Besluit van 26 februari 2011, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met het overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 juni 2010, kenmerk Z/VV-3007488 gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op 5, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juni 2010, nummer W13.10.0251/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 februari 2011, Z/VV-3046742, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 21, zesde lid, wordt «Het College zorgverzekeringen» vervangen door: De Sociale verzekeringsbank en wordt «bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid» vervangen door: bedoeld in het eerste, tweede, derde of vierde lid.

B

Artikel 21a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid, wordt «het College zorgverzekeringen» telkens vervangen door: de Sociale verzekeringsbank.

2. In het derde lid, wordt «Het College zorgverzekeringen» vervangen door: De Sociale verzekeringsbank.

3. In het vierde lid vervalt de zin: Indien de aanvraag voor de ontheffing voor 1 mei 2006 wordt ingediend door een persoon die op 31 december 2005 aan de in het eerste lid gestelde voorwaarde voldoet, gaat de ontheffing in met ingang van 1 januari 2006.

C

Artikel 21b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Het vijfde tot en met zevende lid worden vernummerd tot het vierde tot en met zesde lid.

3. In het vierde lid (nieuw) vervalt: , maar niet eerder dan 1 januari 2006.

4. In het vijfde lid (nieuw) vervalt: of vijfde.

5. Het achtste lid vervalt.

D

Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 28a

Door het College zorgverzekeringen voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven verklaringen als bedoeld in artikel 21 en verleende ontheffingen als bedoeld in artikel 21a, worden aangemerkt als door de Sociale verzekeringsbank op grond van de desbetreffende artikelen afgegeven verklaringen en ontheffingen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 26 februari 2011

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Uitgegeven de achtste maart 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In artikel 21 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (BUBKVV 1999) staat dat bepaalde groepen ingezetenen niet verzekerd zijn op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In het zesde lid van dat artikel staat dat het College zorgverzekeringen (CVZ) desgevraagd een verklaring afgeeft waaruit dat blijkt.

Daarnaast bevatten de artikelen 21a en 21b van het BUBKVV 1999 de mogelijkheid dat het CVZ of de SVB op verzoek ontheffing van de AWBZ-verzekering of van alle volksverzekeringen verlenen. De ontheffing zal blijken uit een door het CVZ, resp. de SVB af te geven ontheffingsbesluit.

In het wetsvoorstel houdende Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering) (Kamerstukken II 2009/10, nrs. 1–3 e.v.), is aangegeven dat de regering het wenselijk acht dat er één instantie is die vaststelt of iemand AWBZ-verzekerd is. Aangezien de kring van verzekerden voor alle volksverzekeringen nagenoeg gelijk is en de SVB de verzekeringsstatus voor de andere volksverzekeringen vaststelt, is er in het wetsvoorstel voor gekozen om de SVB ook de exclusieve bevoegdheid te geven om de AWBZ-verzekeringsstatus vast te stellen. Nu de SVB de exclusieve bevoegdheid krijgt om de AWBZ-verzekeringsstatus vast te stellen, ligt het voor de hand om de SVB ook exclusief bevoegd te maken voor het verlenen van de in artikel 21 en 21a bedoelde verklaringen en ontheffingen. Met dit besluit wordt bewerkstelligd dat niet langer het CVZ voor de in artikel 21 en 21a genoemde groepen een verklaring of ontheffing kan verlenen, maar dat de SVB hiertoe exclusief bevoegd wordt.

In artikel 21a, vierde lid, en 21b, vierde lid, zijn de overgangsrechtbepalingen komen te vervallen, omdat deze niet meer aan de orde zijn.

In het nieuwe artikel 28a is geregeld dat eenmaal door het CVZ afgegeven verklaringen of ontheffingen na inwerkingtreding van dit besluit worden aangemerkt als verklaringen en ontheffingen van de SVB.

Bij koninklijk besluit zal worden geregeld dat voorliggend besluit in werking zal treden op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel B, van het hiervoor genoemde wetsvoorstel in werking treedt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven