Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van het Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 21 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN HET BESLUIT TER UITVOERING VAN ART. 7, EERSTE EN VIERDE LID, VAN DE WET VOORKOMING VAN VERONTREINIGING DOOR SCHEPEN BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET AANPASSINGSBESLUIT OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Artikel 1

Als havens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES worden voor het in ontvangst nemen van olierestanten en oliehoudende mengsels afkomstig van schepen aangewezen:

In Bonaire:

  • de haven van Kralendijk

  • de Bopec Oil Terminal

In Sint Eustatius:

  • de Haven van Oranjestad

  • de Statia Oil Terminal

In Saba:

  • Fortbaai

Artikel 1a

Dit besluit berust op artikel 7, eerste lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES.

Artikel 2

Als havens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES worden voor het in ontvangst nemen van vuilnis afkomstig van schepen, aangewezen de havens bedoeld in artikel 1.

Artikel 3

  • 1. De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, van een ingevolge artikel 1 of 2 aangewezen haven wijst personen aan die over voorzieningen beschikken voor het in ontvangst nemen van de stoffen bedoeld in de artikelen 1 en 2.

  • 2. Het is een persoon die niet is aangewezen verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, in ontvangst te nemen.

  • 3. Het is verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, af te geven aan een persoon die niet is aangewezen.

Artikel 4

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, maakt op deugdelijke wijze bekend welke ontvangstvoorzieningen in zijn haven aanwezig zijn. Hij draagt zorg dat de kosten die in rekening worden gebracht aan het schip dat de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeeft, op deugdelijke wijze zijn bekendgemaakt.

Artikel 5

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, geeft regels ten aanzien van de wijze waarop schepen, die van die haven gebruik maken, de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeven en de wijze waarop die schepen hun behoefte tot afgifte bekend maken.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES.

Naar boven