Besluit van 31 maart 2010 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO en het Bekostigingsbesluit W.V.O. in verband met de wijziging van enkele bedragen van het leerlinggebonden budget

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 1 februari 2010, nr. WJZ/184963 (2706), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 70a, vierde en zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 77a van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 3 maart 2010, nr. W05.10.0035/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 25 maart 2010, nr. 197790(2706), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bekostiging WPO wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 17, tweede lid, wordt de tabel vervangen door:

Basisscholen (bedragen met ingang van 1-8-2010)

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag exclusief her te besteden bedrag

Her te besteden bedrag

a. Dove kinderen

€ 1.075

€ 1.389

b. Slechthorende kinderen

€ 959

€ 511

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

€ 959

€ 511

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 960

€ 491

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 959

€ 442

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 905

€ 295

g. cluster 4

€ 959

€ 442

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

€ 959

€ 511

Doof en blind

€ 959

€ 511

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

€ 959

€ 511

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

€ 959

€ 442

Speciale scholen voor basisonderwijs (bedragen met ingang van 1-8-2010)

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag exclusief her te besteden bedrag

Her te besteden bedrag

a. Dove kinderen

€ 866

€ 1.389

b. Slechthorende kinderen

€ 750

€ 511

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

€ 750

€ 511

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 751

€ 491

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 750

€ 442

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 696

€ 295

g. cluster 4

€ 750

€ 442

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

€ 750

€ 511

Doof en blind

€ 750

€ 511

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

€ 750

€ 511

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

€ 750

€ 442

B

In artikel 34, tweede lid, wordt de tabel vervangen door:

Basisscholen

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Formatie t.b.v. eerste lid, onderdeel a

Formatie t.b.v. eerste lid, onderdeel b

a. Dove kinderen

0,2179

0,1846

b. Slechthorende kinderen

0,1061

0,0821

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

0,1061

0,0821

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

0,1061

0,0709

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

0,1061

0,0709

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

0,1061

0,0709

g. cluster 4

0,1061

0,0709

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

0,2179

0,0821

Doof en blind

0,2179

0,0821

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

0,2179

0,0821

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

0,2179

0,0709

Speciale scholen voor basisonderwijs

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Formatie t.b.v. eerste lid, onderdeel a

Formatie t.b.v. eerste lid, onderdeel b

a. Dove kinderen

0,1477

0,1846

b. Slechthorende kinderen

0,0359

0,0821

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

0,0359

0,0821

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

0,0359

0,0709

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

0,0359

0,0709

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

0,0359

0,0709

g. cluster 4

0,0359

0,0709

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

0,1477

0,0821

Doof en blind

0,1477

0,0821

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

0,1477

0,0821

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

0,1477

0,0709

ARTIKEL II

In artikel 8a, eerste lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O. wordt de tabel vervangen door:

Toelaatbaar verklaard tot voortgezet speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag LWOO/PRO exclusief her te besteden bedragen

(prijspeil 1-8-2009)

Bedrag Overig VO exclusief her te besteden bedragen

(prijspeil 1-8-2009)

Her te besteden bedrag Personele bekostiging

(prijspeil 1-8-2009)

Her te besteden bedrag Materiële bekostiging

a. dove kinderen

€ 2.434,03

€ 3.158,46

€ 5.159,87

€ 558

b. slechthorende kinderen

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 3.337,35

€ 216

c. lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 1.593,71

€ 3.158,46

€ 4.458,13

€ 405

d. langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 2.883,47

€ 236

e. zeer moeilijk lerende kinderen

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 2.883,47

€ 128

f. cluster 4

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 2.883,47

€ 236

g. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

  

Doof en zeer moeilijk lerend

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 3.337,35

€ 274

Doof en blind

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 3.337,35

€ 274

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 3.337,35

€ 274

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

€ 1.564,73

€ 3.158,46

€ 2.883,47

€ 236

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en de verschillende artikelen of onderdelen daarvan kunnen terugwerken tot en met een bij dat besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 31 maart 2010

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met de voorgenomen herziening van passend onderwijs per 1 augustus 2012 zal een nieuwe koers worden ingeslagen op het gebied van passend onderwijs. Deze wijzigingen zijn aangekondigd in de brief naar aanleiding van de herziening van passend onderwijs, die op 2 november 2009 aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 2009/10, 31 497, nr. 17. Het kabinet wil een systeem dat leerlingen zoveel mogelijk in het reguliere stelsel houdt met onderwijs- en zorgaanbod dicht bij huis. Anders gezegd: een systeem waarbij niet alle leerlingen met een relatief lichte hulpvraag in speciale voorzieningen terecht komen. Dat betekent echter niet dat alle leerlingen naar het regulier onderwijs moeten. Leerlingen moeten pas overstappen naar andere onderwijsvormen als dat echt noodzakelijk is. Reguliere scholen moeten een zo groot mogelijk zorgaanbod leveren, maar moeten tegelijk de ruimte krijgen deze verplichting waar te maken. Om dit te realiseren wordt per 1 augustus 2012 budgetfinanciering voor de zorgmiddelen ingevoerd. Samenwerkingsverbanden zullen hierdoor meer flexibiliteit krijgen in de mogelijkheden om leerlingen met een extra zorgbehoefte op te vangen.

In de aanloop naar deze nieuwe situatie per 1 augustus 2012 en de daarmee samenhangende budgetfinanciering is een complicerende factor de groei van het aantal geïndiceerde leerlingen, zowel van leerlingen met leerlinggebonden financiering in het regulier onderwijs als van leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs.

Voorop staat het beheersen van de groei van het aantal indicaties. Met de regionale expertisecentra en samenwerkingsverbanden zijn afspraken gemaakt over het beperken van die groei. De mogelijkheden liggen met name in het effectiever en doelmatiger bieden van zorg binnen de samenwerkingsverbanden. Dit vraagt wel een inspanning van alle betrokkenen.

Voor de groei van het aantal indicaties is meer geld nodig dan het huidige budget dat in de begroting is geraamd. Om de groei van het aantal indicaties financieel op te vangenworden twee maatregelen genomen, die met deze wijziging van het Besluit bekostiging WPO worden geëffectueerd.

Besluit bekostiging WPO

Zowel het regulier basisonderwijs als het speciaal basisonderwijs worden op grond van het Besluit bekostiging WPO gefinancierd. Hierbij is de bekostiging voor het speciaal basisonderwijs hoger vastgesteld dan de bekostiging voor het basisonderwijs, omdat het speciaal basisonderwijs leerlingen met een (lichte) zorgvraag opvangt en daarmee al is gericht op het bieden van extra zorg. Een leerling die is geïndiceerd voor leerlinggebonden financiering kan zowel in het reguliere basisonderwijs als in het speciaal basisonderwijs worden opgenomen. Aangezien het speciaal basisonderwijs al extra bekostiging ontvangt voor het bieden van extra ondersteuning, wordt dit met deze wijziging van het Besluit bekostiging WPO verrekend met de leerlinggebonden financiering. De school kan hierdoor nog steeds dezelfde zorg aan de leerling bieden als wanneer de leerling op een basisschool zou zitten. De dubbele bekostiging van de lichtere zorgvraag komt echter te vervallen. Met deze wijziging wordt de situatie in het primair onderwijs geharmoniseerd aan die in het voortgezet onderwijs. In het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs wordt de leerlinggebonden financiering reeds op deze manier bepaald. Binnen de sectoren bestaat draagvlak voor deze maatregel.

Een tweede maatregel om de groei in het aantal indicaties te dekken is het naar beneden bijstellen van de middelen voor ambulante begeleiding voor cluster 3 en 4. Voor deze maatregel is gekozen omdat de ambulante begeleiding niet in alle regio’s goed functioneert. Door deze maatregel wordt het primair proces ontzien.

Bekostigingsbesluit W.V.O.

In het Bekostigingsbesluit W.V.O. wordt eveneens geregeld dat de middelen voor ambulante begeleiding voor cluster 3 en 4 naar beneden worden bijgesteld.

Financiële gevolgen

Als gevolg van deze wijziging nemen de uitgaven voor leerlinggebonden financiering in het speciaal basisonderwijs af met € 11 miljoen op jaarbasis. Als gevolg van deze wijziging nemen de middelen voor ambulante begeleiding in het primair onderwijs af met ca. € 13 miljoen op jaarbasis. Als gevolg van deze wijziging nemen de middelen voor ambulante begeleiding in het voortgezet onderwijs af met ca. € 7 miljoen op jaarbasis.

Uitvoerbaarheid en administratieve lasten

Door de wijzigingen in de bekostigingsbesluiten wordt de uitvoeringspraktijk niet gewijzigd. De wijzigingen worden daarom uitvoerbaar beschouwd. De wijziging heeft hierdoor ook geen effect op de administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I en artikel II

De tabellen geven de nieuwe (verlaagde) bedragen aan. Omwille van de duidelijkheid is er voor gekozen om alle bedragen (dus niet uitsluitend de verlaagde) op hetzelfde prijspeil in het Besluit op te nemen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven