Beschikking van de Minister van Justitie van 27 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 27 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN DE WET KADASTER EN REGISTRATIE ONROERENDE ZAKEN EN BEPERKTE RECHTEN BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE AANPASSINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA, EN DE AANPASSINGSREGELING BES

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Kadaster:

door het bestuurscollege opgerichte stichting belast met de taken, bedoeld in artikel 2;

kadaster:

kadastrale registratie;

Openbaar lichaam:

openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Artikel 1a

  • 1. De gebouwde en ongebouwde eigendommen worden aangeduid door de opgave van de kadastrale afdeling, de sectie en het nummer, waaronder zij in de schrifturen van het kadaster bekend zijn en worden kadastrale percelen genaamd.

  • 2. In de kadastrale aanduiding wordt de afkorting van het openbaar lichaam vermeld, de gemeente, het dorp of gehucht, waar de onroerende zaak is gelegen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de kadastrale aanduiding. Bij die maatregel kan de kadastrale aanduiding per openbaar lichaam verschillend worden geregeld.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de in de kadastrale registratie op te nemen gegevens. De kadastrale registratie kan geen andere gegevens bevatten dan de gegevens, bedoeld in artikel 48, tweed lid, van de Kadasterwet. Het bestuurscollege kan regels stellen omtrent de bijhouding van de kadastrale registratie.

  • 4. De kadastrale registratie bevat een kadastrale kaart. De kadastrale kaart bevat gegevens overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de Kadasterwet.

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de kadastrale registratie en de kadastrale kaart van een openbaar lichaam worden aangemerkt als basisregistratie en welke gegevens daarvan als authentiek worden aangemerkt. De algemene maatregel van bestuur kan geen andere voorschriften geven dan voorschriften overeenkomstig de artikelen 7f tot en met 7w van de Kadasterwet.

Artikel 2

  • 1. De metingen en andere werkzaamheden, nodig voor het inrichten en instandhouden van het kadaster, worden door de ambtenaren van het Kadaster verricht.

  • 2. Het bestuurscollege van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba kan de Stichting kadaster en hypotheekwezen op Sint Maarten mandateren tot het verrichten van metingen op Sint Eustatius, respectievelijk op Saba.

Artikel 3

De kosten van verrichtingen, welke ten behoeve van de inrichting van het kadaster geschieden komen voor rekening van het betrokken openbaar lichaam, terwijl die, welke op aanvraag van belanghebbenden geschieden, voor rekening komen van de aanvragers, volgens een nader, bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen tarief.

Artikel 4

  • 1. Personen die door het Kadaster of een daartoe op grond van een wettelijk voorschrift bevoegde functionaris zijn belast met het verrichten van metingen en andere werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur en andere hulpmiddelen, elke plaats te betreden, onverminderd de artikelen 155 tot en met 163 van het Wetboek van Strafvordering BES, en daar een waarneming, meting of graving te verrichten en daarop een teken te stellen, voor zover het redelijkerwijs nodig is voor het verrichten van een meting of een andere werkzaamheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2. De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een registergoed zijn verplicht aan een persoon als bedoeld in het eerste lid binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, met dien verstande dat de toegang slechts wordt verleend tussen zeven uur ’s morgens en zes uur ’s avonds en dat die niet behoeft te worden verleend op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.

  • 3. Indien de toegang wordt geweigerd, verschaffen de personen, bedoeld in het eerste lid, zich zonodig toegang met behulp van de sterke arm. Indien het verrichten van de handelingen, bedoeld in het eerste lid, niet wordt toegestaan of de medewerking, bedoeld in het tweede lid, niet wordt verleend, zijn de personen, bedoeld in het eerste lid, bevoegd het verrichten van voornoemde handelingen zo nodig met behulp van de sterke arm mogelijk te maken.

Artikel 5

De eigenaren, beperkt gerechtigden en gebruikers van gebouwde en ongebouwde eigendommen zijn verplicht te dulden dat door het Kadaster grenstekenen worden gesteld, alsmede ten behoeve van de opmeting van grenzen, signalen of andere duurzame tekenen.

Artikel 6

  • 1. De percelen gronds, welke op aanvraag van belanghebbenden zijn opgemeten, worden op hunne kosten, ten genoegen van het Kadaster, van duurzame officiële grenstekenen voorzien, welke grenstekenen zullen bestaan uit baksteen, betonnen of ijzeren kenteekenen.

  • 2. De percelen gronds, welke ten behoeve van de inrichting van het kadaster zijn opgemeten, worden op kosten van het betrokken openbaar lichaam van gelijke grenstekenen voorzien.

  • 3. Verplaatsing van eenmaal aangebrachte grenstekenen, zonder toestemming van het Kadaster, is verboden.

Artikel 7

  • 1. Hij, die handelt in strijd met het bepaalde bij het laatste lid van artikel 6 wordt, indien het feit niet als misdrijf is aan te merken, gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij, die opdracht heeft gegeven tot verplaatsing van eenmaal aangebrachte grenstekenen zonder toestemming van het Kadaster, indien de verplaatsing ingevolge die opdracht is geschied.

  • 3. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten, worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 8

De eisen waaraan de te plaatsen merktekenen moeten voldoen, zijn de volgende:

  • a. bij verzekering van eigendomsgrenzen in muren moet worden gebezigd een ijzeren bout met een minimum diameter van 25 mm, en een minimum lengte van 150 mm, terwijl de bout voorzien moet zijn van een kop met een minimum diameter van 40 mm en een lengte van minstens 10 mm.

  • b. in andere dan onder a genoemde gevallen dient te worden gebezigd:

    • I. een gasbuis of ijzeren staaf van minstens tachtig centimeter lengte en een diameter van minstens drie en een kwart centimeter, terwijl het gedeelte, dat boven den grond uitsteekt (twee decimeter), van een sluitstuk of kop wordt voorzien en rood wordt geverfd met menie dan wel

    • II. stenen of betonnen merktekenen van minstens drie decimeter in het vierkant en zes decimeter hoogte, welke pilaren behoren te staan op een fundering van twee decimeter hoogte en vier decimeter in het vierkant.

Artikel 9

Waar, in verband met de gesteldheid van den bodem, de in artikel 8 voorgeschreven merktekenen ongeschikt worden geacht voor de verzekering van grenzen, bepaalt het Kadaster welke andere duurzame merktekenen gebezigd zullen worden.

Artikel 10

  • 1. De rechthebbende op den grond is verplicht de tot verzekering der grenzen dienende merktekenen in behoorlijke staat, ter beoordeling van het Kadaster, te onderhouden.

  • 2. Door het Kadaster wordt, indien na schriftelijke aanmaning op een termijn van een maand niet het nodig geoordeelde bijzonderlijk omschreven onderhoud is geschied, op kosten van den nalatige daarin voorzien.

Artikel 11

Het kadaster omvat mede het Kadaster, bedoeld in artikel 1 van de Kadasterlandsverordening, voor zover zij betrekking heeft op gebouwde en ongebouwde eigendommen in het betreffende openbaar lichaam en zoals het luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 12

Deze wet wordt aangehaald als: Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES.

Naar boven