Besluit van 9 februari 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 4 februari 2010, nr. WJZ / 10013941;

Gelet op artikel 22 van de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden treedt in werking met ingang van 19 februari 2010.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 februari 2010

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de zestiende februari 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In verband met de noodzaak van tijdige implementatie is inwerkingtreding van de wet op zo kort mogelijk termijn aangewezen en wordt niet aangesloten bij een vast inwerkingtredingsmoment (1 januari of 1 juli) zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving. Dat beleid biedt de mogelijkheid om een uitzondering te maken indien de tijdige implementatie van Europese richtlijnen daartoe aanleiding geeft. In dit geval wordt, gegeven de reeds verstreken implementatietermijn, van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Van zowel de invoeringstermijn van 2 maanden als van inwerkingtreding op de vaste veranderdatum (1 januari of 1 juli) wordt afgezien. De rechtspositie van ondernemers bij geschillen over de toepassing van aanbestedingsregels is bovendien ook bij een snelle inwerkingtreding gebaat.

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven