Beschikking van de Minister van Justitie van 15 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 15 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKSTPLAATSING VAN DE WET OP DE KAMERS VAN KOOPHANDEL EN NIJVERHEID BES ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE AANPASSINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA EN DE AANPASSINGSREGELING BES-WETTEN

Artikel 1

In de artikelen van deze wet wordt verstaan onder openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Artikel 1a

  • 1. De handel en nijverheid op Bonaire, Sint Eustatius of Saba wordt door de Kamers van Koophandel en Nijverheid vertegenwoordigd.

  • 2. Er wordt één Kamer ingesteld voor Bonaire, welke haar zetel heeft op Bonaire, en één Kamer voor Sint Eustatius en Saba gezamenlijk, welke haar zetel heeft op Sint Eustatius. De Kamers bestaan uit ten hoogste vijf leden.

  • 3. De verkiezing van de leden van de Kamers en alles wat daarmede in verband staat, wordt geregeld bij een afzonderlijk reglement, vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur, behoudens de hieronder volgende bepalingen.

Artikel 2

  • 1. De Kamers vertegenwoordigen het grootbedrijf en het kleinbedrijf beide.

  • 2. De kiezers voor het grootbedrijf kiezen 3 leden van elke kamer, de kiezers voor het kleinbedrijf kiezen de overige leden.

  • 3. Kiezers voor het grootbedrijf zijn de kiesgerechtigden als omschreven in artikel 3, wier namen in het handelsregister voorkomen als betrokken bij een onderneming of een nevenvestiging voor wier inschrijving in het handelsregister een bedrag verschuldigd is dat gebaseerd is op een in de onderneming of nevenvestiging aanwezige eigen vermogen van tenminste USD 55.865,92. Alle andere kiesgerechtigden als vorenbedoeld zijn kiezers voor het kleinbedrijf.

Kiesrecht

Artikel 3
  • 1. De leden van de kamers worden gekozen;

    door de ingezetenen van het openbaar lichaam alwaar de Kamer haar gebied heeft, (tevens Nederlanders) die gedurende 1 jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het opmaken van de kiezerslijst, in het handelsregister van het gebied van de Kamer voorkomen,

    hetzij als eigenaar van een in het gebied van de Kamer gevestigde onderneming of nevenvestiging, en wel alleen of tezamen met andere personen, als lid van een vennootschap onder firma, of als beherende vennoot van een commanditaire vennootschap,

    hetzij als directeur, als adjunct- of onderdirecteur, aandeelhouder-bestuurder, lid van een algemeen bestuur of een uitvoerend bestuur, lid van een raad van beheer of raad van toezicht, of als commissaris, of als bekleed met een andere functie, welke de bevoegdheid meebrengt omtrent het besturen of het beheren van een rechtspersoon aan wie een onderneming of nevenvestiging toebehoort, hetzij zelfstandig, hetzij krachtens gezamenlijk genomen besluit handelingen te verrichten,

    hetzij als algemeen gevolmachtigde of algemeen procuratiehouder bij een ingeschreven onderneming, mits deze de bevoegdheid is toegekend zonder beperking verbintenissen aan te gaan ten bate en ten laste van degene die hij vertegenwoordigt, zij het ook dat collectieve tekening daartoe is vereist.

  • 2. Van het kiesrecht zijn uitgesloten zij, die rechtens van hunne vrijheid zijn beroofd, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, die van het ouderlijk gezag over een of meer hunner kinderen ontzet zijn, of die ingevolge onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak in staat van faillissement verkeeren of anderszins de beschikking of het beheer hunner goederen hebben verloren en zij, aan wie bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak het kiesrecht is ontzegd.

  • 3. Zij, wier naam in het handelsregister bij meer dan eene Kamer van Koophandel en Nijverheid voorkomt, hebben slechts kiesrecht voor de Kamer binnen welker gebied zij hun woonplaats hebben.

  • 4. De Kamer kan het bewijs vorderen dat de personen in het 1ste lid bedoeld de hoedanigheid bezitten waarop hun opname in het handelsregister is gegrond.

  • 5. Als ingezetene bedoeld in den zin van deze verordening wordt beschouwd hij die in het bevolkingsregister van Bonaire, Sint Eustatius of Saba is ingeschreven.

Kiezerslijst

Artikel 4
  • 1. De Kamer maakt jaarlijks twee kiezerslijsten op van de kiezers, die gerechtigd zijn, hun stem uit te brengen bij verkiezingen voor leden van die Kamer.

    vaartuig bij laag water te lichten of uit hoofde van andere noodzakelijke redenen.

  • 3. Deze lijsten blijven van kracht voor de verkiezingen ter vervulling van tusschentijds opengevallen plaatsten, totdat de lijsten voor het volgend kalenderjaar zijn vastgesteld.

  • 4. De kiezerslijsten voor elke Kamer worden in het gebied van elke Kamer openbaar gemaakt.

    Tegen die lijsten kunnen bezwaren bij de Kamer worden ingediend.

  • 5. In het reglement, bedoeld in het 4de lid van artikel 1 wordt geregeld:

    • a. het opmaken der kiezerslijsten;

    • b. het openbaar maken der kiezerslijsten;

    • c. de termijn waarbinnen en de wijze waarop bezwaren tegen de openbaar gemaakte kiezerslijsten kunnen worden ingediend;

    • d. de termijn, waarbinnen en de wijze waarop die bezwaren moet worden beslist;

    • e. het tijdstip voor het sluiten der kiezerslijsten.

Verkiesbaarheid

Artikel 5
  • 1. Tot lid eener Kamer kunnen worden gekozen of benoemd zij die gedurende de laatste twee jaren ingezetenen van Bonaire, Sint Eustatius of Saba zijn geweest, tevens Nederlanders of Nederlandsche onderdanen zijn en den ouderdom van 25 jaren op den 15den oktober van het jaar, waarin de verkiezing valt, hebben bereikt.

  • 2. Twee of meer personen, die tot eenzelfde ingeschreven onderneming of nevenvestiging in betrekking staan als eigenaar, directeur, adjunct- of onderdirecteur, aandeelhouder-bestuurder, lid van een algemeen bestuur of een uitvoerend bestuur, lid van een raad van beheer of raad van toezicht, of als commissaris, dan wel een andere functie bekleden bedoeld in artikel 3, eerste lid, kunnen niet tegelijkertijd leden van de Kamer zijn.

  • 3. Van de verkiesbaarheid zijn uitgesloten zij, die rechtens van hunne vrijheid zijn beroofd, die krachtens onherroepelijke rechtelijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, die van het ouderlijke gezag over een of meer hunner kinderen ontzet zijn, of die ingevolge onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak in staat van faillissement verkeerden of anderszins de beschikking of het beheer hunner goederen hebben verloren en zij die van het kiesrecht voor de Kamer of van de verkiesbaarheid bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak zijn ontzet.

Duur van het lidmaatschap

Artikel 6
  • 1. De leden der Kamer hebben zitting gedurende drie jaren.

  • 2. Jaarlijks treedt op den 1sten januari een derde der leden van elke Kamer volgens rooster af.

    Indien het getal leden eener Kamer niet deelbaar is door 3 neemt men het dichtbijzijnde veelvoud van drie. Het eerste en het tweede jaar treden af telkenmale een derde van dat veelvoud en het derde jaar de rest van het aantal leden.

  • 3. Hij, die ter vervulling eener buiten den bij den rooster bepaalden tijd opengevallen plaats, tot lid eener Kamer is verkozen, treedt af op het tijdstip, waarop degeen, in wiens plaats hij verkozen is, moet aftreden.

  • 4. De aftredende leden kunnen ten hoogste drie maal worden herbenoemd.

  • 5. De rooster van aftreden bedoeld in het 2de lid van dit artikel, door de Kamer voor het eerst na toelating der voor de eerste maal gekozen nieuwe leden der Kamer vastgesteld, zal voor Bonaire, Sint Eustatius of Saba een voortzetting zijn van de ten tijde van het in werking treden dezer wet bestaande rooster, met dien verstande dat de onderlinge plaatsing der nieuwe leden bij het lot zal geschieden.

Artikel 7
  • 1. De leden der Kamer kunnen te allen tijde hun ontslag nemen; het schriftelijk bericht daarvan wordt door hen opgezonden aan de kamer, die daarvan aan het Bestuurscollege, binnen wiens gebied de Kamer gevestigd is, bericht geeft.

  • 2. Zij verliezen van rechtswege hun lidmaatschap, zoodra zich eene der in artikel 5, derde lid, vermelde omstandigheden voordoet, die de verkiesbaarheid uitsluiten.

  • 3. Wanneer tusschen twee of meer leden van de Kamer de verboden verhouding bedoeld in het tweede lid van artikel 5 ontstaat, verliest of verliezen het lid of de leden, die het laatst in die niet toegelaten betrekking is of zijn gekomen van rechtswege zijn of hun lidmaatschap.

  • 4. Voorts vervalt het lidmaatschap door het opgeven der vestiging als hoofdverblijf in het openbaar lichaam of door een afwezigheid daarvan langer dan 8 maanden.

Tijdperk der verkiezing

Artikel 8
  • 1. De Kamer stelt het tijdperk van elke verkiezing vast, en deelt dat mede aan het Bestuurscollege binnen wiens gebied zij gevestigd is. Tusschen deze mededeeling en den aanvangsdatum van dat tijdperk moet tenminste een maand verloopen.

  • 2. Bij periodieke aftreding, ingevolge artikel 6, tweede lid, geschiedt deze mededeeling in de maand Augustus, voorafgaande aan de aftreding, en heeft de verkiezing plaats in de maand November of, indien omstandigheden zulks noodig maken, in de maand December daaropvolgend; bij het openvallen van plaatsen ingevolge artikel 7 en in alle andere gevallen geschiedt deze mededeeling binnen één maand na het openvallen en heeft de verkiezing plaats binnen drie maanden na die mededeeling.

Verkiezingscommissie

Artikel 9
  • 1. Voor de verkiezing van leden van de Kamer van Koophandel en Nijverheid is eene commissie gevestigd in elk openbaar lichaam, waar eene kamer haren zetel heeft, hierna te noemen Verkiezingscommissie.

  • 2. Elke verkiezingscommissie bestaat uit een voorzitter, twee leden en drie plaatsvervangende leden welke voor een kalenderjaar uit de kiesgerechtigden voor de Kamer door het Bestuurscollege worden benoemd. Als secretaris treedt op de secretaris van de Kamer.

  • 3. De Kamer stelt een lokaal beschikbaar voor de zitting van de Verkiezings-commissie en zorgt voor de inrichting van dat lokaal.

Wijze van verkiezing

Artikel 10
  • 1. De verkiezing geschiedt op de wijze als voorgeschreven is in het reglement bedoeld bij lid 4 van artikel 1.

  • 2. Het tijdstip en de wijze van indiening van – en de beslissing op de bezwaren tegen eene verkiezing, alsmede omtrent afgifte, onderzoek en beslissing over geloofsbrieven en indiening van – en beslissing op bezwaren tegen beslissing te dier zake worden tevens in dat reglement vastgesteld.

Bevoegdheden en verplichtingen der Kamers

Artikel 11
  • 1. De Kamers zijn verplicht aan het Bestuurscollege binnen wiens gebied zij gevestigd zijn, adviezen of inlichtingen te geven over die aangelegenheden van handel en nijverheid, waarover door het Bestuurscollege haar oordeel of inlichtingen gevraagd worden.

  • 2. Zij kunnen ook uit eigen beweging aan het Bestuurscollege binnen wiens gebied zij gevestigd zijn, zoodanige adviezen of inlichtingen geven, en verzoeken of voorstellen doen.

Artikel 12

De Kamers zijn verplicht de functie te verrichten, welke haar door wet of besluiten zijn opgedragen.

Artikel 13
  • 1. De Kamers zijn bevoegd tot:

    • a. het verleenen van subsidies aan instellingen, die een algemeen belang van handel en nijverheid bevorderen;

    • b. het zich belasten met het haar opgedragen beheer over al of niet door het Openbaar gezag in het leven geroepen inrichtingen ten dienste van handel en nijverheid;

    • c. het afgeven van verklaringen ten dienste van het handelsverkeer, zooals verklaringen omtrent het bestaan en den aard van handelsrecht in haar gebied;

    • d. het legaliseeren van handteekeningen, die in het handelsregister zijn ingeschreven;

    • e. het heffen van gelden voor het gebruik van bij haar in beheer zijnde inrichtingen en van retributies voor door haar aan belanghebbenden bewezen diensten of voor hen verrichte werkzaamheden;

    • f. het verzamelen van statische gegevens;

    • g. het verrichten van al hetgeen bevorderlijk kan zijn voor de belangen van handel en nijverheid.

  • 2. Zij kunnen van de overheid mededeelingen bekomen van de voor hare verslagen en verzamelingen van statische gegevens benoodigde opgaven volgens door het Bestuurscollege te geven voorschriften en behoudens de gevallen, waarin deze geheimhouding noodig acht.

Artikel 14

De kamers geven sturing aan één uitvoeringsorganisatie welke is gevestigd op Bonaire waar ook voor Bonaire een publiekskantoor is. Daarnaast is er zowel op Sint Eustatius als op Saba een publiekskantoor. Het publiekskantoor krijgt ondersteuning vanuit de uitvoeringsorganisatie bij de taakuitvoering.

Artikel 15
  • 1. Elke Kamer kiest in de eerste vergadering van elk kalenderjaar uit hare leden een voorzitter en een ondervoorzitter.

  • 2. Bij ontstentenis van den Voorzitter treedt de Ondervoorzitter als zoodanig op. En bij ontstentenis ook van dezen laatste treedt als Voorzitter op het lid, dat in een onafgebroken reeks van perioden het langst lid van de Kamer is.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt de Kamer in rechten.

Artikel 16
  • 1. Elke Kamer benoemt een Secretaris en een Penningmeester. Deze betrekkingen kunnen door één persoon worden waargenomen. Hunne salarissen worden jaarlijks door de Kamer vastgesteld.

  • 2. De Secretaris en de Penningmeester behoeven geen lid der Kamer te zijn. Indien de Secretaris geen lid der Kamer is, heeft hij een raadgevende stem in hare vergaderingen.

  • 3. De Secretaris en de Penningmeester kunnen door de Kamer worden ontslagen.

  • 4. Het verder noodige personeel wordt eveneens door de Kamer benoemd en ontslagen. De salarissen van dit personeel worden door de Kamer jaarlijks vastgesteld.

Vergaderingen

Artikel 17
  • 1. De vergaderingen zijn toegankelijk voor de kiezers. In gevallen ter beoordeeling van den voorzitter of van de meerderheid der Kamer, kunnen geheime vergaderingen worden gehouden.

  • 2. De Kamer kan personen, niet lid der Kamer zijnde, verzoeken haar tijdens de vergaderingen van voorlichting te dienen.

Reglement van orde

Artikel 18

Elke Kamer stelt een reglement van orde vast ter regeling van haren inwendigen dienst. Dat reglement en de later daarin te brengen wijzigingen behoeven alvorens van kracht te zijn de goedkeuring van het Bestuurscollege.

Geldmiddelen

Artikel 19
  • 1. De kosten van elke Kamer worden bestreden uit de gelden en retributies bedoeld in artikel 13, alsmede uit hare overige inkomsten.

  • 2. Het comptabel toezicht op het geldelijk beheer der Kamers wordt bij huishoudelijk reglement geregeld.

Verslag

Artikel 20

Elke Kamer brengt jaarlijks een verslag uit van haar handelingen in het voorafgaande kalenderjaar en over den toestand in dit tijdvak van handel en nijverheid in haar gebied. Het Bestuurscollege, binnen wiens gebied een Kamer gevestigd is, ontvangt een exemplaar van dat verslag.

Toezicht van het bestuur

Artikel 21
  • 1. Aan de goedkeuring van het Bestuurscollege worden onderworpen de besluiten der Kamers betreffende:

    • a. het verleenen van subsidies aan instellingen, die een algemeen belang van handel en nijverheid bevorderen;

    • b. het zich belasten met het beheer van inrichtingen ten dienste van handel en nijverheid, welke niet door het openbaar gezag in het leven zijn geroepen;

    • c. het stichten van inrichtingen ten dienste van handel en nijverheid;

    • d. het koopen, verkoopen en bezwaren van onroerende zaken en de rechten waaraan deze zijn onderworpen.

  • 2. De Kamers geven aan het Bestuurscollege, binnen wiens gebied zij gevestigd zijn, alle gewenste inlichtingen omtrent haar werkzaamheden.

Artikel 22
  • 1. De besluiten der Kamers kunnen, voor zover zij in strijd zijn met de wet of het algemeen belang door Onze Minister van Economische Zaken worden geschorst of vernietigd bij een met redenen omkleed besluit, dat, ingeval van schorsing, den duur daarvan bepaalt, en welk besluit bekend wordt gemaakt in de courant, waarin officieele stukken worden gepubliceerd.

  • 2. Schorsing stuit onmiddellijk de werking van het geschorste besluit. Zij kan niet langer duren dan zes maanden. Besluiten, die geschorst zijn geweest, kunnen niet opnieuw geschorst worden.

  • 3. Vernietiging wegens strijd met wettelijke regelingen brengt mede vernietiging van alle gevolgen van het vernietigde besluit, voor zoover die voor vernietiging vatbaar zijn. Bij vernietiging wegens strijd met het algemeen belang kunnen niet met dat belang strijdige gevolgen in stand blijven.

  • 4. Gedeeltelijke schorsing of vernietiging van een besluit heeft geen invloed op de geldigheid van het niet geschorste of niet-vernietigde deel van het besluit.

  • 5. Ingeval eene Kamer ernstig nalatig is in het naleven van haar ingevolge deze wet of andere wettelijke regelingen opgelegde verplichtingen, wordt daarin door de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen ten koste van de nalatige Kamer voorzien. Deze voorziening brengt mede de bevoegdheid van de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen om de noodige gelden uit de kas der Kamer te putten, alsmede om over de diensten van den Secretaris/Penningmeester der Kamer te beschikken, hem personeel toe te wijzen en hem bij gebleken ongeschiktheid of nalatigheid te ontslaan en in deze vervanging te voorzien.

Artikel 23

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.

Naar boven