Rijkswet van 7 juli 2010, houdende Reglement voor de Gouverneur van Curaçao

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, in verband met het verkrijgen van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk door Curaçao, uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 2, tweede en derde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Eerste afdeling Benoeming en ontslag van de Gouverneur

Artikel 1

  • 1. De Gouverneur is vertegenwoordiger van de Koning in diens hoedanigheid van hoofd van de regering van Curaçao. Hij is tevens vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

  • 2. De Gouverneur wordt bij koninklijk besluit voor de tijd van zes jaren benoemd. Bij het verstrijken van deze termijn kan hij eenmaal worden herbenoemd voor de tijd van ten hoogste zes jaren.

  • 3. De Gouverneur kan te allen tijde bij koninklijk besluit worden ontslagen.

  • 4. Bij algemene maatregel van rijksbestuur wordt zijn materiële positie geregeld.

  • 5. Het pensioen van de Gouverneur en zijn nagelaten betrekkingen wordt bij rijkswet geregeld.

  • 6. Alle uitgaven, verband houdende met de uitoefening van het ambt van Gouverneur, komen ten laste van het land Nederland, behoudens de verrekening bedoeld in artikel 35 van het Statuut voor het Koninkrijk.

Artikel 2

De Gouverneur legt in handen van de Koning of van degene, door de Koning hiertoe aangewezen, de eed (verklaring en belofte) af:

«Ik zweer (verklaar), dat ik, middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of wat voorwendsel ook, in verband met het verkrijgen van mijn benoeming tot Gouverneur aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.

Ik zweer (beloof), dat ik om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, middellijk of onmiddellijk.

Ik zweer (beloof), trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het Koninkrijk; dat ik het welzijn van Curaçao naar mijn vermogen bevorderen zal; dat ik de Staatsregeling van Curaçao en het Reglement voor de Gouverneur van Curaçao steeds zal onderhouden en doen onderhouden en dat ik mij in alles zal gedragen, zoals een goed Gouverneur betaamt.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!» («Dat verklaar en beloof ik»).

Artikel 3

De Gouverneur aanvaardt zijn ambt door overlegging in een plechtige vergadering van de Staten van een afschrift van het koninklijk besluit houdende zijn benoeming en van het procesverbaal van zijn eedaflegging, en brengt de aanvaarding van zijn ambt bij proclamatie ter kennis van de ingezetenen.

Artikel 4

Onverminderd hetgeen elders in dit reglement is bepaald, is de Gouverneur verplicht zijn ambt te blijven uitoefenen totdat zijn opvolger het ambt heeft aanvaard, tenzij de uitoefening van zijn ambt eindigt op een eerder tijdstip ingevolge Koninklijke opdracht of toestemming.

Artikel 5

De Gouverneur mag zonder verlof van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Curaçao niet verlaten.

Artikel 6

  • 1. De Gouverneur mag rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in, noch borg zijn voor enige onderneming, ten grondslag hebbende een overeenkomst om winst of voordeel aangegaan met Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

  • 2. Hij mag, behalve openbare schuldbrieven, geen schuldvorderingen ten laste van een van de landen van het Koninkrijk bezitten.

  • 3. Hij mag rechtstreeks noch zijdelings deel hebben in enige concessie in een van de landen van het Koninkrijk, noch in enige onderneming van welke aard ook, in het Koninkrijk gevestigd of in het Koninkrijk haar bedrijf uitoefenende.

  • 4. Hij mag geen bestuurder, commissaris, adviseur of werknemer zijn van enige onderneming van welke aard ook.

  • 5. Het bij het eerste en derde lid bepaalde blijft op hem van toepassing gedurende één jaar na zijn aftreden.

  • 6. Het bij het vierde lid bepaalde blijft op hem van toepassing gedurende één jaar na zijn aftreden voor zover het een onderneming betreft die in het Koninkrijk is gevestigd of in het Koninkrijk haar bedrijf uitoefent.

  • 7. Indien een verbod als bedoeld in het vijfde en zesde lid ten aanzien van een gewezen Gouverneur kennelijk onredelijk is te achten, kan bij koninklijk besluit daarvan ontheffing worden verleend.

Artikel 7

  • 1. Bloed- of aanverwantschap tot en met de tweede graad of huwelijk mag niet bestaan tussen de Gouverneur enerzijds en de ondervoorzitter of een overig lid van de Raad van Advies, een minister of de Gevolmachtigde Minister anderzijds.

  • 2. Hij, die na zijn benoeming komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid, behoudt zijn ambt niet dan met bij koninklijk besluit verleende toestemming.

  • 3. De aanverwantschap houdt op door ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk, waardoor zij ontstaan is.

Artikel 8

  • 1. Wanneer er vermoeden bestaat, dat de Gouverneur lijdt aan een zodanige ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat hij niet in staat moet worden geacht het ambt naar behoren uit te oefenen, belegt de voorzitter van de raad van ministers uit eigen beweging of op verzoek van twee leden een vergadering van die raad, ten einde de gegrondheid van het vermoeden te onderzoeken.

  • 2. De raad van ministers, oordelende dat daartoe termen bestaan, beveelt het instellen van een geneeskundig onderzoek aan een commissie, tezamen gesteld uit drie geneeskundigen waaronder ten minste één geneeskundige, gespecialiseerd in de psychiatrie dan wel in de zenuw- en zielsziekten.

  • 3. Deze commissie is bevoegd de gewone geneesheer van de Gouverneur in haar midden te roepen en dient de raad van ministers van bericht.

  • 4. Van het in de raad van ministers verhandelde worden nauwkeurige processen-verbaal in dubbel opgemaakt en door de voorzitter, de leden en de secretaris ondertekend.

  • 5. Als de raad, na de Raad van Advies te hebben gehoord, oordeelt, dat het bericht van de commissie het bestaande vermoeden bevestigt, wordt onverwijld een van de dubbelen van de processen-verbaal gezonden aan de Koning en belegt de voorzitter van de raad van ministers een vergadering van de Staten.

  • 6. De vergadering wordt gehouden met gesloten deuren. De vergadering verklaart, na de personen, die inlichtingen geven kunnen, onder ede gehoord te hebben, en bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, of er termen bestaan de Gouverneur niet in staat te achten zijn ambt naar behoren uit te oefenen.

  • 7. De verklaring, dat zodanige termen bestaan, ontheft, zolang zij niet, na gelijk onderzoek, op gelijke wijze is ingetrokken en in afwachting van een bij koninklijk besluit te nemen beschikking, de Gouverneur van de uitoefening van zijn ambt.

  • 8. Van het in de Staten verhandelde wordt een nauwkeurig proces-verbaal in dubbel opgemaakt en door al de leden en de griffier ondertekend.

  • 9. Een van de dubbelen wordt onverwijld gezonden aan de Koning.

  • 10. Wanneer de Gouverneur door een plotselinge ziektetoestand anders dan bedoeld in het eerste lid niet in staat is om zijn ambt uit te oefenen en om de uitoefening hiervan overeenkomstig artikel 13, derde lid, tijdelijk aan de aldaar bedoelde persoon over te dragen, worden de in dit artikel opgenomen bepalingen eveneens toegepast, met dien verstande echter, dat de Gouverneur, nadat hij voldoende hersteld is, de uitoefening van zijn ambt hervat.

Artikel 9

  • 1. De Gouverneur kan, zolang hij zijn ambt bekleedt, niet voor de strafrechter in Aruba, Curaçao of Sint Maarten worden gedagvaard, noch aldaar in burgerlijke gijzeling gebracht, noch zonder koninklijke toestemming als getuige in een rechtsgeding geroepen worden.

  • 2. Hij kan, ook na zijn ontslag, wegens feiten, tijdens zijn ambtsperiode gepleegd, in Aruba, Curaçao of Sint Maarten niet tot straf vervolgd worden.

Artikel 10

De Gouverneur staat wegens ambtsmisdrijven in zijn betrekking gepleegd, ook na zijn aftreden terecht voor de Hoge Raad der Nederlanden. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 11

  • 1. De Gouverneur staat in Nederland, behalve wegens ambtsmisdrijven, terecht voor de rechter, die volgens de aldaar geldende wetten bevoegd zou zijn geweest, naar gelang van de tegen het feit bedreigde straffen, daarvan kennis te nemen, ware het gepleegd in de gemeente in welke de zetel van de regering van het Koninkrijk gevestigd is.

  • 2. De straf tegen het feit bedreigd, is die welke daartegen bedreigd wordt bij het strafrecht van de plaats, waar het feit is begaan.

Artikel 12

Indien tegen de Gouverneur, hetzij in het geval voorzien in artikel 10, hetzij ter zake van andere strafbare feiten, een vervolging in Nederland wordt ingesteld, draagt hij de uitoefening van zijn ambt over aan degene, die bij koninklijk besluit is aangewezen om tijdelijk het ambt van Gouverneur uit te oefenen.

Artikel 13

  • 1. Wanneer de Gouverneur overeenkomstig artikel 8 tijdelijk van de uitoefening van zijn ambt is ontheven, of wanneer hij niet in staat is om het uit te oefenen, treedt als waarnemende Gouverneur op de persoon, bij koninklijk besluit daartoe aangewezen.

  • 2. Hetzelfde geschiedt wanneer de Gouverneur overlijdt of de uitoefening van zijn ambt tussentijds beëindigt en zijn opvolger nog niet is benoemd of nog niet kan optreden.

  • 3. Wanneer ziekte van de Gouverneur anders dan bedoeld in artikel 8, eerste lid, een voorziening noodzakelijk maakt, onderscheidenlijk wanneer hij verlof verkrijgt, draagt de Gouverneur de uitoefening van zijn ambt tijdelijk over aan de persoon, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Telkenmale wanneer de waarnemende Gouverneur als zodanig optreedt in de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, doet hij hiervan mededeling aan de Staten en brengt hij dit bij proclamatie ter kennis van de ingezetenen.

  • 5. De mededeling, onderscheidenlijk de proclamatie, bedoeld in het vierde lid, worden gedaan door de Gouverneur in de gevallen, genoemd in het derde lid.

  • 6. Wanneer de Gouverneur in gevallen als bedoeld in het eerste en derde lid, de uitoefening van zijn ambt hervat, doet hij hiervan mededeling aan de Staten en brengt hij dit bij proclamatie ter kennis van de ingezetenen.

Artikel 14

  • 1. Al wat in dit reglement en in de Staatsregeling van Curaçao is bepaald omtrent de Gouverneur is van overeenkomstige toepassing op de waarnemende Gouverneur, met uitzondering van de voorschriften in de artikelen 3 en 7 van dit reglement, en met dien verstande, dat de verbodsbepalingen van artikel 6 van dit reglement niet gelden voor het deel dat de waarnemende Gouverneur in de daarbij bedoelde concessies en ondernemingen had, alsmede voor door hem vervulde betrekkingen als genoemd in het vierde lid bij de aldaar bedoelde ondernemingen, voor zover verworven onderscheidenlijk aanvaard buiten de tijd dat hij als waarnemende Gouverneur optreedt, en dat het vijfde en zesde lid van dat artikel niet op hem van toepassing zijn.

  • 2. De waarnemende Gouverneur legt in een plechtige vergadering van de Staten een afschrift over van het koninklijk besluit, bedoeld in artikel 13, eerste lid, en van het proces-verbaal van zijn eedaflegging.

Tweede afdeling De bevoegdheden van de Gouverneur als orgaan van het Koninkrijk

Artikel 15

  • 1. De Gouverneur vertegenwoordigt de regering van het Koninkrijk en waakt daarbij over het algemeen belang van het Koninkrijk overeenkomstig de bepalingen van dit reglement en met inachtneming van de bij of krachtens koninklijk besluit te geven aanwijzingen. Hij is verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

  • 2. Indien de Gouverneur dan wel de Gouverneur van Aruba of Sint Maarten het gewenst acht, plegen zij onderling overleg omtrent aangelegenheden waarbij het belang van het Koninkrijk is betrokken.

  • 3. Onze Minister-President of een andere minister van het Koninkrijk kan overleg voeren met de Gouverneur, de Gouverneur van Aruba en de Gouverneur van Sint Maarten.

  • 4. Ten minste tweemaal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de Gouverneur, de Gouverneur van Aruba, de Gouverneur van Sint Maarten en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties omtrent aangelegenheden waarbij het belang van het Koninkrijk is betrokken. Aan dat overleg kunnen eveneens deelnemen Onze Ministers van het Koninkrijk wie de te bespreken onderwerpen aangaan.

  • 5. Indien Onze Minister-President deelneemt aan een overleg als bedoeld in het derde of vierde lid, zit hij de vergadering voor.

Artikel 16

De Gouverneur zorgt voor de afkondiging van de hem daartoe vanwege de Koning toegezonden rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. Hij draagt eveneens zorg voor de uitvoering van de rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur en van de in Curaçao geldende verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, tenzij deze uitdrukkelijk aan een landsorgaan is opgedragen.

Artikel 17

  • 1. De Gouverneur kan om gewichtige redenen de hem bevolen afkondiging of uitvoering van de in artikel 16 bedoelde rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur opschorten en geeft hiervan terstond kennis aan de regering van het Koninkrijk.

  • 2. Wanneer de afkondiging of uitvoering van een rijkswet door de Gouverneur is opgeschort, wordt hiervan door de Koning ten spoedigste mededeling gedaan aan de vertegenwoordigende lichamen van de landen.

  • 3. Indien de handeling van de Gouverneur niet de instemming van de regering van het Koninkrijk verwerft, dan wordt de Gouverneur hiervan in kennis gesteld. De afkondiging of uitvoering heeft daarna onverwijld plaats.

Artikel 18

  • 1. De rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur worden afgekondigd door plaatsing in het officiële publicatieblad, met vermelding van de datum van uitgifte.

  • 2. Het formulier van afkondiging luidt:

    «In naam van de Koning!

    «De Gouverneur van Curaçao,

    «Vanwege de Koning de last ontvangen hebbende tot afkondiging van onderstaande rijkswet (onderstaande algemene maatregel van rijksbestuur):

    (Mededeling van de wettelijke regeling)

    «Heeft opneming daarvan in het officiële publicatieblad bevolen.

    Gedaan te , de .»

    (Ondertekening van de Gouverneur)

  • 3. Ingeval de uitoefening van het ambt van Gouverneur wordt waargenomen, heeft voor zoveel nodig wijziging van dat formulier plaats.

Artikel 19

De afgekondigde rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur treedt in werking op het in of krachtens die regeling te bepalen tijdstip.

Artikel 20

De Gouverneur houdt toezicht op de naleving van de rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur en van de verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Ter zake doet hij de nodige voordrachten aan de regering van het Koninkrijk.

Artikel 21

De Gouverneur stelt een landsverordening en een hem voorgedragen landsbesluit niet vast, wanneer hij de verordening of het besluit in strijd acht met het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de Koning als hoofd van de regering van het Koninkrijk. Wanneer bij koninklijk besluit, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, wordt beslist dat zodanige strijd niet aanwezig is, stelt de Gouverneur de landsverordening of het landsbesluit alsnog vast. Het koninklijk besluit, waarbij wordt beslist dat zodanige strijd wel aanwezig is, wordt in het officiële publicatieblad bekend gemaakt.

Artikel 22

  • 1. De Gouverneur zendt elke vastgestelde landsverordening en elk vastgesteld landsbesluit, houdende algemene maatregelen, onverwijld aan de Koning als hoofd van de regering van het Koninkrijk.

  • 2. Wetgevende en bestuurlijke maatregelen in Curaçao getroffen, kunnen op grond van strijd met het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is, geheel of gedeeltelijk bij koninklijk besluit, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, worden geschorst en vernietigd. De voordracht tot vernietiging geschiedt door de raad van ministers van het Koninkrijk.

  • 3. Het besluit tot schorsing of vernietiging wordt in het officiële publicatieblad geplaatst.

  • 4. De schorsing stuit onmiddellijk de werking van de geschorste bepalingen.

  • 5. Is binnen één jaar na de dagtekening van het schorsingsbesluit geen besluit tot vernietiging tot stand gekomen, dan vervalt de schorsing. Hiervan geschiedt kennisgeving in het officiële publicatieblad.

  • 6. Bepalingen, die geschorst zijn geweest, kunnen niet opnieuw worden geschorst.

  • 7. Het besluit tot vernietiging regelt de gevolgen van de vernietiging.

Artikel 23

De landsverordening kan aan de Gouverneur als orgaan van het Koninkrijk met koninklijke toestemming bevoegdheden met betrekking tot aangelegenheden van Curaçao opdragen, welke hij niet uitoefent als vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Curaçao.

Artikel 24

  • 1. De landsorganen verlenen op verzoek van de Gouverneur hun medewerking bij de uitoefening van de hem in dit reglement toegekende bevoegdheden.

  • 2. De onder hen ressorterende diensten en ambtenaren staan daartoe te zijnen dienste.

Artikel 25

  • 1. De Gouverneur is naar de bepalingen, vervat in de wet van 22 april 1855 (Stb. 33), houdende regeling der verantwoordelijkheid van de hoofden der ministeriële departementen, tot straf vervolgbaar:

    • a. wanneer hij opzettelijk uitvoering geeft of doet geven aan koninklijke besluiten, niet voorzien van de vereiste mede-ondertekening van een der ministers van het Koninkrijk;

    • b. wanneer hij opzettelijk beschikkingen neemt, of opdrachten geeft, of bestaande beschikkingen of opdrachten handhaaft, waardoor de bepalingen van dit reglement of andere in Curaçao geldende wettelijke regelingen worden geschonden;

    • c. wanneer hij opzettelijk nalaat uitvoering te geven of te doen geven aan de voorschriften van dit reglement of andere in Curaçao geldende wettelijke regelingen, of aan koninklijke besluiten, geen wettelijke regelingen zijnde, doch waarvan hem de uitvoering is opgedragen;

    • d. indien hij zonder opzet de uitvoering onder letter c omschreven, grovelijk verzuimt.

  • 2. De feiten in dit artikel vermeld worden beschouwd als misdrijven.

  • 3. De feiten, vermeld onder letters a, b en c worden gestraft met de straf genoemd in artikel 355, en het feit, vermeld onder letter d, met de straf genoemd in artikel 356 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht.

Artikel 26

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 27

Deze rijkswet wordt aangehaald als: Reglement voor de Gouverneur van Curaçao.

Artikel 28

Het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen wordt ingetrokken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 juli 2010

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de eerste september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 178 (R 1898)

Naar boven