Besluit van 23 augustus 2010, houdende wijziging van het Besluit diervoeders (Uitvoering verordening (EG) nr. 767/2009 inzake diervoeders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 juni, no. 131377, Directie Juridische Zaken;

Gelet op verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG), nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en de Beschikking 2004/217/EG van de Commissie;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 8, 11, eerste lid, en 36, eerste lid, van de Kaderwet diervoeders;

De Raad van State gehoord (advies van 7 juli 2010, nr. W11.10.0229/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 augustus 2010, no. 145975, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit diervoeders wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder wet: Kaderwet diervoeders.

B

De artikelen 2 tot en met 6, 8 tot en met 11, 13 tot en met 16, 18 tot en met 20, 22, 23, 25, 26 en 29 vervallen.

C

In artikel 28, eerste lid, wordt de zinsnede «of een vervangend voederproteïne dat onderscheidenlijk die» vervangen door «dat» en vervallen de zinsneden «of die voederproteïne», «de vervangende voederproteïne,» en «of vervangende voederproteïnen».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2010. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2010, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 23 augustus 2010

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de eenendertigste augustus 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Aanleiding voor het onderhavige besluit tot wijziging van het Besluit diervoerders vormt Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (hierna: verordening (EG) nr. 767/2009). Met deze verordening zijn acht richtlijnen van de Europese Unie (de hiervoor genoemde richtlijnen en artikel 16 van richtlijn nr. 70/524/EG) en de hiervoor genoemde beschikking van de Commissie van de Europese Unie met betrekking tot diervoeders ingetrokken.

Het zijn de volgende acht richtlijnen en één beschikking:

  • richtlijn nr. 79/373/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 betreffende het verkeer van mengvoeders (PbEG L 68);

  • richtlijn nr. 80/511/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 mei 1980 houdende machtiging om, in bepaalde gevallen, mengvoeders in de handel te brengen in niet gesloten verpakkingen of recipiënten (PbEG L 126);

  • richtlijn nr. 83/228/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in de diervoeding (PbEG L 126);

  • richtlijn nr. 82/471/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (PbEG L 213);

  • richtlijn nr. 93/74/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 september 1993 betreffende diervoeders met een bijzonder voedingsdoel («dieetvoer») (PbEG L 237);

  • richtlijn 93/113/EEG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1993 betreffende het gebruik en het in de handel brengen van voor diervoeding bestemde enzymen, micro-organismen en hun preparaten (PbEG L 334);

  • richtlijn nr. 96/25/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddelen (PbEG L 125);

  • artikel 16 van richtlijn nr. 70/524/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PbEG L 270);

  • beschikking nr. 2004/217/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 maart 2004 tot goedkeuring van een lijst van materialen waarvan het verkeer en het gebruik in de diervoeding is verboden (PBEU L 67).

De bij verordening (EG) nr. 767/2009 ingetrokken richtlijnen zijn tot op heden geïmplementeerd in het Besluit diervoeders. Met het onderhavige besluit komen de in dat besluit opgenomen bepalingen voor de implementatie van die richtlijnen te vervallen. In de Regeling diervoeders zal op grond van de artikelen 17 en 24 van het Besluit diervoeders in uitvoering van verordening (EG) nr. 767/2009 worden voorzien.

Verordening (EG) nr. 767/2009 en de ingetrokken richtlijnen

Artikel 33 van Verordening (EG) nr. 767/2009 bepaalt dat deze verordening van toepassing is met ingang van 1 september 2010. Op die datum zijn de hiervoor genoemde acht richtlijnen en één beschikking van de Europese Unie ingetrokken. Deze richtlijnen en beschikking zijn geactualiseerd en vervangen door verordening (EG) nr. 767/2009. Het betreft de bepalingen over:

  • het verkeer van mengvoeders (uit richtlijn nr. 79/373/EEG);

  • mengvoeders in niet gesloten verpakkingen (uit richtlijn nr. 80/511/EEG).

  • in diervoeder gebruikte producten (bioproteïnen) (uit richtlijn nr. 82/471/EEG);

  • richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in de diervoeding (uit richtlijn nr. 83/228/EEG);

  • diervoeders met een bijzonder voedingsdoel («dieetvoer») (uit richtlijn nr. 93/74/EEG);

  • voor diervoeding bestemde enzymen, micro-organismen en hun preparaten (uit richtlijn 93/113/EG);

  • het verkeer en het gebruik van voedermiddelen (uit richtlijn nr. 96/25/EG);

  • de aanduiding van toevoegingsmiddelen op diervoeders (voorheen artikel 16 van richtlijn nr. 70/524/EEG);

  • een lijst van materialen waarvan het in de handel brengen als diervoeding aan beperkingen onderhevig is (uit beschikking nr. 2004/217/EG).

Naast de actualisering zijn er met verordening (EG) nr. 767/2009 verbeteringen aangebracht in de voor diervoeders geldende regelgeving. Het betreft de volgende verbeteringen:

  • De vergunningprocedure voor bioproteïnen is vervangen door een verbod op gevaarlijke producten op basis van markttoezicht. Hiermee is het toepassen van bioproteïnen eenvoudiger geworden.

  • Claims inzake diervoeders moeten door de exploitanten van diervoederbedrijven wetenschappelijk worden onderbouwd.

  • Voor de aanbiedingsvorm van en de reclame voor diervoeders gaat gelden dat deze samenhangend, duidelijk, transparant en begrijpelijk zijn.

  • De aanvaardbare gehalten voor chemische onzuiverheden als gevolg van het productieproces of de toepassing van technische hulpstoffen worden vastgesteld.

  • Voor houders van gezelschapsdieren wordt de etikettering van toevoegingsmiddelen verduidelijkt.

  • De verplichting om het gewichtspercentage van alle in mengvoeders verwerkte voedermiddelen te vermelden is vereenvoudigd.

  • De algemene etiketteringvoorschriften zijn vereenvoudigd voor zover deze voorschriften niet noodzakelijk zijn voor de bescherming van de gezondheid van mens en dier of de consumentenbelangen en een te zware belasting vormen voor de producenten van diervoeders.

Administratieve lasten, bedrijfseffecten, milieu-effecten

Met verordening (EG) nr. 767/2009 en de intrekking van acht richtlijnen en één beschikking van de Europese Unie op het gebied van diervoeders is beoogd de bestaande Europese regelgeving te actualiseren en te verduidelijken (preambule, overweging 4, bij verordening (EG) nr. 767/2009) en zijn op een aantal punten verbeteringen aangebracht (preambule, overwegingen 14, 16, 19, 20, 21, en 26), zoals de vervanging van een vergunningsysteem voor bioproteïnen door algemene regels en de vereenvoudiging van een aantal etiketteringvoorschriften.

Met deze verordening zijn geen instrumenten in het leven geroepen die nieuwe administratieve lasten veroorzaken. Ook dit besluit dat strekt tot intrekking van bepalingen tot implementatie van richtlijnen met betrekking tot diervoeders leidt niet tot extra administratieve lasten of bedrijfseffecten. Deze intrekking is slechts een technische exercitie om te voorkomen dat, nu verordening (EG) nr. 767/2009 in werking is getreden en met ingang van 1 september 2010 van toepassing is, zowel krachtens de Kaderwet diervoeders als bij deze verordening overeenkomstige regels voor diervoeders worden gesteld.

Een verwachte daling van de administratieve lasten door vervanging van het vergunningsysteem voor bioproteïnen is dan ook geen gevolg van dit besluit maar van uitvoering van verordening (EG) nr. 767/2009. Bij de wijziging van de Regeling diervoeders voor de uitvoering van deze verordening zal nader op de verwachte daling van de administratieve lasten en de vanwege gewijzigde etiketteringsregels verandering in de samenstelling van de nalevingskosten worden ingegaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

De definitiebepalingen vervallen geheel, met uitzondering van de definitie van het begrip wet. De materiële bepalingen in de vervallen onderdelen b, c, g en h maken thans onderdeel uit van bijlage 1, onderdeel 1, bijlage 1, onderdeel 2, artikel 3, eerste lid, onderdeel k, respectievelijk l, van verordening (EG) nr. 767/2009. De materiële bepalingen in de vervallen onderdelen d, e en f maken thans onderdeel uit van artikel 2, onderdelen f, g, respectievelijk d, van verordening nr. 2003/1831/EG.

Artikel I, onderdeel B

De vervallen artikelen bevatten, met uitzondering van artikel 29, slechts materiële bepalingen die thans bij tien EU-verordeningen, waaronder verordening (EG) nr. 767/2009, geregeld zijn. Artikel 29 (oud) gaf een specifieke regeling voor de etikettering van diervoeders bestemd voor dieren die voor wetenschappelijke of experimentele doeleinden worden gehouden. Deze regels zullen worden gesteld bij ministeriële regeling krachtens artikel 17 van het Besluit diervoeders voor de uitvoering van artikel 21, achtste lid, van verordening (EG) nr. 767/2009.

Artikel I, onderdeel C

Met de inwerkingtreding van verordening (EG) nr. 767/2009 vervalt richtlijn nr. 83/228/EEG. Deze richtlijn bevatte een verbod om vervangende voederproteïnen op de markt te brengen zonder toelating of proefontheffing. Met de inwerkingtreding van bovengenoemde verordening worden vervangende voederproteïnen aangemerkt als voedermiddelen en geldt deze toelatingseis niet langer. De mogelijkheid tot het verlenen van een proefontheffing voor het gebruik van vervangende voederproteïnen in artikel 28 van het Besluit diervoeders, is daardoor ook overbodig.

Artikel II

Artikel 33 van Verordening (EG) nr. 767/2009 bepaalt dat deze verordening van toepassing is met ingang van 1 september 2010. Het onderhavige besluit treedt op die datum in werking. Indien bekendmaking van het onderhavige besluit niet op of voor 31 augustus 2010 kan plaatsvinden, is voorzien inwerkingtreding op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de inwerkingtreding is voorzien. Deze bepaling is overeenkomstig is aanwijzing 180, model E, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Hoewel verordening (EG) nr. 767/2009 met ingang van 1 september 2010 volledig van toepassing is, is aan het besluit geen terugwerkende kracht verleend met het oog op de strafbaarstelling van overtredingen van Verordening (EG) nr. 767/2009. Mocht dit besluit na 31 augustus 2010 worden bekendgemaakt dan zal op grond van de Regeling diervoeders in handhaving van Verordening (EG) nr. 767/2009 kunnen worden voorzien.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven