Beschikking van de Minister van Justitie van 15 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit geschillenbeslechting concessiehouders BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van het Besluit geschillenbeslechting concessiehouders BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 15 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN HET BESLUIT GESCHILLENBESLECHTING CONCESSIEHOUDERS BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET AANPASSINGSBESLUIT OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder «wet»: Wet telecommunicatievoorzieningen BES.

Artikel 1a

Dit besluit berust op artikel 44, derde lid, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES.

Artikel 2

Onze Minister is bevoegd geschillen tussen concessiehouders te beslechten. De beslissing van Onze Minister is voor partijen bindend.

Artikel 3

Indien de houders van een concessie een geschil hebben, kunnen zij zich onder opgaaf van redenen schriftelijk richten tot Onze Minister met het verzoek hieromtrent een beslissing te nemen. Een zodanig verzoek wordt ingediend bij Onze Minister.

Artikel 4

  • 1. Binnen één maand na de indiening van het verzoek om een beslissing verstrekken beide partijen Onze Minister alle gegevens die benodigd zijn om beslissing te kunnen nemen.

  • 2. Indien Onze Minister niettemin de verstrekte gegevens onvoldoende acht, verzoekt hij de betrokken partij binnen twee weken aanvullende informatie te verstrekken.

Artikel 5

Onze Minister toetst een geschil inzake de voorwaarden waaronder de koppeling van infrastructuur kan plaatsvinden dan wel geen medewerking wordt verleend voor een dergelijke koppeling in ieder geval aan de volgende uitgangspunten:

  • a. de voorwaarden voor koppeling dienen non-discriminatoir te zijn; dat wil zeggen dat koppelingen steeds in overeenkomstige situaties tegen overeenkomstige voorwaarden en tarieven worden aangeboden;

  • b. de voorwaarden voor koppeling dienen transparant te zijn en de tarieven voor koppeling dienen niet gebundeld te worden; dat wil zeggen dat de tarieven waartegen koppeling wordt aangeboden, in uitgesplitste vorm worden voorgelegd, zodat netwerkelementen en -diensten die niet nodig zijn of gewenst worden voor de desbetreffende koppeling, vermeden kunnen worden; en

  • c. de vergoedingen voor koppeling, als onderdeel van de voorwaarden, dienen kostengeoriënteerd te zijn.

Artikel 6

  • 1. Binnen drie maanden na de indiening van het verzoek neemt Onze Minister een beslissing.

  • 2. Indien Onze Minister van oordeel is dat de in artikel 5 bedoelde voorwaarden voor aansluiting onredelijk zijn dan wel dat de medewerking voor koppeling had moeten worden verleend, kan Onze Minister een aanwijzing als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet geven. De houder van de concessie is verplicht deze aanwijzing op te volgen.

Artikel 7

[vervallen]

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit geschillenbeslechting concessiehouders BES.

Naar boven