Wet van 29 januari 2009 tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 29 januari 2009

Beatrix

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Uitgegeven de vijfde maart 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van 29 januari 2009, Stb. 88

Begroting 2009

Huis der Koningin (I)

Bedragen x € 1 000

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Verplichtingen

Uitgaven

 

TOTAAL

 

6 960

    

01

Uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis

6 960

6 960

Mij bekend,

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 700 I

Naar boven