Besluit van 17 oktober 2009, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen II, III en IV van de Wet van 18 juli 2009 houdende wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de structurele regeling van de overgang van werknemers bij de overgang van een concessie voor openbaar vervoer alsmede van de Spoorwegwet in verband met de begrenzing van stamlijnen (Stb. 336)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 oktober 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/1107, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel V van de Wet van 18 juli 2009 houdende wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de structurele regeling van de overgang van werknemers bij de overgang van een concessie voor openbaar vervoer alsmede van de Spoorwegwet in verband met de begrenzing van stamlijnen (Stb. 336);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen II, III en IV van de Wet van 18 juli 2009 houdende wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de structurele regeling van de overgang van werknemers bij de overgang van een concessie voor openbaar vervoer alsmede van de Spoorwegwet in verband met de begrenzing van stamlijnen (Stb. 336) treden in werking met ingang van 31 december 2009.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 oktober 2009

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Uitgegeven de derde november 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven