Besluit van 25 november 2009 tot wijziging van het Besluit uniforme saneringen met betrekking tot de melding en de kennisgeving van melding van uniforme saneringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 oktober 2009, nr. BJZ2009056957, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 39b, derde lid, van de Wet bodembescherming;

De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 2009, no. W.08.09.0400/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 november 2009, nr. BJZ2009059607, Directie Juridische en Bestuurlijke Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uniforme saneringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 6 wordt in paragraaf 2 een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 6a

Het bevoegd gezag doet uiterlijk twee weken na ontvangst van de melding, bedoeld in artikel 6, kennisgeving daarvan in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen. De kennisgeving wordt achterwege gelaten in het geval de melding een sanering betreft waarbij zich de omstandigheden voordoen, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «zes maanden» vervangen door: «twaalf maanden» en vervalt de tweede volzin.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De melding vervalt indien de saneringswerkzaamheden niet binnen de termijn van twaalf maanden zijn aangevangen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 25 november 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de vijftiende december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Met de wet tot wijziging van diverse wetten op de beleidsterreinen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in verband met het herstellen van wettechnische gebreken en leemten, alsmede van aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard, is onder andere de Wet bodembescherming gewijzigd (Stb. 2009, 297) waardoor het nodig is om het Besluit uniforme saneringen te wijzigen met betrekking tot de kennisgeving van een melding. Daarnaast wordt genoemd besluit gewijzigd in verband met de termijn voor het vervallen van een melding.

Het derde lid van artikel 39b van de Wet bodembescherming bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld omtrent de wijze en het tijdstip waarop de kennisgeving plaatsvindt. Dit betreft de kennisgeving van de melding in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen. Daarnaast kan nu worden bepaald in welke gevallen kennisgeving niet hoeft plaats te vinden. Artikel I, onderdeel A, van dit besluit geeft hieraan uitwerking. Er is een nieuw artikel toegevoegd aan het Besluit uniforme saneringen (artikel 6a), dat bepaalt dat het bevoegd gezag kennisgeving doet van de melding in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen uiterlijk twee weken na ontvangst van de melding. Bij zeer eenvoudige saneringen als bedoeld in artikel 7 van het Besluit uniforme saneringen binnen de categorie tijdelijk uitplaatsen (als bedoeld in artikel 3.3.1 van de Regeling uniforme saneringen), blijft de kennisgeving achterwege. Dergelijke saneringen kunnen op grond van de huidige regels al na vijf dagen worden aangevangen, waardoor zij doorgaans zijn afgerond voordat de kennisgeving van de melding kan worden gedaan.

Artikel I, onderdeel B, van dit besluit wijzigt tevens artikel 8 van het Besluit uniforme saneringen. Hierdoor wordt geregeld dat de melding van een sanering pas vervalt na twaalf maanden in plaats van na zes maanden met een verlengingsmogelijkheid van zes maanden. Saneerders hoeven dan, wanneer zij niet binnen zes maanden met de saneringswerkzaamheden zijn begonnen, geen extra administratieve handeling te verrichten omdat ze verlenging van de termijn moeten aanvragen. In de praktijk blijkt ook dat saneerders die pas later dan zes maanden na de melding starten met saneringswerkzaamheden de verlenging achterwege laten. Daardoor moeten ze een nieuwe melding indienen.

Doordat de kennisgeving van de melding in bepaalde gevallen achterwege kan blijven en de termijn van de melding wordt verlengd waardoor een verlenging dan wel een nieuwe melding niet noodzakelijk is, heeft dit besluit een afname van de lasten tot gevolg. Dit besluit leidt tot een afname van de bestuurlijke lasten bij gemeentes en provincies met ongeveer € 50.000 en tot een afname van administratieve lasten bij het bedrijfsleven met ongeveer € 15.000. Vanwege de positieve effecten van dit besluit zal dit zo spoedig mogelijk in werking treden.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven