Besluit van 18 november 2009, tot wijziging van het Meeteenhedenbesluit 2006, het Meetinstrumentenbesluit I en het Meetinstrumentenbesluit II in verband met de implementatie van enkele Europese richtlijnen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 16 oktober 2009, nr. WJZ / 9182228;

Gelet op richtlijn (EG) nr. 2009/3 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 2009 (PbEU L 114) tot wijziging van richtlijn (EEG) nr. 80/181 van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, richtlijn nr. 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 122), richtlijn nr. 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PbEU L 106) en de artikelen 2, 5 en 9 van de Metrologiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 2009, No. W10.09.0425/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 12 november 2009, nr. WJZ / 9197802;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Meeteenhedenbesluit 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. de kelvin: het 1/237,16 gedeelte van de thermodynamische temperatuur van het tripelpunt van water met een isotopensamenstelling met de verhoudingen 0,000 155 76 mol 2H per mol 1H, 0,000 379 9 mol 17O per mol 16O en 0,002 005 2 mol 18O per mol 16O;

B

Artikel 5, derde en vierde lid, vervallen.

ARTIKEL II

Het Meetinstrumentenbesluit I wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. richtlijn niet-automatische weegwerktuigen:

richtlijn nr. 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 122);

B

In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 5, eerste lid, van die richtlijn» vervangen door: artikel 6, eerste lid, van die richtlijn.

C

In Artikel 12, eerste lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen» vervangen door: artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen.

ARTIKEL III

Het Meetinstrumentenbesluit II wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. kaderrichtlijn:

richtlijn nr. 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PbEU L 106);

B

In artikel 1, onderdeel o, en artikel 6, eerste en tweede lid, wordt «EEG-ijkmarkering» telkens vervangen door: EG-ijkmarkering.

C

In artikel 9, tweede lid, wordt «EEG-modelgoedkeuring» vervangen door «EG-modelgoedkeuring» en wordt «eerste EEG-ijk» vervangen door: eerste EG-ijk.

D

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De taken van de Lid-Staat, bedoeld in de artikelen 2, eerste, derde en vijfde lid, 4, 7, eerste en tweede lid, 8, derde lid, 9 en bijlage I van de kaderrichtlijn, worden in het kader van een overeenstemmingsbeoordeling als bedoeld in artikel 9 uitgevoerd door de aangewezen instantie.

E

In artikel 17, eerste lid, wordt «EEG-ijkmarkering» vervangen door: EG-ijkmarkering.

F

In de artikelen 20 en 21, tweede lid, wordt «EEG-modelgoedkeuring» telkens vervangen door: EG-modelgoedkeuring.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met uitzondering van Artikel I, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 18 november 2009

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de eerste december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Dit besluit dient tot de implementatie van richtlijn (EG) nr. 2009/3 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 2009 (PbEU L 114) tot wijziging van richtlijn (EEG) nr. 80/181 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden. Daarnaast leidt richtlijn nr. 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 122), hierna aangeduid als richtlijn 2009/23/EG, tot enkele aanpassingen in het Meetinstrumentenbesluit I. Richtlijn 2009/23/EG is het gevolg van het opnieuw codificeren van richtlijn nr. 90/384/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake niet-automatische weegwerktuigen (PbEG L 189). Het Meetinstrumentenbesluit II wordt aangepast als gevolg van richtlijn nr. 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PbEU L 106), hierna aangeduid als richtlijn 2009/34/EG. Deze richtlijn is het resultaat van een herschikking van richtlijn nr. 71/316/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen. De wijzigingen van het Meetinstrumentenbesluit I en het Meetinstrumentenbesluit II blijven beperkt tot technische aanpassingen. Voor het overzicht van de omzetting van de oude richtlijnen naar richtlijn 2009/23/EG en richtlijn 2009/34/EG zij verwezen naar de concordantietabellen in respectievelijk bijlage VIII van richtlijn 2009/23/EG en bijlage IV van richtlijn 2009/34/EG.

II. Artikelen

Artikel I

Onderdeel A

De definitie van de «kelvin» is in 2007 door de Algemene Conferentie voor maten en gewichten gewijzigd. Tijden de conferentie is geconstateerd dat de relatieve isotopenverhouding van waterstof en zuurstof in het water van invloed is op de temperatuur van het tripelpunt. Om de «kelvin» goed te definiëren is het dus noodzakelijk rekening te houden met deze isotopenverhouding.

Onderdeel B

De categorie aanvullende SI-eenheden, waarin de vlakke hoek en de ruimtehoek als grootheden waren opgenomen, is geschrapt. De vlakke hoek en de ruimtehoek zijn opgenomen als grootheden in de categorie afgeleide eenheden. Nu het onderscheid tussen afgeleide SI-eenheden en aanvullende SI-eenheden niet langer wordt gemaakt, kunnen de definities in artikel 5, derde en vierde lid, van het Meeteenhedenbesluit 2006 vervallen.

Artikel II

Richtlijn nr. 90/384/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake niet-automatische weegwerktuigen is in de loop der tijd ingrijpend gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid is de tekst opnieuw vastgesteld. Dit noopt tot aanpassing van enkele verwijzingen in het Meetinstrumentenbesluit I.

Artikel III

Richtlijn nr. 71/316/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Omwille van de duidelijkheid heeft een herschikking plaatsgevonden en is de richtlijn vervangen door richtlijn 2009/34/EG. In het Meetinstrumentenbesluit II leidt deze herschikking tot enkele wijzigingen.

III Transponeringstabel

Bepaling richtlijn 2009/3/EG

Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving; toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van beleidsruimte

Artikel 1, eerste lid

Het was voor lidstaten, waar het gebruik van bepaalde meeteenheden voor 21 april 1973 was toegestaan, mogelijk om tot een bepaalde datum het gebruik te blijven toestaan. De door de lidstaat gekozen einddatum kan met deze wijziging vervallen. Nederland maakte echter voor 21 april 1973 geen gebruik van deze meeteenheden

Er is geen keuzevrijheid voor Nederland, deze bepaling is in het geheel niet van toepassing op Nederland

Artikel 1, tweede lid

Artikel 22 van de Metrologiewet

Geen

Artikel 1, derde lid

Artikel 4, tweede lid, van de Regeling vrijstellingen Metrologiewet dient te vervallen

Er is keuzeruimte om al dan niet gebruik te maken van aanvullende meeteenheden

Middels de Regeling vrijstellingen Metrologiewet wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid. Er is geen aanleiding om het gebruik van aanvullende meeteenheden te beëindigen.

Artikel 1, vierde lid

Deze bepaling heeft slechts gevolgen voor de Commissie van de Europese Gemeenschappen en behoeft naar zijn aard geen implementatie

Artikel 1, vijfde lid, onderdeel a

Artikel 3, tweede lid, onderdeel e, van het Meeteenhedenbesluit 2006

Geen

Artikel 1, vijfde lid, onderdelen b en c

Het gebruik van «afgeleide SI-eenheden» is reeds opgenomen in het Meeteenhedenbesluit 2006

Geen

Artikel 1, vijfde lid, onderdeel d

Artikel 5, derde en vierde lid, van het Meeteenhedenbesluit 2006

Geen

Artikel 1, vijfde lid, onderdeel e

De nieuwe eenheid «katalytische activiteit» is reeds opgenomen in artikel 5, tweede lid, van het Meeteenhedenbesluit 2006

Geen

Artikel 1, vijfde lid, onderdelen f en g

Hoofdstuk II van de bijlage is niet van toepassing op Nederland. Een wijziging van hoofdstuk II heeft daarom geen gevolgen voor de regelgeving

Er is geen keuzevrijheid voor Nederland, deze bepaling is in het geheel niet van toepassing op Nederland

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Economische Zaken.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven