Besluit van 29 september 2009 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 11 augustus 2009, nr. WJZ/130223 (2688), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 7, tweede, vierde en zesde lid, en 87, eerste en derde lid, van de Wet kinderopvang, artikel 125 van de Ambtenarenwet, artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 en artikel 4 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 3 september 2009, nr. W05.09.0319/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 15 september 2009, nr. WJZ/152932 (2688), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkoming in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De maximum uurprijs bedraagt voor:

    • a. dagopvang € 6,25;

    • b. buitenschoolse opvang € 5,82 en

    • c. gastouderopvang € 5,00.

B

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

Het maximaal aantal uren kinderopvang per kalendermaand dat voor een tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt voor elke vorm van opvang (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) per kind 230 uur.

ARTIKEL II

Artikel 114a, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement komt te luiden:

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder kinderopvang en gastouderopvang verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Wet kinderopvang.

ARTIKEL III

Artikel 87a, eerste lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie komt te luiden:

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder kinderopvang en gastouderopvang verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Wet kinderopvang.

ARTIKEL IV

Artikel 1b van het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen komt te luiden:

Artikel 1b

  • 1. De verstrekking van gegevens en inlichtingen ingevolge artikel 38, eerste lid, van de wet aan de Belastingdienst/Toeslagen vindt plaats onder vermelding van het Burger Service Nummer van degene op wie de gegevens betrekking hebben en geschiedt op de door de Belastingdienst/Toeslagen voorgeschreven wijze.

  • 2. Degene op wie de gegevens betrekking hebben, dienen hiertoe hun Burger Service Nummer bekend te maken aan de instelling die de gegevensverstrekking aan de Belastingdienst/Toeslagen verzorgt.

ARTIKEL V

Artikel 1, onderdeel d, van het Warenwetbesluit Kinderbedden en -boxen komt te luiden:

d. kinderopvang:

kinderopvang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kinderopvang.

ARTIKEL VI

Het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang wordt ingetrokken.

ARTIKEL VII

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 29 september 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

De Staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de achtste oktober 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt gewijzigd vanwege een aantal maatregelen dat het kabinet heeft genomen om de kinderopvang voor de langere termijn toegankelijk en financieel beheersbaar te houden. Het onderhavige besluit geeft onder meer uitvoering aan de beleidsvoornemens in de brief van 20 juni 2008 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 31 322, nr. 25). Daarin heeft het kabinet een verlaging van de maximumuurprijs in de buitenschoolse opvang en gastouderopvang in 2010 en een limiet voor het aantal uren dat ouders per kalendermaand per kind voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang kunnen declareren aangekondigd.

2. Maatregelen

De wijzigingen in het onderhavig besluit hebben betrekking op:

  • a) een aanpassing van de maximum uurprijzen dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang;

  • b) invoering van de maximum te declareren toeslaguren per maand in de verschillende vormen van opvang;

  • c) wijzigingen in verband met wijzigingen in de definitiebepalingen van de Wet kinderopvang;

  • d) wijziging van het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankeijke regelingen, zodat de verstrekking van gegevens en inlichtingen aan de Belastingdienst/toeslagen plaatsvindt onder vermelding van het Burger Service Nummer;

  • e) intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang.

Ad a) Aanpassing maximum uurtarieven en indexering

In tabel 1 zijn de nieuwe tarieven in de verschillende vormen opvang opgenomen. In deze tarieven is de verlaging van het tarief voor buitenschoolse opvang met 7% en van de gastouderopvang met 18% verwerkt. Het tarief voor professionele gastouderopvang is op € 5 vastgesteld. Dit maximum uurtarief is gebaseerd op het gegeven dat opvang door gastouders goedkoper is dan opvang door een kindercentrum. Voor gastouders gelden ook in de toekomst minder hoge opleidingseisen dan voor leidsters in een kindercentrum. Gastouders maken bovendien minder kosten voor het exploiteren van een specifieke accommodatie voor het opvangen van kinderen en hebben minder administratiekosten en overhead. Het tarief voor gastouderopvang is niet geïndexeerd zoals de tarieven voor kinderopvang in kinderdagverblijven en de vergoeding voor buitenschoolse opvang. De maximum uurprijzen voor buitenschoolse opvang en dagopvang zijn geïndexeerd. Op grond van artikel 7, derde lid, van de Wet kinderopvang wordt de maximum uurprijs ieder jaar met ingang van 1 januari geïndexeerd. Het indexeringspercentage bestaat uit twee componenten: de indexfactor voor het komende jaar en een correctie op de indexfactor van het huidige jaar. De indexfactor voor het komende jaar is het gewogen gemiddelde van de loonvoet bedrijven op jaarbasis, met een gewicht van 80%, en de consumenteprijsindex (CPI) met een gewicht van 20%, zoals deze voor het komende jaar worden geraamd. Op basis van de meest actuele cijfers van het Centraal Economisch Plan (CEP) wordt de indexeringsfactor van voorgaand jaar opnieuw vastgesteld. Hiermee wordt een correctiefactor toegepast op de indexering voor het komende jaar. Voor de vaststelling van de maximum uurprijzen buitenschoolse opvang en dagopvang in 2010 betekent dit het volgende. De indexfactor op basis van het CEP 2009 komt voor 2010 uit op 2,54% (loonvoet bedrijven is 2,94% en mutatie CPI is 0,96%). Omdat de maximum uurprijzen in 2009 bevroren zijn, ofwel niet geïndexeerd zijn, is correctie voor de indexering van het voorgaande jaar niet nodig. Het indexeringspercentage is dus ook 2,54%. Vervolgens worden de maximum uurprijzen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomeningen in kosten kinderopvang, geïndexeerd met het berekende indexeringspercentage, wat leidt tot de maximum uurprijzen voor 2010. Deze zijn weergegeven in de laatste kolom in tabel 1. In het onderhavig besluit zijn de tarieven na indexering opgenomen.

Tabel 1: Tarieven in verschillende soorten opvang
 

Tarieven 2009

Tarieven 2010

Dagopvang

€ 6,10

€ 6,25

Buitenschoolse opvang

€ 6,10

€ 5,82

Gastouderopvang

€ 6,10

€ 5,00

Ad b) Invoering maximum te declareren uren

Voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang kunnen ouders per kind en per soort opvang maximaal 230 uur toeslag per maand ontvangen. Deze norm is gebaseerd op een fulltime werkweek inclusief overwerk (48 uur per week) en 1 uur reistijd per dag. De belastingdienst zal controleren of op jaarbasis het maximaal aantal toeslaguren niet overschreden wordt.

3. Administratieve lasten

Het onderhavige besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Het voorstel is daarom, na overleg met Actal, niet voorgelegd aan Actal voor de toets op de administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 4)

Artikel 4, eerste lid, regelt de uitbreiding van het systeem van maximum uurprijzen. Per 1 januari 2008 gold een uniforme maximum uurprijs voor alle soorten van opvang. Zoals in het algemeen deel van deze nota van toelichting al is aangegeven zijn de maximum uurprijzen vanaf 2010 per soort opvang verschillend.

Artikel I, onderdeel B (artikel 8a)

In artikel 8a wordt het maximaal aantal uren kinderopvang per kalendermaand dat per kind en per vorm van opvang voor tegemoetkoming in aanmerking komt bepaald. Per vorm van opvang geldt een maximum van 230 uur.

Artikelen II tm V

Deze wijzigingen houden verband met wijzigingen in de begripsbepalingen van de Wet kinderopvang en met wijzigingen in het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.

Artikel VI

In verband met de herziening van het stelsel van gastouderopvang in de Wet kinderopvang wordt het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang ingetrokken. Dit Tijdelijk besluit wijst als experimentele vorm van kinderopvang aan, gastouderopvang die, in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet kinderopvang (er mogen maximaal 4 kinderen worden opgevangen) bestaat uit de gelijktijdige opvang van maximaal 6 kinderen op het woonadres van de ouder of gastouder. Met ingang van 1 januari 2010 is het aantal van 6 op te vangen kinderen door een gastouder opgenomen in de Wet kinderopvang zelf. Daardoor kan het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang worden ingetrokken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

De Staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven