Besluit van 14 juni 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) en het Besluit van 1 juni 2010 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere besluiten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 210)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 8 juni 2010, nr. 5656019/10/6;

Gelet op artikel X van de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) en artikel XIV van het Besluit van 1 juni 2010 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere besluiten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 210);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 en werkt wat artikel I, onderdeel F, onder a en f, en onderdeel QQ, voor zover betreffende de derde bijlage, betreft terug tot en met 1 januari 2006.

  • 2. Het Besluit van 1 juni 2010 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere besluiten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 210 ) treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 en werkt terug als volgt:

    • a. wat artikel I, onderdeel D, voor zover betreffende artikel 6e, en onderdeel WW, voor zover betreffende artikel 38g, betreft: tot en met 1 januari 2005;

    • b. wat artikel I, onderdeel D, voor zover betreffende artikel 5, eerste lid, en onderdeel CCC, betreft: tot en met 1 januari 2006; en

    • c. wat de artikelen I, onderdeel D, voor zover betreffende artikel 7, en II betreft: tot en met 1 januari 2008.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 juni 2010

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven