Besluit van 13 februari 2010 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing van de invoering van een kwalificatieplicht in de Leerplichtwet 1969 en het aanbrengen van een aantal vereenvoudigingen in de Algemene Kinderbijslagwet alsmede enkele andere aanpassingen van die wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Jeugd en Gezin van 12 februari 2010, kenmerk J&G/IVV/2981867, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op Artikel IV van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing van de invoering van een kwalificatieplicht in de Leerplichtwet 1969 en het aanbrengen van een aantal vereenvoudigingen in de Algemene Kinderbijslagwet alsmede enkele andere aanpassingen van die wet (Stb. 74);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing van de invoering van een kwalificatieplicht in de Leerplichtwet 1969 en het aanbrengen van een aantal vereenvoudigingen in de Algemene Kinderbijslagwet alsmede enkele andere aanpassingen van die wet (Stb. 74) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst met dien verstande dat:

  • a. de artikelen I en II terugwerken tot en met 1 januari 2010;

  • b. artikel III in werking treedt met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad.

Onze Minister voor Jeugd en Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 februari 2010

Beatrix

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Uitgegeven de tweede maart 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

De artikelen I en II van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing van de invoering van een kwalificatieplicht in de Leerplichtwet 1969 en het aanbrengen van een aantal vereenvoudigingen in de Algemene Kinderbijslagwet alsmede enkele andere aanpassingen van die wet, werken terug tot en met 1 januari 2010, vanwege de kwartaalsystematiek van de Algemene Kinderbijslagwet, die in de artikelen I en II wordt gewijzigd. Deze terugwerkende kracht heeft geen negatieve gevolgen voor individuele gevallen en sluit aan bij de uitvoeringspraktijk van de Sociale Verzekeringsbank.

De wijziging van de Algemene nabestaandenwet (Anw) in artikel III treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van uitgifte van het Staatsblad. Dit omdat deze wet een maandsystematiek hanteert. Het belang van een spoedige inwerkingtreding van deze bepaling weegt hier op tegen het belang van de vaste verandermomenten.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven