. De eitjes en larven zijn lastiger te detecteren en moeilijker te bestrijden dan de volwassen muggen. De eitjes van de tijgermug ontwikkelen zich voor het grootste deel binnen 48 uur nadat zij met vocht in aanraking zijn gekomen tot larven. Mogelijk aanwezige eitjes zullen daardoor binnen de tijd dat de planten worden opgekweekt, tot ontwikkeling komen. Het biocide of ander middel tegen larven moet daarom tevens bij elke watertoevoeging aan de plant worden ingezet. Bij een behoorlijk bestrijdingplan, waarin voornoemde verplichtingen geïmplementeerd zijn, wordt het niet mogelijk geacht dat de tijgermug, in welk stadium van zijn levenscyclus dan ook, zijn verblijf in de kassen overleeft.

Het staat verhandelaren van Lucky Bamboo vrij te bepalen welk biocide of ander middel zij wensen aan te wenden, mits deze effectief is en voor deze toepassing is toegelaten. Zonder behandeling met een dergelijk biocide of andere middelen kan de Lucky Bamboo niet meer worden verhandeld.

Zo nodig kunnen verhandelaren zelf bevorderen dat de nodige toelatingen van benodigde biociden of andere middelen op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden aangevraagd, onderscheidenlijk dat de toelating voor reeds toegelaten middelen wordt uitgebreid. Besloten is dat de minister van Inrastructuur en Milieu vanaf 1 juni 2011 geen ontheffing meer verleent voor biociden of andere middelen, tenzij reeds een formele aanvraag tot toelating in behandeling is bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Toezicht en handhaving

Door de verbodsbepalingen van deze regeling op te nemen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten, wordt voorzien in de bevoegdheid van de minister om bij een geconstateerde overtreding een bestuurlijke boete op te leggen. Toezicht op de naleving van dit besluit berust, naast de controleambtenaren van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA), ook bij de controleambtenaren van de PD (Stcrt. 2009, 855). Deze toezichthouders zijn bevoegd tot het opstellen van boeterapporten, waarna de oplegging en afwikkeling van de bestuurlijke boete ingevolge de Mandaatregeling VWS via de VWA verloopt.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger. De effecten voor de bedrijven zijn zeer beperkt.

De plicht om een bestrijdingplan op te stellen gaat gepaard met een verhoging van de administratieve lasten van (8 uur x € 37,– x 8 bedrijven =) € 2048,–. De plicht om een administratie te voeren van de bestrijdingsmaatregelen gaat gepaard met een verhoging van de administratieve lasten van ((5 minuten x 26 maal = 2,2 uur) x € 24,– x 8 bedrijven =) € 416,–.

De financiële gevolgen zijn eveneens beperkt omdat de geadviseerde biociden goedkope bestrijdingsmiddelen zijn.

Overgangsrecht

De strekking van dit besluit komt overeen met die van de Tijdelijke Warenwetregeling die van 22 januari 2009 tot 22 januari 2011 heeft gegolden. Aangezien de praktijk zich reeds aan de voorschriften van de Tijdelijke Warenwetregeling heeft aangepast, en deze regeling slechts enkele procedurele aanpassingen binnen de reeds bestaande productvoorschriften met zich meebrengt, kunnen deze aanpassingen meteen worden toegepast binnen de werkwijze die de verhandelaars reeds hanteren. Een overgangsregeling is derhalve niet noodzakelijk.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2. Waar nodig en voor zover mogelijk is rekening gehouden met het daaruit voortgekomen commentaar. Onder meer is, in lijn met dit commentaar, gekozen voor verzwaring van de bestuurlijk boeten, vanwege de omzet die in de regel met Lucky Bamboo wordt behaald.

Notificatie aan de Europese Commissie (richtlijn 98/34/EG)

Het ontwerp van deze regeling is op 23 december 2010 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2010-0804-NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). De notificatietermijn verliep op 24 maart 2011. Er zijn geen reacties ontvangen.

De notificatie aan de Europese Commissie was noodzakelijk, aangezien de regeling technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 98/34/EG. Voor zover dit besluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van de volksgezondheid.

WTO-notificatie

Ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235), is het ontwerp van deze regeling ten behoeve van de SPS-notificatie (sanitary and phytosanitary measures) gemeld aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie. Van deze notificatie was ten tijde van de publicatie van deze nota nog geen notificatienummer bekend.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Een afgescheiden ruimte in de zin van dit besluit is permanent of semi-permanent gescheiden van andere ruimten. Er worden geen eisen gesteld aan de wijze waarop de afgescheiden ruimte van de omgeving gescheiden wordt of kan worden, zolang deze geschikt is om eventuele uit de Lucky Bamboo vrijkomende muggen in de afgescheiden ruimte gevangen te houden. De afscheiding kan bijvoorbeeld gevormd worden door een beweegbare afsluiting. Een loshangend plastic zeil is in dit geval niet voldoende; een rolwand of -gordijn kan dit wel zijn.

Het is aan de toezichthouder om te bepalen of de afgescheiden ruimte van de verhandelaar geschikt is om als zodanig gebruikt te worden.

Artikel 3

Van de verhandelaar die als eerste een geïmporteerde container Lucky Bamboo opent, worden extra handelingen gevergd. Ter bestrijding van de tijgermug moet Lucky Bamboo bij ontvangst van de containers afdoende met biociden of andere middelen worden behandeld. Het gaat om behandeling in de afgescheiden ruimte met een biocide of ander middel dat geschikt is om de planten vrij te maken van adulten en een biocide of ander middel voor behandeling tegen larven. Daarnaast moet bij elke watertoevoeging in die ruimte het biocide of ander middel tegen larven aan dat water worden toegevoegd. Een en ander wordt geregistreerd in het bestrijdingsplan (zie onder artikel 4).

Wat een afdoende behandeling inhoudt, hangt af van meerdere factoren. De toezichthouder zal onder andere aan de hand van het middel en het gebruik daarvan (overeenkomstig het wettelijk gebruiksvoorschrift en de gebruiksaanwijzing), de hoeveelheid planten, de mugvangst en het bestrijdingsplan moeten beoordelen of de behandeling «afdoende» is.

De verplichting tot een afdoende behandeling in een afgescheiden ruimte biedt voldoende zekerheid dat Lucky Bamboo mugvrij is op het moment dat het verder de handelsketen in gaat.

Artikel 4

Dat het bestrijdingsplan moet leiden tot een afdoende behandeling, brengt mee dat het plan ten minste een weergave moet bevatten van de aan te wenden biociden of andere middelen, en de wijze waarop en de frequentie waarmee deze worden ingezet om Lucky Bamboo vrij te maken van adulten en larven.

De verhandelaar is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van een bestrijdingsplan en het voeren van een behoorlijke administratie daaromtrent. Een ontoereikend bestrijdingsplan leidt tot overtreding van het eerste lid.

Artikel 5

Middels dit artikel zijn enkele wijzigingen aangebracht in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Deze leiden ertoe dat elke overtreding van de voorschriften neergelegd in dit besluit kan worden gesanctioneerd met een bestuurlijke boete van € 1590,– voor kleine bedrijven (50 of minder werknemers), onderscheidenlijk een bestuurlijke boete van € 2100,– voor grote bedrijven (meer dan 50 werknemers).

Verhandeling van Lucky Bamboo zonder preventieve maatregelen vormt een grote bedreiging voor de volksgezondheid. Het betreft hier de bestrijding van een mug, die verspreider is van diverse voor de mens gevaarlijke ziekten. Deze ziekten kennen potentieel een zeer ernstig ziekteverloop en een risico op overlijden. Introductie van de tijgermug via de import van Lucky Bamboo kan voorts onomkeerbare gevolgen hebben. Indien de mug zich daadwerkelijk vestigt in Nederland, is bestrijding van de mug moeilijker, wellicht zelfs onmogelijk.

Bij een regeling die erop gericht is de risico’s voor de volksgezondheid tot het minimum te beperken, hoort een sanctie die voelbaar is. Aangezien de handel in Lucky Bamboo een economische waarde van miljoenen per jaar vertegenwoordigt, moet vanuit het oogpunt van preventie de op te leggen boete bij niet-naleving zodanig hoog zijn, dat niet-naleving niet kan worden ingecalculeerd als bedrijfsrisico. Voorts wordt in de hoogte van het boetebedrag ook de ernst van de bedreiging voor de volksgezondheid tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6

Bij de inwerkingtreding van dit besluit is afgeweken van vaste verandermomenten. Hiertoe is besloten omdat de Tijdelijke Warenwetregeling per 22 januari 2011 van rechtswege is vervallen, waardoor tot de inwerkingtreding van dit besluit tijdelijk geen voorschriften golden. Inachtneming van vaste verandermomenten zou hebben geleid tot een langere periode zonder voorschriften, hetgeen gezien de doelstelling van dit besluit onacceptabel was.

Het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 5 van dit besluit is gekozen met inachtneming van artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 9 september 2008.

X Noot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), van de VWA, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven