Besluit van 18 juli 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 juni 2009 houdende wijziging van de Wet op het kindgebonden budget, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Jeugd en Gezin van 15 juli 2009, kenmerk IVV/J&G/2940767;

Gelet op artikel V van de Wet van 18 juni 2009 houdende wijziging van de Wet op het kindgebonden budget, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 18 juni 2009 houdende wijziging van de Wet op het kindgebonden budget, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget treedt in werking met ingang van 1 augustus 2009, met dien verstande dat, artikel II, onderdeel C, in werking treedt met ingang van 31 juli 2009 en terug werkt tot en met 1 augustus 2008.

Onze Minister voor Jeugd en Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 18 juli 2009

Beatrix

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Uitgegeven de negenentwintigste juli 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 18 juni 2009 houdende wijziging van de Wet op het kindgebonden budget, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget.

Inwerkingtreding van deze wet is – met uitzondering van artikel II, onderdeel C – voorzien op 1 augustus 2009 bij de start van het schooljaar 2009–2010, aangezien de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) wordt berekend en uitgekeerd per schooljaar. Het schooljaar 2009–2010 is een overgangsjaar. Het eerste deel van het schooljaar zal voor alle WTOS-gebruikers nog een WTOS-uitkering plaatsvinden. Vanaf het tweede deel van het schooljaar (vanaf januari 2010) wordt deze voor de ouders met leerlingen tot 18 jaar in het voortgezet onderwijs vervangen door een verhoogde uitkering van het kindgebonden budget. Voor ouders van leerlingen in het mbo zal in het eerste deel van het schooljaar nog de reguliere WTOS-uitkering plaatsvinden. Vanaf het tweede deel van het schooljaar (vanaf januari 2010) zal deze tegemoetkoming verlaagd worden met een bedrag ter grootte van het verhoogde kindgebonden budget.

Vanaf het automatisch continueren van het kindgebonden budget eind 2009 naar 2010 zal de Belastingdienst/Toeslagen bij de verstrekking van de maandelijkse termijnen van de voorschotten de verhoging van het kindgebonden budget gaan toepassen. De verhoging geldt voor berekeningsjaren vanaf het jaar 2010. In verband met de voorbereiding van de uitvoering daarvan treedt de wet op dit onderdeel ook op 1 augustus 2009 in werking.

Artikel II, onderdeel C, zal op 31 juli 2009 inwerkingtreden en terugwerken tot en met 1 augustus 2008, de datum van inwerkingtreding van de Wet van 11 juli 2008 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs ter modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen (Stb. 2008, 296). Daarmee wordt per die datum een technisch onjuiste verwijzing in de Wet op het voortgezet onderwijs hersteld.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven