Beschikking van de Minister van Justitie van 23 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit invoer kleine dieren BES, zoals gewijzigd bij het Tweede Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van het Besluit invoer kleine dieren BES, zoals gewijzigd bij het Tweede Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 23 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN HET BESLUIT INVOER KLEINE DIEREN BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET TWEEDE AANPASSINGSBESLUIT OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Artikel 1

  • 1. Onder kleine dieren wordt in dit besluit verstaan de tot de hierna genoemde biologische indeling behorende dieren:

    • a. de hond (canis domesticus)

    • b. de kat (felis domestica)

    • c. de familie der hondachtige

    • d. de familie der katachtige

    • e. de familie der hyena-achtige

    • f. de familie der marterachtigen

    • g. de familie der beren

    • h. de familie der haasachtige

    • i. de familie der halfhoevige

    • j. de familie der eekhoornachtige

    • k. de familie der muisachtige

    • l. de orde der apen

    • m. de orde der vleermuizen.

  • 2. Bij ministeriële regeling kan dit besluit geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere kleine dieren.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden kleine dieren in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba in te voeren zonder een geldige gezondheidsverklaring.

  • 2. Een geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës is bovendien vereist voor het invoeren of doorvoeren van de onder a., b. en e. van artikel 1 genoemde diersoorten.

  • 3. Een geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës kan vereist worden voor het invoeren of doorvoeren van de onder c., d., f., g., h., i., j., k., l. en m. genoemde diersoorten.

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen andere voorschriften worden gegeven waaraan bij de invoer of doorvoer van de in artikel 1 genoemde diersoorten moet worden voldaan.

Artikel 3

  • 1. Indien niet aan de in of krachtens artikel 2 gestelde voorwaarden is voldaan, moet het betrokken dier onmiddellijk in quarantaine worden gesteld. In dat geval is de vervoerder die het dier heeft aangebracht, verplicht dit per eerstvolgende gelegenheid terug of door te voeren.

  • 2. De kosten van onderhoud en verpleging van het dier komen gedurende de quarantainetijd ten laste van de vervoerder die het dier heeft aangebracht, en kunnen op het schip of luchtvaartuig worden verhaald.

  • 3. Na het eindigen van de quarantainetijd kan het dier worden afgemaakt.

  • 4. Slechts in zeer bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van Onze Minister of de door deze aan te wijzen deskundige, kan verlenging worden toegestaan van de quarantainetijd.

Artikel 4

  • 1. Doorvoer van de in artikel 1 genoemde dieren zonder het in de leden 2 en 3 van artikel 2 vereiste bewijs van vaccinatie is geoorloofd, indien de dieren gedurende hun verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba in quarantaine worden gesteld en per eerstvolgende gelegenheid worden doorgevoerd.

  • 2. De leden 2, 3 en 4 van het vorig artikel zijn ten deze toepasselijk, behoudens dat de maximum quarantainetijd zes weken bedraagt.

Artikel 5

Van het in of krachtens artikel 2 bepaalde en van het bepaalde in artikel 4 kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld, zulks ter beoordeling van Onze Minister of de door deze aan te wijzen deskundige, die dieren, welke nodig zijn voor wetenschappelijke en exhibitionistische doeleinden.

Artikel 6

Indien geen geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës aanwezig is, kan Onze Minister of de door deze aan te wijzen deskundige, hierbij geleid door maatstaven aangegeven door wetenschap en praktijk, het dier doen vaccineren op kosten van de vervoerder.

In een dergelijk geval vindt, tenzij Onze Minister zulks wel noodzakelijk acht, het bepaalde in artikel 3, lid 1, tweede zin, geen toepassing, ook indien niet is voldaan aan de overige door of krachtens artikel 2 gestelde voorwaarden.

Artikel 7

  • 1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is de invoer in en de doorvoer door de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba van apen, honden en katten alsmede hondachtigen en katachtigen afkomstig uit één der landen van het vasteland van Zuid- en Midden-Amerika met uitzondering van Suriname verboden.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet ingeval het betreft de invoer van de huisdieren van iemand die zich metterwoon in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba vestigt en die deze dieren reeds vier maanden of meer in zijn bezit heeft.

Artikel 8

Dit besluit berust op artikel 18.2.2 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 9

Vervallen

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit invoer kleine dieren BES.

Naar boven