Besluit van 10 april 2010, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten, in verband met verordening (EG) 953/2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 februari 2010, VGP/VC 2988284, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Gelet op verordening (EG) nr. 953/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 2009 inzake stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen mogen worden toegevoegd (PbEU L 269), alsmede op de artikelen 4, eerste lid, onder a, 14, en 32b, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 4 maart 2010, no. W13.10.0073/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 april 2010, VGP/VC 2995813, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. verordening (EG) 953/2009:

verordening (EG) nr. 953/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 2009 inzake stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen mogen worden toegevoegd (PbEU L 269).

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, eerste lid, 3, en 4, eerste en tweede lid, van verordening (EG) 953/2009.

C

Artikel 3, derde en vierde lid, vervalt.

ARTIKEL II

Rubriek D-26 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. Ingevoegd wordt:

D-26.4.2

art. 2 lid 6

€ 450,–

€ 900,–.

2. «Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding» en de omschrijvingen D-26.14.1 en D-26.14.2 met bijbehorende vermeldingen vervallen.

ARTIKEL III

In artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen vervalt onderdeel j, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel i door een punt.

ARTIKEL IV

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II in werking acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit geplaatst wordt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 10 april 2010

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de twaalfde mei 2010

De Minister van Justitie a.i.,

J. P. Balkenende

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

Op 14 oktober 2009 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 953/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 2009 inzake stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen mogen worden toegevoegd (PbEU L 269), verder te noemen: verordening (EG) 953/2009.

De in verband met deze verordening noodzakelijke maatregelen waren in eerste instantie getroffen bij de Tijdelijke Warenwetregeling toevoeging stoffen aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen. Bij dit besluit worden definitieve regels gesteld, noodzakelijk voor de operationalisering van verordening (EG) 953/2009. Bij de inwerkingtreding van artikel I van dit besluit is bovengenoemde tijdelijke warenwetregeling van rechtswege vervallen, zo blijkt uit artikel 15, tweede lid, van de Warenwet.

Verordening (EG) 953/2009 geeft regels voor stoffen die mogen worden gebruikt bij de bereiding van voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen. De redenen die hebben geleid tot de vaststelling van die verordening zijn toegelicht in de twaalf overwegingen bij de verordening. Dit betreft onder andere de toelating van nieuwe stoffen die zijn beoordeeld door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). Verordening (EG) 953/2009 is van toepassing sinds 1 januari 2010.

Verordening (EG) 953/2009 vervangt twee richtlijnen:

  • 1. richtlijn nr. 2001/15/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 2001 inzake stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen mogen worden toegevoegd (PbEU L 52), verder te noemen: richtlijn 2001/15/EG;

  • 2. richtlijn nr. 2004/6/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2004 houdende afwijking van richtlijn 2001/15/EG teneinde de toepassing van het handelsverbod voor bepaalde producten uit te stellen (PbEU L 15), verder te noemen: richtlijn 2004/6/EG.

Bij artikel 5 van verordening (EG) 953/2009 zijn deze richtlijnen daarom met ingang van 31 december 2009 ingetrokken.

Richtlijn 2001/15/EG was krachtens artikel 3, derde en vierde lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding, uitgevoerd bij de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding. Deze regeling is per 1 januari 2010 ingetrokken bij de Tijdelijke Warenwetregeling toevoeging stoffen aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen.

Richtlijn 2004/6/EG was krachtens artikel 16, eerste lid, van de Warenwet, uitgevoerd bij de Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007). Die regeling is vervallen sinds 31 december 2009.

Verordening (EG) 953/2009 is verbindend in al zijn onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat van de Europese Unie. Daarom wordt deze verordening niet omgezet in nationale wetgeving. Wel was het noodzakelijk om overtreding van de voorschriften uit de verordening strafbaar te stellen. Dat is gebeurd bij artikel I, onder B, van dit besluit.

Voorts was het noodzakelijk artikel 3, derde en vierde lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding per 1 januari 2010 te laten vervallen, aangezien richtlijn 2001/15/EG bij verordening (EG) 953/2009 is ingetrokken. Op grond van de artikelen 4 en 5 van de Tijdelijke Warenwetregeling toevoeging stoffen aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen, zijn die bepalingen sinds 1 januari 2010 niet meer van toepassing. Artikel I, onder C, van dit besluit, zorgt voor het definitief vervallen daarvan.

In onderstaande tabel is het verband weergeven tussen verordening (EG) 953/2009 en dit besluit.

Verordening (EG) 953/2009

Dit besluit

artikel 1

– (operationalisering niet vereist)

artikel 2, eerste lid

artikel I, onder B

artikel 2, tweede lid

– (operationalisering niet vereist)

artikel 3

artikel I, onder B

artikel 4, eerste en tweede lid

artikel I, onder B

artikel 4, derde lid, eerste volzin

– (operationalisering niet vereist)

artikel 4, derde lid, tweede volzin

– (de daar bedoelde nationale voorschriften zijn niet aanwezig)

artikel 5

artikel I, onder C (de ministeriële regelingen die uitvoering gaven aan de ingetrokken richtlijnen, zijn reeds ingetrokken of vervallen)

artikel 6

– (operationalisering niet vereist).

Artikel II

Bij artikel II van dit besluit zijn enkele in verband met het voorgaande noodzakelijke wijzigingen aangebracht in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Overtreding van artikel 2, zesde lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding (het verbod om te handelen in strijd met voorschriften uit verordening (EG) 953/2009) wordt beboet met een bedrag van € 450,– voor kleine bedrijven (50 of minder werknemers), en van € 900,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtredingen van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogte van deze bedragen zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Artikel III

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt artikel 1, eerste lid, onder j, van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen te laten vervallen. De daar opgenomen definitie van verordening (EG) 1925/2006 was overbodig, aangezien die definitie ook al is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onder g, van dat besluit.

Artikel IV

De artikelen I en III van dit besluit hebben geen directe gevolgen voor bedrijven. Het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van algemene maatregelen van bestuur is daarop dus niet van toepassing. Om die reden zijn de artikelen I en III de dag na publicatie van dit besluit in werking getreden.

Bij de inwerkingtreding van artikel II is rekening gehouden met artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet.

Bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)1. Dit heeft niet geleid tot commentaar op het ontwerpbesluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren Autoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven