Beschikking van de Minister van Justitie van 27 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 27 september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN HET AANVULLEND RECHTSPOSITIEBESLUIT EILANDGEDEPUTEERDEN BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET AANPASSINGSBESLUIT OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Artikel 1

  • 1. Een eilandgedeputeerde heeft per kalenderjaar aanspraak op vakantie met behoud van inkomen voor de duur van 22 werkdagen. Voor elke volle kalendermaand gedurende welke de eilandgedeputeerde niet als zodanig werkzaam is geweest anders dan tengevolge van ziekte of vakantie, wordt het aantal vakantiedagen verminderd met 1/12 deel. Het aantal dagen waarop de eilandgedeputeerde na zodanige vermindering aanspraak blijft behouden, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele dagen.

  • 2. De vakantie bedoeld in het eerste lid wordt op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek door het Bestuurscollege verleend. De vakantie wordt voor zover mogelijk aaneengesloten opgenomen.

  • 3. Voor zover aan een eilandgedeputeerde in een kalenderjaar het hem volgens dit artikel toekomend aantal vakantiedagen niet is verleend, wordt hem de niet genoten vakantie in het daarop volgende kalenderjaar toegekend.

Artikel 2

  • 1. Ter compensatie van het door een eilandgedeputeerde bij zijn ontslag of overlijden niet genoten of gedeeltelijk niet genoten vakantie, wordt aan hem, respectievelijk aan de weduwe of weduwnaar, een geldsbedrag uitbetaald gelijk aan het bedrag dat de eilandgedeputeerde aan inkomen zou zijn uitgekeerd gedurende de vakantie, indien de vakantie zou zijn genoten.

  • 2. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen ten aanzien van wie familierechtelijke betrekkingen bestaan. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitbetaling, indien de overledene kostwinner was van ouders, broeders, zusters, meerderjarige kinderen of stiefkinderen, ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 3. Laat de overledene ook geen betrekkingen, als bedoeld in het tweede lid na, dan wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging.

Artikel 3

  • 1. De eilandgedeputeerde heeft aanspraak op een vakantieuitkering voor elke kalendermaand of de helft of meer daarvan, waarin hij als zodanig in dienst is. De vakantieuitkering bedraagt vijf procent van zijn inkomen.

  • 2. De vakantieuitkering wordt eenmaal per kalenderjaar, in de tweede helft van de maand december, uitbetaald.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid vindt de uitbetaling van de vakantieuitkering ook plaats bij ontslag of overlijden en wel over het tijdvak gelegen tussen het einde van de laatstverstreken periode waarover vakantieuitkering werd uitbetaald en de datum van het ontslag of het overlijden.

  • 4. Bij overlijden van een eilandgedeputeerde geschiedt de uitbetaling van de vakantieuitkering aan de weduwe of weduwnaar. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, leden 2 en 3.

Artikel 4

  • 1. Op de eilandgedeputeerde is de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten ambtenaren BES van toepassing.

  • 2. De eilandgedeputeerde die wegens ziekte verhinderd is zijn dienst uit te oefenen, heeft tot herstel van zijn gezondheid aanspraak op ziekteverlof met behoud van zijn vol inkomen. Ter verkrijging van ziekteverlof van langer dan zeven achtereenvolgende dagen is overlegging van een geneeskundige verklaring door de eilandgedeputeerde verplicht.

  • 3. De aanspraak, bedoeld in het eerste lid, wordt verminderd met de vergoeding of uitkering welke de eilandgedeputeerde ontvangt krachtens een bij of krachtens de wet voorgeschreven zorgverzekering.

  • 4. De aanspraak bedoeld in het eerste lid, wordt verminderd met de vergoeding of uitkering welke de eilandgedeputeerde ontvangt krachtens een bij of krachtens de wet voorgeschreven zorgverzekering.

Artikel 4a

Dit besluit berust op artikel 56, tweede lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES.

Naar boven