Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2010, 724 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2010, 724 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om de Arbeidstijdenwet te wijzigen teneinde uitvoering te geven aan artikel 19, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU L 102);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Arbeidstijdenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:7 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
i. Verordening (EG) nr. 561/2006: Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU L 102);
j. AETR-verdrag: de op 1 juli 1970 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het Internationale vervoer over de weg (Trb. 1994, 123).
B
Artikel 5:15, vijfde lid, komt te luiden:
5. Bij de toepassing van dit artikel wordt Verordening (EG) nr. 561/2006 in acht genomen.
C
Artikel 10:14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel a en worden de onderdelen b en c verletterd tot a en b;.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder «motorrijtuig», «trekker» en «bestuurder», hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4, onderdeel b, onderscheidenlijk onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 561/2006.
D
Onder handhaving van het opschrift komt artikel 10:15 te luiden:
1. In afwijking van de paragrafen 10.2 tot en met 10.4, met uitzondering van artikel 10:7, eerste en derde lid, kan deze paragraaf worden toegepast:
a. indien de overtreding heeft plaatsgevonden met of door middel van een voertuig waarvan aannemelijk is dat de houder van het kenteken of de bestuurder geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, of
b. in geval van een in Nederland vastgestelde overtreding, begaan door een bestuurder van een motorrijtuig die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft danwel in opdracht van een niet in Nederland gevestigde werkgever, voor zover het betreft vervoer waarop verordening (EG) nr. 561/2006 of het AETR-verdrag van toepassing is.
2. In geval van vaststelling van een overtreding als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt geen bestuurlijke boete opgelegd indien voor die overtreding reeds een sanctie is opgelegd dan wel een procedure tot het opleggen van een sanctie is gestart.
E
Onder handhaving van het opschrift komt artikel 11:1 te luiden:
1. De Nederlandse strafwet is mede van toepassing op iedere bestuurder van een motorrijtuig ongeacht de woon- of verblijfplaats, alsmede iedere werkgever ongeacht de plaats van vestiging, die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een overtreding van de regels, welke voortvloeien uit de op de artikelen 2:7, eerste lid, 4:3, tweede tot en met vierde lid, en 5:12, tweede lid, berustende bepalingen, voor zover:
a. deze regels betrekking hebben op arbeid verricht door personen, werkzaam in of op motorrijtuigen, en
b. het een economisch delict betreft als bedoeld in de Wet op de economische delicten.
2. De Nederlandse strafwet is mede van toepassing op de bestuurder van een motorrijtuig die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft alsmede op de niet in Nederland gevestigde werkgever, die zich schuldig maakt aan een overtreding buiten Nederland van de in het eerste lid bedoelde regels, indien:
a. het vervoer betreft waarop verordening (EG) nr. 561/2006 dan wel het AETR-verdrag van toepassing is;
b. de overtreding in Nederland wordt vastgesteld, en
c. het een economisch delict betreft als bedoeld in de Wet op de economische delicten.
3. In geval van vaststelling van een overtreding als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt geen vervolging ingesteld indien voor de overtreding reeds een sanctie is opgelegd dan wel een procedure tot het opleggen van een sanctie is gestart.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 30 september 2010
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de achtentwintigste oktober 2010
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2010-724.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.