Besluit van 25 november 2009 tot wijziging van het Besluit tegemoetkoming AOW-ers, het Besluit tegemoetkoming Anw-ers en het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten vanwege de verlaging van de AOW-tegemoetkoming en de niet-indexering van de AOW-, Anw- en Wtcg-tegemoetkomingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 oktober 2009, nr. IVV/OOG/2009/23229, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 33b, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 29a, zevende lid, van de Algemene nabestaandenwet en de artikelen 10, derde lid, en 11, tweede lid, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten;

De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2009, nr. W12.09.0421/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2009, nr. IVV/OOG/2009/25243, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Besluit tegemoetkoming AOW-ers wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De tegemoetkoming bedraagt € 34,26 per maand.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Voor de aanpassing van het bedrag, genoemd in het eerste lid, worden het tweede en derde lid voor de kalenderjaren 2010 en 2011 niet toegepast.

  • 5. Het vierde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2012.

ARTIKEL II

Aan artikel 2 van het Besluit tegemoetkoming Anw-ers worden twee leden lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Voor de aanpassing van het bedrag, genoemd in het eerste lid, worden het tweede en derde lid voor de kalenderjaren 2010 en 2011 niet toegepast.

  • 5. Het vierde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2012.

ARTIKEL III

Artikel 5 van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 4, tweede lid, wordt het eerste lid bij het begin van de kalenderjaren 2010 en 2011 niet toegepast.

  • 3. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2012.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 25 november 2009

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Uitgegeven de achtentwintigste december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van de artikelen 33b van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en 29a van de Algemene nabestaandenwet (Anw) hebben AOW- en Anw-gerechtigden recht op een tegemoetkoming bovenop hun eigenlijke uitkering.

Daarnaast hebben bepaalde categorieën arbeidsongeschikten recht op een tegemoetkoming op grond van artikel 10 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

Bij algemene maatregelen van bestuur zijn nadere regels gesteld met betrekking tot de hoogte, de indexering en de wijze van betaling van de vorenbedoelde tegemoetkomingen. Dit besluit strekt er toe dat de genoemde tegemoetkomingen in de jaren 2010 en 2011 niet worden geïndexeerd, en dat de AOW-tegemoetkoming in 2010 met € 2,19 bruto per maand wordt verlaagd.

In de beleidsagenda van de begroting 2010 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt de huidige budgettaire problematiek uiteengezet. Het kabinet acht bovengenoemde maatregelen, gelet op deze huidige economische omstandigheden passend. In haar streven naar een evenwichtige koopkrachtontwikkeling kiest het kabinet er wel voor om de koopkrachteffecten van de verlaging van de AOW-tegemoetkoming voor een deel te compenseren middels een verhoging van de ouderenkorting met € 10 (op jaarbasis).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tekent deze nota van toelichting mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven