Wet van 18 maart 2010 tot wijziging van artikel 5.10, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de inwerkingtredingsbepaling van de Crisis- en herstelwet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (32 127) tot wet wordt verheven, komt artikel 5.10, eerste lid, van die wet te luiden:

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vervalt met ingang van 1 januari 2014. De artikelen 3.6 en 3.25 werken terug tot en met 1 juli 2008 respectievelijk tot en met 15 juni 2009.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (32 127) tot wet is verheven, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 maart 2010

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Uitgegeven de dertigste maart 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 254

Naar boven