Rijkswet van 7 oktober 2010 tot goedkeuring van het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976 (Trb. 1997, 300 en Trb. 2006, 17)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut van het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 1997, 300, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 2006, 17, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

Goedgekeurd wordt, dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Protocol het volgende voorbehoud worden gemaakt: het Koninkrijk der Nederlanden behoudt zich het recht voor om, met inachtneming van artikel 18, eerste lid, onder a en b, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, zoals gewijzigd door het in artikel 1 genoemde Protocol:

  • a. de toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel d en e, uit te sluiten;

  • b. vorderingen ter zake van schade in de zin van het op 3 mei 1996 tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen of enige wijziging hiervan of enig hierbij behorend protocol, uit te sluiten.

Artikel 3

Aanpassingen van de aansprakelijkheidsgrenzen van het in artikel 1 genoemde Protocol, tot stand gekomen overeenkomstig artikel 8 van het Protocol, behoeven niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

Artikel 4

Goedgekeurd wordt dat het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976, waarvan de Engelse en de Franse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn gepubliceerd in Tractatenblad 1980, 23, wordt opgezegd voor Nederland.

Artikel 5

Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 oktober 2010

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Uitgegeven de dertigste november 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 872 (R 1876)

Naar boven