Besluit van 31 augustus 2009, houdende wijziging van lijst II behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing op lijst II van 1-benzylpiperazine (BZP)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 augustus 2009, DWJZ/SWW-2943848;

Gelet op besluit 2008/206/JBZ van 3 maart 2008 van de Raad van de Europese Unie (Publicatieblad L 63/45), alsmede gelet op artikel 3a, eerste en tweede lid, van de Opiumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 2009, nr. W13.09.0315/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 augustus 2009, DWJZ/SWW-2950961;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Lijst II, behorende bij de Opiumwet, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de kolom nadere omschrijving, behorende bij het middel brotizolam, wordt de volgende tekst ingevoegd:

2-bromo-4-(o-chlorofenyl)-9-

methyl-6H-thieno(3,2-f) -s-

triazolo(4,3-a)(1,4)diazepine.

2. De tekst met betrekking tot butobarbital vervalt.

3. Na de tekst die betrekking heeft op het middel butalbital wordt ingevoegd:

a. in de kolom International Non-proprietary Name: bzp.

b. in de kolom andere benamingen: 1-benzylpiperazine.

c. in de kolom nadere omschrijving: 1-benzyl-1,4-diazacyclohexaan.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 31 augustus 2009

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de tweeëntwintigste september 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Het in artikel I van dit besluit genoemde middel 1-benzylpiperazine (BZP) is een synthetische stof, die in de Europese Unie voor het eerst werd gesignaleerd in 1999. Zoals amfetamine en metamfetamine stimuleert 1-benzylpiperazine (BZP) het centrale zenuwstelsel, maar de kracht van de werking ervan is minder groot (ongeveer 10% van die van d-amfetamine). Het metabolisme van 1-benzylpiperazine (BZP) kan worden beïnvloed door genetische polymorfismen in enzymsystemen, hetgeen kan leiden tot grote individuele verschillen in de susceptibiliteit voor de effecten van 1-benzylpiperazine (BZP).

Gelet op artikel 3a, eerste lid, van de Opiumwet, worden bij algemene maatregel van bestuur aan de bij deze wet behorende lijst I of II middelen toegevoegd, indien deze middelen uit hoofde van de uit het Gemeenschappelijk optreden voortvloeiende verplichting onder de werking van deze wet dienen te worden gebracht. Bij besluit 2008/206/JBZ van 3 maart 2008 van de Raad van de Europese Unie (Publicatieblad L 63/45) is bepaald dat lidstaten het middel 1-benzylpiperazine (BZP) als nieuwe psychoactieve stof moeten onderwerpen aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen.

Door 1-benzylpiperazine (BZP) op lijst II van de Opiumwet te plaatsen geeft het onderhavige besluit uitvoering aan artikel 3a, eerste lid, van de wet.

Ten aanzien van het middel 1-benzylpiperazine (BZP) verwacht de Inspectie voor de Gezondheidszorg geen aanvraag om een ontheffing voor een in artikel 2 van de Opiumwet bedoelde toepassing. Mocht er toch een aanvraag komen, dan betreft het hooguit een ontheffinghouder die een eerder verleende ontheffing wil wijzigen. Eventueel zouden er dan ook verzoeken om in- of uitvoer kunnen komen.

Tevens wordt hierbij een schrijffout hersteld. In de huidige lijst II van de Opiumwet is «2-bromo-4-(o-chlorofenyl)-9-methyl-6H-thieno(3,2-f)-s-triazolo(4,3-a)(1,4)diazepine» opgenomen als nadere omschrijving voor de stof butobarbital. Het betreft echter de nadere omschrijving voor de stof brotizolam.

In artikel 3a, vierde lid, van de Opiumwet is bepaald dat dit besluit niet wordt vastgesteld dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het ontwerp van dit besluit is overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Een ontwerp van dit besluit is ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege van toetsing administratieve lasten. Het college heeft besloten het ontwerpbesluit niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven