Besluit van 8 december 2009, houdende intrekking van de Jachtwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 december 2009, nr. 85623;

Gelet op artikel 123, derde lid, van de Flora- en faunawet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juli 2010 wordt de Jachtwet ingetrokken.

Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 december 2009

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de twaalfde januari 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt bewerkstelligd dat de Jachtwet wordt ingetrokken. Aan deze wet komt geen betekenis meer toe nu de materie van de Jachtwet door de Flora- en faunawet wordt geregeld. Behoudens de bepalingen over het jachtfonds zijn alle artikelen van deze wet al vervallen. De taken van het Jachtfonds zijn grotendeels overgenomen door het Faunafonds. Ook lopen er geen bezwaar- en beroepsprocedures meer met betrekking tot besluiten van het Jachtfonds, die intrekking van de wet in de weg staan.

Op grond van intrekking van de Jachtwet vervallen tevens van rechtswege:

  • het Besluit Jachtfonds;

  • het Besluit van 8 maart 1978, houdende aanwijzing van organisaties bedoeld in artikel 29, derde lid, van de Jachtwet 1954 (Stb. 110), en

  • de Beschikking van de Minister van Landbouw en Visserij van 10 oktober 1978, nr J.3268 (Stcrt. 200) (Beschikking regelen vergoeding door wild aangerichte schade);

De intrekking van de Jachtwet vindt overeenkomstig het beleid inzake de vaste verandermomenten, plaats op 1 juli 2010.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven