Wet van 4 november 2010 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met het verankeren op het niveau van wet in formele zin van het verbod tot privatisering van netten en netbeheerders

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het verbod tot het privatiseren van netten en netbeheerders op het niveau van wet in formele zin te verankeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 93 van de Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede, derde en vierde lid komen te luiden:

  • 2. De eigendom van een net of rechten op een net berusten direct of indirect bij de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

  • 3. De aandelen van een netbeheerder berusten direct of indirect bij de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

  • 4. Onder indirect berusten als bedoeld in het tweede en derde lid wordt verstaan dat de eigendom van een net of rechten op een net, dan wel aandelen in een netbeheerder, berusten bij een of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen of bij een rechtspersoon die een volledige dochtermaatschappij is van een of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

2. Het vijfde en zesde lid vervallen.

ARTIKEL II

Artikel 85 van de Gaswet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede, derde en vierde lid komen te luiden:

  • 2. De eigendom van een gastransportnet of rechten op een gastransportnet berusten direct of indirect bij de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

  • 3. De aandelen van een netbeheerder berusten direct of indirect bij de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

  • 4. Onder indirect berusten als bedoeld in het tweede en derde lid wordt verstaan dat de eigendom van een gastransportnet of rechten op een gastransportnet, dan wel aandelen in een netbeheerder, berusten bij een of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen of bij een rechtspersoon die een volledige dochtermaatschappij is van een of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen.

2. Het vijfde en zesde lid vervallen.

ARTIKEL III

Artikel VIc, eerste lid, van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer komt te luiden:

  • 1. Voor zover dat, en op een wijze die, in overeenstemming is met de rechten van derden die voortvloeien uit een overeenkomst, zijn de artikelen 85 van de Gaswet en 93 van de Elektriciteitswet 1998 van toepassing op de overgang van de economische eigendom van een net als bedoeld in de artikelen VI, tweede lid, en VIa, tweede lid, op de verschaffing van de economische eigendom aan de netbeheerder bij een aanwijzing als bedoeld in artikel VI, derde lid, of in artikel VIa, derde lid, of aan een derde, dan wel op de overdracht van de aandelen in een aldus aangewezen netbeheerder en op de overgang van de eigendom van een net ingevolge een overeenkomst.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 4 november 2010

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de zestiende november 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 470

Naar boven