Besluit van 26 januari 2009, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman en het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 januari 2009, 2009-0000011782, Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel 12, eerste lid, van de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman en artikel 12 van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman en het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 januari 2009

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Uitgegeven de twaalfde februari 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven