Besluit van 9 september 2010, houdende wijziging van diverse warenwetbesluiten voor levensmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 juli 2010, VGP/VC 3013312, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Gelet op:

  • verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU L 16);

  • verordening (EU) nr. 115/2010 van de Commissie van de Europese Unie van 9 februari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen (PbEU L 37); en

  • de artikelen 4, eerste lid, onder a, 8, eerste lid, onder c, 9, 13, 32b, eerste lid, en 33, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 augustus 2010, no. W13.10.0368/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 september 2010, VGP/VC 3019697, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder s, komt te luiden:

s. EU-noodmaatregel:

een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte maatregel van de Commissie van de Europese Unie, vastgesteld krachtens artikel 53, eerste lid, onder a, of tweede lid, van verordening (EG) 178/2002, voor zover die maatregel strekt tot bescherming van de gezondheid van de mens.

B

In artikel 3 wordt «EG-noodmaatregel» vervangen door: EU-noodmaatregel.

ARTIKEL II

Het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

m. verordening (EG) 41/2009:

verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU L 16).

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 4, tweede lid, van verordening (EG) 41/2009.

ARTIKEL III

Het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. verordening (EG) 41/2009:

verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU L 16).

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 3 van verordening (EG) 41/2009.

ARTIKEL IV

Het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, eerste, derde en vierde lid, wordt «regiodirecteur Dienst Uitvoering van de VWA» steeds vervangen door: VWA.

B

In artikel 9, vierde en vijfde lid, wordt «directeur Dienst Uitvoering van de VWA» steeds vervangen door: VWA.

ARTIKEL V

Het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. verordening (EU) 115/2010:

verordening (EU) nr. 115/2010 van de Commissie van de Europese Unie van 9 februari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen (PbEU L 37).

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 1, tweede lid, 2, 3 en 4, van verordening (EU) 115/2010.

ARTIKEL VI

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In rubriek D-5 wordt ingevoegd na vermelding D-5-19.3 en de bijbehorende vermeldingen:

D-5.19.4

artikel 2 lid 5

€ 525,–

€ 1050,–.

2. In rubriek D-11 wordt omschrijving D-11.3.1 met bijbehorende vermeldingen vervangen door:

  

Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002)

  

D-11.3.1

art. 2 lid 2 jo. art. 4 onder c jo.

art. 2 lid 2

€ 795,–

€ 1590,–

D-11.3.2

art. 2 lid 3 jo. art. 4 onder c jo.

art. 2 lid 1

€ 795,–

€ 1590,–

3. Rubriek D-14 komt te luiden:

D-14

Warenwetregeling invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002

 

>> D-11.3.1 en D-11.3.2

4. In rubriek D-26 wordt ingevoegd na omschrijving D-26.4.1 met bijbehorende vermeldingen:

D-26.4.3

art. 2 lid 6

€ 525,–

€ 1050,–.

5. Aan rubriek D-38 wordt toegevoegd:

D-38.8.1

art. 2 lid 9

€ 525,–

€ 1050,–.

ARTIKEL VII

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel VI in werking acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit geplaatst wordt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 9 september 2010

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de zevende oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

In 2002 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31), verder te noemen: verordening (EG) 178/2002.

Krachtens artikel 53, eerste lid, onder a, en tweede lid, van verordening (EG) 178/2002 kunnen door de Commissie van de Europese Unie (verder: de Commissie) noodmaatregelen worden vastgesteld wanneer blijkt dat een levensmiddel, van oorsprong uit de Europese Unie, waarschijnlijk een ernstig risico inhoudt voor onder andere de gezondheid van de mens. Noodmaatregelen treden veelal op de dag van publicatie in werking1.

Een door de Commissie vastgestelde noodmaatregel inzake levensmiddelen, van oorsprong uit de Europese Unie, dient onverwijld te worden uitgevoerd krachtens de Warenwet. Daarom was het noodzakelijk een voorziening te treffen waardoor dergelijke noodmaatregelen direct van toepassing zijn in Nederland. Daartoe zijn vastgesteld de artikelen 1, eerste lid, onder s, 2, veertiende lid, en 3, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (verder: BBL). Sinds de inwerkingtreding van die bepalingen (1 juli 2007) was handelen in strijd met een dergelijke noodmaatregel verboden bij artikel 2, veertiende lid, van het BBL.

Bij het vaststellen van deze bepalingen is ervan uitgegaan dat door de Commissie vastgestelde noodmaatregelen, steeds de juridische vorm van een beschikking (besluit) zouden hebben. Inmiddels kan niet meer worden uitgesloten dat noodmaatregelen ook de vorm van een verordening kunnen hebben2. In verband daarmee was het noodzakelijk in de definitie van het begrip EG-noodmaatregel in artikel 1, eerste lid, onder s, van het BBL, tot uitdrukking te brengen dat alle krachtens artikel 53, eerste lid, onder b, en tweede lid, van verordening (EG) 178/2002 vastgestelde maatregelen onder die definitie vallen.

Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon3 is de Europese Unie rechtsopvolger van de Europese Gemeenschap. Alle door de Europese Gemeenschap verrichte rechtshandelingen zijn daarom nog steeds geldig als zijnde rechtshandelingen van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon brengt mee dat in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie thans niet langer wordt gesproken van een beschikking van de Commissie, maar van een besluit. De terminologie in de artikelen 1, eerste lid, onder s, en 3, van het BBL is daarop aangepast.

Verder werd in het BBL gesproken van «EG-noodmaatregel». Dat is vervangen door: EU-noodmaatregel.

Voor EU-noodmaatregelen, vastgesteld krachtens artikel 53, eerste lid, onder b, of tweede lid, van verordening (EG) 178/2002, inzake vanuit een derde land ingevoerde levensmiddelen, is overigens een andere voorziening getroffen: de Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002).

Artikelen II en III

Op 21 januari 2009 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU L 16), verder te noemen: verordening (EG) 41/2009. Verordening (EG) 41/2009 is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Verordening (EG) 41/2009 stelt regels inzake het gebruik van vermeldingen als «glutenvrij» en soortgelijke vermeldingen. Die vermeldingen zijn van belang voor mensen met een glutenintolerantie. Een nadere toelichting inzake de totstandkoming van verordening (EG) 41/2009 is opgenomen in de overwegingen bij de verordening.

Bij de artikelen II en III is handelen in strijd met verordening (EG) 41/2009 verboden. De desbetreffende verbodsbepalingen zijn toegevoegd aan het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (verder: WEL) en het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding, afhankelijk van de vraag of die bepalingen van toepassing zijn op levensmiddelen voor gewone consumptie (dan opname in het WEL) of op voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen.

Deze verbodsbepalingen zijn weliswaar de dag na publicatie van dit besluit in werking getreden (artikel VII van dit besluit), maar hebben pas effect vanaf 1 januari 2012, de dag waarop verordening (EG) 41/2009 van toepassing wordt in de lidstaten van de Europese Unie.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen verordening (EG) 41/2009, dit besluit, het WEL en het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding.

verordening (EU) 41/2009

Dit besluit

WEL

Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding

art. 1

– (operationalisering niet vereist)

art. 2

– (operationalisering niet vereist)

art. 3

art. III

art. 1 lid 1 onder d

art. 2 lid 7

art. 4 lid 1 onder a

art. II

art. 1 lid 1 onder m

art. 2 lid 5

art. 4 lid 1 onder b

art. III

art. 1 lid 1 onder d

art. 2 lid 7

art. 4 lid 2

art. II onder B

art. III onder B

art. 2 lid 5

art. 2 lid 7

art. 5

– (operationalisering niet vereist)

Artikel IV

Binnen de organisatie van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) zijn enkele kleine wijzigingen aangebracht. Dat heeft onder andere tot gevolg dat de autoriteit geen Dienst Uitvoering meer heeft. De functies regiodirecteur Dienst Uitvoering en directeur Dienst Uitvoering zijn daarom inmiddels vervallen.

In verband daarmee was het noodzakelijk die functieaanduidingen in de artikelen 8 en 9 van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen, aan te passen. Artikel IV van dit besluit zorgt daarvoor.

In de artikelen 8 en 9 van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen is nu niet meer sprake van regiodirecteur onderscheidenlijk directeur van de Dienst Uitvoering, maar van uitsluitend de VWA.

Artikel V

Op 10 februari 2010 is gepubliceerd verordening (EU) nr. 115/2010 van de Commissie van de Europese Unie van 9 februari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen (PbEU L 37), verder te noemen: verordening (EU) 115/2010. Verordening (EU) 115/2010 is van toepassing in de lidstaten sinds 2 maart 2010.

De artikelen 1, tweede lid, en 2, van verordening (EU) 115/2010 geven voorschriften voor het desgewenst verwijderen van fluor uit natuurlijk mineraalwater en bronwater door een behandeling met geactiveerd aluminiumoxide. Artikel 3 van de verordening legt de desbetreffende exploitant de verplichting op bepaalde informatie te verstrekken aan de bevoegde autoriteit (in Nederland: de Voedsel en Waren Autoriteit). Tot slot schrijft artikel 4 van verordening (EU) 115/2010 een bepaalde vermelding voor op het etiket van aldus behandeld water.

Artikel 5, tweede volzin, van verordening (EU) 115/2010 bevat een uitverkoopregeling voor producten die niet voldoen aan de etiketteringverplichting van artikel 4 van de verordening.

Artikel V van dit besluit verbiedt handelen in strijd met verordening (EU) 115/2010. De desbetreffende verbodsbepaling is opgenomen in artikel 2, negende lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters.

In onderstaande tabel is het verband opgenomen tussen verordening (EU) 115/2010, dit besluit en het Warenwetbesluit Verpakte waters.

verordening (EU) 115/2010

Dit besluit

Warenwetbesluit Verpakte waters

art. 1 lid 1

– (operationalisering niet vereist)

art. 1 lid 2

art. V onder B

art. 2 lid 9

art. 2

art. V onder B

art. 2 lid 9

art. 3 lid 1

art. V onder B

art. 2 lid 9

art. 3 lid 2

– (operationalisering niet vereist)

art. 4

art. V onder B

art. 2 lid 9

art. 5 1° volzin

– (operationalisering niet vereist)

art. 5 2° volzin

– (operationalisering niet vereist)

art. 5 3° volzin

art. VII

Artikel VI

Bij artikel VI van dit besluit zijn enkele wijzigingen aangebracht in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Artikel VI, eerste en vierde lid, hebben betrekking op het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen onderscheidenlijk het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding. Bij deze voorschriften is het mogelijk gemaakt overtreding van verordening (EG) 41/2009 te sanctioneren met de gebruikelijke bestuurlijke boete van € 525,– voor kleine bedrijven (50 of minder werknemers), en van € 1050,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtreding van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogte van deze bedragen zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Bij artikel VI, tweede en derde lid, zijn wijzigingen aangebracht die noodzakelijk zijn door het vervallen van de Warenwetregeling invoer bepaalde levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije (beschikking 2006/504/EG), en de totstandkoming van de Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002. Overtreding van laatstgenoemde regeling kan worden beboet met € 795,– voor kleine bedrijven en € 1590,– voor grote bedrijven. In dit geval is niet gekozen voor de lagere standaardbedragen, gezien de grote risico's voor de volksgezondheid waarvan bij overtreding van een noodmaatregel sprake is.

Artikel VI, vijfde lid, heeft het mogelijk gemaakt bij overtreding van verordening (EU) 115/2010 de gebruikelijke bestuurlijke boete op te leggen van € 525,– voor kleine bedrijven (50 of minder werknemers), en van € 1050,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtreding van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogte van deze bedragen zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Artikel VII

De artikelen I tot en met V van dit besluit zijn in werking getreden met ingang van de dag na publicatie van dit besluit. Deze directe inwerkingtreding is niet in strijd met het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving, aangezien de desbetreffende bepalingen geen directe gevolgen hebben voor het bedrijfsleven.

Bij de inwerkingtreding van artikel VI is rekening gehouden met artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet.

Bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)4. Deze consultatie heeft geleid tot een reactie van Natuur- & gezondheidsProducten Nederland (NPN).

Aan NPN is toegelicht dat artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) 41/2009, aangeeft onder welke voorwaarden de vermelding «glutenvrij» mag worden gebruikt bij levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie, zonder dat sprake is van verboden misleiding als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onder b, van het WEL. Indien deze voorwaarden niet in acht zijn genomen, is sprake van overtreding van die bepaling. Handelen in strijd met die bepaling is reeds verboden op grond van artikel 2, eerste lid, van het WEL.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Zie bijvoorbeeld beschikking nr. 2006/694/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 2006 houdende verbod op het in de handel brengen van in een bepaalde zuivelinrichting in het Verenigd Koninkrijk geproduceerde kwark (PbEU L 283).

XNoot
2

Zie bijvoorbeeld verordening (EU) nr. 258/2010 van de Commissie van de Europese Unie van 25 maart 2010 (PbEU L 80) tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van guarpitmeel van oorspong of verzonden uit India wegens de risico’s van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen, en tot intrekking van beschikking 2008/352/EG.

XNoot
3

Verdrag van 13 december 2007, Trb. 2008, 11.

XNoot
4

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren Autoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven