Besluit van 14 oktober 2009 tot wijziging van het Besluit participatiebudget in verband met aanpassing van de reserveringsregeling en enkele aanpassingen in de verdeelsleutel WWI

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 september 2009, nr. R&P/ RA/09/19929, gedaan mede namens Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart;

Gelet op artikel 2, vierde lid, en 4, vierde lid, van de Wet participatiebudget;

De Raad van State gehoord (advies van 30 september 2009, nr. W12.09.0361/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 2009, nr  R&P/ RA/09/22407, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING BESLUIT PARTICIPATIEBUDGET

Het Besluit participatiebudget wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a en b wordt na «heeft vastgesteld» telkens ingevoegd:

, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen.

2. In de onderdelen c en d wordt na «heeft vastgesteld» telkens ingevoegd:

, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen.

3. In de onderdelen c en d vervalt: als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet inburgering.

B

Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a en b wordt na «vastgestelde» telkens ingevoegd: , dan wel overeengekomen.

2. In onderdeel b vervalt: als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet inburgering.

C

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «60%» vervangen door: 25%.

2. In het derde lid wordt «75» vervangen door: 31,25.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 14 oktober 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Besluit participatiebudget bevat een technische wijziging in de omschrijving van een verdeelsleutel en de aanpassing van de reserveringsregeling.

Aanpassingen in de verdeelsleutel Minister voor WWI

In dit besluit is een aantal wijzigingen opgenomen in de verdeelsleutel voor het deel van het participatiebudget dat beschikbaar is gesteld door de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie (WWI) over de jaren 2012 en verder (artikelen 9 en 10). In de artikelen 9 en 10 werd enkel gerefereerd aan de situatie dat het college een (duale) inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening eenzijdig vaststelt. Het college kan dit echter niet doen ten aanzien van personen die niet inburgeringsplichtig zijn en op vrijwillige basis willen inburgeren. Met hen sluit het college namelijk een inburgeringsovereenkomst waarin de voorziening gezamenlijk wordt vastgelegd. De onderdelen van de verdeelsleutel van de Minister voor WWI worden in die zin aangepast. Verder komt de verwijzing naar de Wet inburgering bij het begrip taalkennisvoorziening te vervallen, daar dit begrip reeds is gedefinieerd in artikel 1 van de Wet participatiebudget.

Aanpassing reserveringsregeling

Om de overheidsfinanciën ook ten tijde van de economische crisis op orde te houden heeft het kabinet in het voorjaar besloten tot een pakket van ombuigingsmaatregelen, waaronder ook een taakstelling op het re-integratiebudget/participatiebudget. Ter invulling van de ombuigingstaakstelling op het deel van het participatiebudget dat is ingebracht door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wordt het percentage van de reserveringsregeling van het Participatiebudget aangepast. Hierdoor kunnen de gemeenten minder middelen reserveren en doorschuiven naar een volgend jaar. De aanpassing van het reserveringspercentage heeft tot gevolg dat een deel van de niet-bestede middelen wordt afgeroomd. Deze invulling van de ombuigingstaakstelling in 2011 heeft hierdoor de voorkeur boven een directe korting op de bijdrage aan gemeenten vanuit het participatiebudget.

Op grond van de reserveringsregeling (artikel 12 van het Besluit participatiebudget) mogen gemeenten een gemaximeerd deel van niet bestede gelden reserveren voor besteding in het volgende jaar. Met dit besluit wordt het gemaximeerde deel verlaagd van 60% naar 25% van het toegekende participatiebudget. Deze wijziging gaat gelden vanaf de verantwoording over het jaar 2009.

Door de aanpassing van de reserveringsregeling in 2009 worden tot 2011 extra ontvangsten voor het Rijk gegenereerd. Met deze extra ontvangsten kan de ombuigingstaakstelling op de re-integratiemiddelen van € 75 mln. in 2010 en € 120 mln. in 2011 worden gerealiseerd. Dit is de reden waarom dit besluit nog in het jaar 2009 inwerking treedt.

Met een maximaal reserveringspercentage van 25% per jaar, behouden de gemeenten nog voldoende flexibiliteit bij de besteding van de middelen.

Op grond van artikel 12, tweede lid, geldt het percentage van 25% vanaf de besteding van het participatiebudget over 2010 ook voor het deel dat gemeenten maximaal kunnen uitgeven als voorschot op het nog toe te kennen participatiebudget voor het daaropvolgende jaar.

Het derde lid van artikel 12 bevat alleen voor het jaar 2009 een afwijkend percentage voor de 31 gemeenten die op grond van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid geld voor inburgering en educatie ontvangen. Voor deze gemeenten geldt een reserveringsregeling van 75%. Dit percentage wordt eveneens verlaagd en wel naar 31,25%.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven