Besluit van 26 februari 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering) en van het Besluit van 26 februari 2011 houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 februari 2011, Z/VV-3051102;

Gelet op artikel XIII van de Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering) en op artikel II van het Besluit van 26 februari 2011 houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering), treedt in werking met ingang van 15 maart 2011, met uitzondering van artikel IX, dat in werking treedt met ingang van 1 mei 2011.

  • 2. Artikel II, onderdelen P en S, en artikel X werken terug tot en met 18 mei 2010.

Artikel 2

Het Besluit van 26 februari 2011 houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank, treedt in werking met ingang van 15 maart 2011.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 februari 2011

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Uitgegeven de achtste maart 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De artikelen van de Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering), treden in werking op 15 maart 2011.

Met ingang van dezelfde datum treden de hiermee samenhangende wijzigingen in het Besluit van 26 februari 2011 houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank, in werking.

In afwijking van het bovenstaande treedt echter de artikel IX van de «wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering», welk artikel ervoor zorgt dat verzekeringsplichtigen die nu op twee of meer zorgverzekeringen verzekerd zijn er slechts één overhouden, in werking met ingang van 1 mei 2011. De reden hiervan is dat verzekeraars enige tijd nodig hebben om betrokkenen van het eindigen van hun dubbele verzekeringen op de hoogte te stellen. Bovendien dienen de ouders van minderjarigen enige tijd dienen te krijgen om de zorgverzekering aan te wijzen die door moet blijven lopen (zie art. IX, tweede en derde lid) terwijl het daarnaast wenselijk is dat volwassenen enige tijd krijgen om zich in te stellen op het feit dat slechts hun eerstgesloten zorgverzekering blijft bestaan (art. IX, eerste lid).

Bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel «opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering» in de Tweede Kamer is op 18 mei 2010 een motie van CDA-fractielid Smilde1 aangenomen, die de regering verzocht het boete-artikel (artikel 96 Zvw) met terugwerkende kracht tot en met laatstbedoelde datum te laten vervallen, zodat onverzekerden geen boete opgelegd krijgen als zij zich tussen 18 mei 2010 en de inwerkingtreding van de wet alsnog zouden verzekeren. Om deze motie uit te kunnen voeren, was aanvaarding van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer een voorwaarde. Ter voorkoming van de situatie dat alle boetes opgelegd tussen 18 mei 2010 en de inwerkingtreding van de wet, teruggedraaid zouden moeten worden, werden deze zaken aangehouden. Nu de wet is aangenomen, kunnen deze zaken definitief gesloten worden. Voor verdragsgerechtigden (artikel 69 Zvw) geldt met terugwerkende kracht tot en met 18 mei 2010 dat de nieuwe, in artikel 69, derde lid, Zvw opgelegde boete zal worden opgelegd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 32 150, nr. 9.

Naar boven