Besluit van 11 september 2009, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2003 (niveau constructieve veiligheid bij verbouw van een bouwwerk geen gebouw zijnde)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 17 juli 2009, nr. BJZ2009045529, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 2 van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 2009, nr. W08.09.0301/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 7 september 2009, nr. BJZ.2009051786, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bouwbesluit 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

De na artikel 2.1 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 2.1

gebruiksfunctie

leden van toepassing

   

belastingscombinaties

bouwconstructie

belastingscombinaties

hoofddraagconstructie

uiterste grenstoestand

verbouw

  

artikel

2.2

2.3

2.4

2.4a

  

lid

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

4

5

*

1

Woonfunctie

              
 

a

woonfunctie gelegen in een woongebouw

1

2

3

1

1

2

3

5

 

b

woonfunctie van een woonwagen

1

3

4

1

2

3

5

 

c

andere woonfunctie

1

2

3

1

2

1

2

3

4

5

2

Bijeenkomstfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

3

Celfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

4

Gezondheidszorgfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

5

Industriefunctie

              
 

a

lichte industriefunctie

1

2

3

5

1

2

3

5

 

b

andere industriefunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

6

Kantoorfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

7

Logiesfunctie

              
 

a

logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw

1

2

3

1

2

1

2

3

4

5

 

b

logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw

1

2

3

1

1

2

3

5

8

Onderwijsfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

9

Sportfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

10

Winkelfunctie

1

2

3

1

1

2

3

5

11

Overige gebruiksfunctie

              
 

a

overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

1

2

3

6

1

1

2

3

5

 

b

overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen

1

2

3

6

1

1

2

3

5

 

c

andere overige gebruiksfunctie

1

2

3

6

1

2

3

5

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

1

2

3

1

1

2

3

5

*

B

Na artikel 2.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.4a

Burgemeester en wethouders verlenen bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk geen gebouw zijnde ontheffing van de artikelen 2.2 tot en met 2.4 tot het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een bestaand bouwwerk.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op met ingang van de dag die twee maanden ligt na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 september 2009

Beatrix

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan

Uitgegeven de negenentwintigste september 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

Aanleiding voor deze wijziging van het Bouwbesluit 2003 is de afspraak in het kader van het Aanvullend Beleidsakkoord (Kamerstukken II 2008/09, 31 070, nr. 24) om met het doen van gerichte investeringen een stimulans te geven aan de economie. In dat kader is in het Aanvullend Beleidsakkoord aangekondigd: «De minister-president zal in samenspraak met de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat en van VROM een crisis- en herstelwet bij de Tweede Kamer indienen gericht op versnelling en vereenvoudiging van planprocedures voor infrastructurele en andere grote bouwprojecten».

In dat verband is gebleken dat bij grote projecten, zoals met name de renovatie van bruggen, knelpunten kunnen ontstaan doordat bij de vergunningaanvraag voor renovatie of verbouw wordt vastgehouden aan het nieuwbouwniveau zoals dat voor constructieve veiligheid op grond van het Bouwbesluit 2003 geldt. Er zou dan geen ruimte zijn voor het toepassen van de ontheffingsmogelijkheid tot het niveau bestaande bouw op grond van het bepaalde in artikel 1.11 van het Bouwbesluit 2003. In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend om bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk ontheffing te verlenen van de nieuwbouwvoorschriften tot het niveau van de bestaande bouw respectievelijk een lager niveau dan het nieuwbouwniveau. Met name wanneer bij verbouw of renovatie van bruggen (bouwwerken geen gebouw zijnde) geen toepassing wordt gegeven aan de ontheffingsmogelijkheid van artikel 1.11 kan dit leiden tot een onnodige vertraging in de procedure of tot een eisenniveau dat strikt genomen niet nodig is bij die verbouw of renovatie.

In zijn algemeenheid bieden de voorschriften voor bestaande bouw voldoende ruimte om bij verbouw de primaire beleidsdoelstellingen op het gebied van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid te waarborgen. Wanneer voor een bepaald aspect bij verbouw een hoger niveau noodzakelijk wordt geacht dan is dit expliciet in de desbetreffende afdeling van het Bouwbesluit 2003 aangegeven. Bij constructieve veiligheid is er geen noodzaak om bij renovatie een hoger niveau dan het bestaande bouwniveau toe te passen. Om die reden kan met deze beperkte wijziging van het Bouwbesluit 2003 een mogelijke procedurele belemmering bij het renoveren van bouwwerken geen gebouw zijnde structureel worden weggenomen.

Hoewel deze wijziging van het Bouwbesluit 2003 haar aanleiding in de economische crisis vindt, ligt de oorzaak vooral in de reikwijdte en de consequenties van het huidige artikel 1.11. Om die reden wordt een meer algemene wijziging (wijziging van artikel 1.11) die qua strekking gelijk is aan de wijziging in dit besluit voorbereid.

Die wijziging is voorzien in het kader van het zogenoemde derde wijzigingspakket en zal daarmee onderdeel uitmaken van het besluit waarmee het Bouwbesluit 2003 en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken zullen worden geïntegreerd. Dat besluit is voorzien voor de tweede helft van 2010. Omdat voor de meer gecompliceerde wijziging zoals deze voorzien is in het geïntegreerde besluit nog verder onderzoek noodzakelijk is en de hiervoor geschetste problematiek bij de renovatie van grote projecten op dit moment knellend is, is besloten om deze wijziging vooruitlopend op de wijziging in meer algemene zin door te voeren. Hiermee wordt de haalbaarheid van grote projecten als de hiervoor al genoemde renovatie van bruggen vergroot. De grondslag voor de onderhavige wijziging is artikel 2 van de Woningwet.

Wanneer de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt, naar verwachting 1 januari 2010, dan zal artikel 2.4a in het Invoeringsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden aangepast aan het begrippenkader van die wet.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Aanpassing van de tabel is nodig omdat artikel 2.4a is toegevoegd. Verder zijn geen wijzigingen aangebracht.

Onderdeel B

Met het invoegen van een nieuw artikel 2.4a wordt zeker gesteld dat bij het aspect algemene sterkte van de bouwconstructie (constructieve veiligheid) op de verbouw en renovatie van bouwwerken geen gebouw zijnde de voorschriften voor bestaande bouw van toepassing zijn.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag die twee maanden ligt na publicatie van het besluit in het Staatsblad.

Hiermee is rekening gehouden met het voorschrift van artikel 2, achtste lid, van de Woningwet dat inwerkingtreding eerst twee maanden na publicatie in het Staatsblad kan plaatsvinden.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven