Besluit van 2 juli 2009 tot wijziging van het Besluit kwikhoudende producten milieubeheer, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer in verband met verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 juni 2009, nr. BJZ2009037182, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75) en de artikelen 1.1, derde lid, 8.1, tweede lid, 8.2, tweede lid, 8.5, eerste lid, 8.7, eerste en derde lid, 8.19, zesde lid, 8.40 tot en met 8.42a en 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 2009, nr. W08.09.0187/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 juni 2009, nr. BJZ2009042487, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit kwikhoudende producten milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Na § 2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidend:

§ 2a. Handelingen met kwik en kwikverbindingen

Artikel 2.6
  • 1. Het is met ingang van 15 maart 2011 verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75):

    • a. artikel 1, eerste lid;

    • b. artikel 1, derde lid;

    • c. artikel 2.

  • 2. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 5, derde lid, van verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75).

  • 3. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 6, eerste tot en met derde lid, van verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75).

  • 4. Als bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 5, derde lid, en 6, eerste en tweede lid, van verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75), wordt aangewezen: Onze Minister. De ingevolge voornoemde artikelen te verstrekken gegevens worden gezonden aan SenterNovem, postbus 93144, 2509 AC Den Haag, dan wel in plaats daarvan aan een door Onze Minister in de Staatscourant bekendgemaakt ander adres.

B

Artikel 3.3 komt te luiden:

Artikel 3.3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer.

ARTIKEL II

Het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidend:

  • f. onder 33, voor zover het betreft metallisch kwik waarvan het storten met het oog op de veilige opslag ervan is toegestaan bij of krachtens verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75).

B

Aan artikel 11e wordt een lid toegevoegd, luidend:

  • 4. In afwijking van het eerste en tweede lid gelden met betrekking tot de bij voorschrift aan een vergunning, voor de opslag van metallisch kwik, te verbinden termijnen de daarover bij of krachtens verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75) gestelde regels.

ARTIKEL III

In artikel 5.13 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer wordt, onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidend:

  • 5. Indien de aanvraag betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in het eerste lid en er sprake is van het opslaan of storten van metallisch kwik, voldoet deze tevens aan artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304/75).

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 2 juli 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de eenentwintigste juli 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding

Dit besluit strekt tot wijziging van het Besluit kwikhoudende producten milieubeheer (hierna: het Besluit), alsmede het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, voor zover dat voor een goede werking van de hierna genoemde verordening noodzakelijk is. Op 22 oktober 2008 is vastgesteld verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PbEU L 304) (hierna: de verordening). De verordening is in werking getreden op de twintigste dag, volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. De publicatie vond plaats op 14 november 2008, zodat de verordening op 4 december 2008 in werking is getreden. De inhoudelijke vereisten van de verordening treden later in werking. De daarin opgenomen verboden gelden met ingang van 15 maart 2011; de informatieverplichtingen voor bedrijven ingevolge de artikelen 6, respectievelijk 5, eerste tot en met derde lid, van de verordening met ingang van uiterlijk 4 december 2009, respectievelijk uiterlijk 1 juli 2012. De verordening werkt rechtstreeks, maar ingevolge artikel 7 ervan dienen de lidstaten de sanctionering van overtredingen van de in de verordening opgenomen verplichtingen te regelen. Zij dienen de Commissie daarvan uiterlijk op 4 december 2009 op de hoogte te stellen. De inhoudelijke verboden gaan in op 15 maart 2011.

2. Europese regelgeving

Deze wijziging van het Besluit geeft uitvoering aan de strafbaarstelling van overtreding van de verordening. De verordening ziet op een exportverbod uit de Europese Gemeenschap voor metallisch kwik, cinnabererts, kwik (I) chloride, kwik (II) oxide en mengsels van metallisch kwik met andere substanties, waaronder kwiklegeringen, met een kwikconcentratie van ten minste 95 gewichtsprocent per 15 maart 2011. Door middel van de verordening wordt tevens per 15 maart 2011 een verbod geïntroduceerd om metallisch kwik met andere substanties te mengen wanneer dit geschiedt met het oogmerk het metallisch kwik te exporteren. Naast deze verboden, gericht op het voorkomen van uitvoer naar buiten de Europese Gemeenschap van kwik dat niet bedoeld is voor onderzoek en ontwikkeling, medische of analysedoeleinden, kent de verordening ook een gebod tot veilige opslag. Het metallisch kwik afkomstig uit de chlooralkali-industrie of dat ontstaat bij de reiniging van aardgas, bij de winning en het smelten van non-ferrometalen of uit cinnabererts wordt onttrokken, dient te worden aangemerkt als een afvalstof en overeenkomstig de verordening veilig te worden opgeslagen. De verordening bepaalt verder aan welke voorwaarden de opslag van het metallisch kwik dient te voldoen.

3. Effecten

3.1 Administratieve lasten

De sanctie op het overtreden van artikel 5, derde lid van de verordening ziet op het strafbaar stellen van het nalaten om gegevens aan de Commissie en aan SenterNovem toe te zenden. Deze bepaling uit de verordening is gericht op importeurs en exporteurs van kwik, de chlooralkali-industrie, reinigers van aardgas, winners en smelters van non-ferrometalen en winners van metallisch kwik uit cinnabererts. De gegevens zoals deze zijn vermeld in artikel 5, derde lid, onderdelen a en b, van de verordening dienen eenmalig te worden toegezonden op uiterlijk 1 juli 2012.

Een andere administratieve last volgt uit artikel 6 van de verordening. Vanaf uiterlijk 4 december 2009 en daarna jaarlijks dienen door de chlooralkali-industrie, reinigers van aardgas, winners en smelters van non-ferrometalen en winners van metallisch kwik uit cinnabererts gegevens aan de Commissie en aan SenterNovem te worden gezonden.

Er zijn slechts een paar ondernemingen binnen Nederland die aan de administratieve plichten van de verordening hoeven te voldoen. De administratieve lasten van dit Besluit bedragen hierdoor minder dan 10.000 euro.

3.2 Bedrijfseffecten

Bedrijven mogen per 15 maart 2011 cinnabererts, kwik (I) chloride, kwik (II) oxide en mengsels van metallisch kwik met andere substanties, waaronder kwiklegeringen, met een kwikconcentratie van ten minste 95 gewichtsprocent niet meer de Europese Gemeenschap uitvoeren. Dit zal voor importeurs en exporteurs leiden tot verschuivingen in hun bedrijfsactiviteiten en in de prijzen van kwik op de markt. De verordening reguleert niet de export en import binnen de Europese Gemeenschap. De chlooralkali-industrie, de aardgaswinning en de non-ferrometalensmelterijen zullen meer afval produceren en meer kosten moeten maken om dit kwikafval overeenkomstig de verordening te verwijderen.

3.3 Milieueffecten

Het doel van de wijziging van het Besluit is om sancties te verbinden aan het overtreden van de bepalingen van de verordening. De verordening heeft als doel om bij te dragen aan een hoog niveau van bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid. Kwik en kwikverbindingen zijn zeer giftig voor de mens, voor ecosystemen en voor dieren en planten in de natuur. Kwik is een mondiaal, diffuus en chronisch probleem. Kwik is persistent en kan in het milieu worden omgezet in methylkwik, de meest giftige vorm. De blootstelling aan methylkwik vindt voornamelijk via de voeding plaats. Methylkwik verzamelt en concentreert zich met name in de aquatische voedselketen, zodat vooral bevolkingsgroepen met een hoge consumptie van vis en schaal- en schelpdieren kwetsbaar zijn. Directe blootstelling aan kwik door inademing van damp en opname via de huid vormt eveneens een gezondheidsrisico. De hoeveelheid die door de mens in het milieu wordt gebracht, heeft tot een duidelijke stijging van de concentraties in het milieu geleid.

Het exportverbod van de verordening en de veilige opslag van grote stromen kwik dient om te komen tot een afname van het aanbod van kwik. Vooral op mondiaal niveau wordt kwik nog in grote hoeveelheden en onveilige omstandigheden gebruikt. De winning van goud en de productie van chloor zijn twee toepassingen waarbij grote hoeveelheden kwik worden gebruikt. Het creëren van een schaarste op de wereldmarkt zal leiden tot hogere prijzen en minder en zuiniger gebruik van kwik. Dit komt ten gunste van het milieu op mondiaal niveau door minder emissies van kwik naar het milieu.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De verbodsbepalingen die deze wijziging introduceert, bewerkstelligen dat overtreding van onderdelen van de verordening, kan worden vervolgd als een economisch delict. Het Inspectoraat-Generaal VROM is op basis van artikel 18.2b, eerste lid, juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer bevoegd om overtredingen van de verboden van de verordening bestuursrechtelijk te handhaven.

De verordening regelt een tweetal informatieverplichtingen naar zowel de Europese Commissie als naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat. In Nederland is in dit besluit de Minister van VROM, per adres SenterNovem, aangewezen als de instantie waarnaar de gegevens gezonden moeten worden. Op basis van deze gegevens kan inzichtelijk worden gemaakt welke ondernemingen onder de reikwijdte van de strafbepalingen vallen en waarop toezicht moet worden gehouden. De gegevens die moeten worden toegezonden, zijn ook gericht op het inzichtelijk maken van de gehele keten om de handhaafbaarheid van de verordening te vergroten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

Aangezien de verordening betrekking heeft op kwik en andere kwikverbindingen, is in het Besluit kwikhoudende producten milieubeheer na de paragraaf inzake handelingen met kwikhoudende producten een paragraaf ingevoegd met als opschrift «handelingen met kwik en kwikverbindingen». Hierin zijn de voor de juiste werking van de verordening noodzakelijke verbodsbepalingen opgenomen (artikel 2.6, eerste tot en met derde lid). Verder is in artikel 2.6, vierde lid, neergelegd dat de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de bevoegde autoriteit is waaraan door de in de verordening aangegeven bedrijven de daarin aangegeven gegevens dienen te worden verstrekt. Deze gegevens dienen te worden toegezonden aan het agentschap SenterNovem, dat is belast met de verwerking en doorzending van die gegevens namens de minister aan de Europese Commissie.

B

De reikwijdte van het besluit is door de verwijzing in artikel 2.6 naar de verordening verruimd. Dat is in de citeertitel tot uitdrukking gebracht.

Artikel II

In dit artikel zijn de door de verordening noodzakelijke wijzigingen in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen opgenomen.

In artikel 2, onderdeel f, is aan de lijst van uitzonderingen op het stortverbod een uitzondering toegevoegd voor het storten van metallisch kwik waarvan het storten met het oog op de veilige opslag ervan bij of krachtens de verordening is toegestaan (onderdeel A).

Aan artikel 11e is een vierde lid toegevoegd, dat er toe strekt dat, in plaats van de in het eerste en tweede lid van dat artikel genoemde maximale termijnen van opslag, bij de opslag van metallisch kwik de daarvoor bij of krachtens de verordening gestelde maximale termijnen gelden (onderdeel B).

Artikel III

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de verordening dient overeenkomstig Beschikking 2003/33/EG voor de verwijdering van metallisch kwik overeenkomstig artikel 3 van de verordening – storten en opslag van langer dan een jaar – een zodanige veiligheidsbeoordeling te worden uitgevoerd dat de bijzondere risico’s die voortkomen uit de aard en het gedrag op lange termijn van metallisch kwik en de omhulling daarvan worden bestreken. Deze eis is zonder afzonderlijke opneming in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit, waarin immers de inrichtingseisen per afzonderlijke categorie zijn opgenomen, nauwelijks terug te vinden. Daarom is artikel 5.13 van dat besluit met deze bijzondere eis aangevuld.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven