Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2009, 287 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2009, 287 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het mogelijk te maken om aan de werknemer, bedoeld in de Ziektewet, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ouder is dan 55 jaar, in geval van ziekte in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking recht te geven op ziekengeld, indien er direct voorafgaand aan de dienstbetrekking sprake is geweest van werkloosheid van ten minste 52 weken en nadat dertien weken van ziekte zijn verstreken;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «en 29b» vervangen door: , 29b en 29d.
2. In het tweede lid, onderdeel g, wordt «artikel 29b» vervangen door: de artikelen 29b en 29d.
3. In het zesde lid wordt «artikel 29a of artikel 29b» vervangen door: artikel 29a, artikel 29b of artikel 29d.
B
Na artikel 29c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De werknemer die is geboren voor 1 juli 1954 en die onmiddellijk voorafgaand aan een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3, 4 of 5 gedurende ten minste 52 weken recht had op een uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet, heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken wegens ziekte recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen in de vijf jaren na aanvang van zijn dienstbetrekking. Voor het bepalen van de perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte is artikel 29, vijfde lid, tweede en derde zin, van overeenkomstige toepassing. De uitbetaling van het ziekengeld, bedoeld in de eerste zin, vindt niet eerder plaats dan de eerste dag van de veertiende week van de ongeschiktheid tot werken.
2. Het ziekengeld, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 70% van het dagloon van de werknemer.
3. In afwijking van het tweede lid wordt het ziekengeld in het tijdvak van 52 weken vanaf de eerste dag van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte van de werknemer, bedoeld in artikel 3, op verzoek van de werkgever gesteld op het dagloon, met dien verstande dat het ziekengeld niet meer kan bedragen dan de aanspraak van de werknemer op het loon dat de werkgever verschuldigd zou zijn, indien daarop geen ziekengeld in mindering zou zijn gebracht.
4. Dit artikel is niet van toepassing indien de werknemer werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 of 7 van de Wet sociale werkvoorziening.
5. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, worden onderbrekingen van het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet van minder dan vier weken gelijkgesteld met perioden waarin de werknemer recht had op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet.
C
Artikel 38b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 29b» vervangen door: artikel 29b of 29d.
2. De laatste zin van het tweede lid vervalt.
3. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van artikel 38a, tweede lid, meldt de werkgever, indien een mogelijke aanspraak op grond van artikel 29d bestaat, uiterlijk op de vierde dag nadat dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte van de werknemer zijn verstreken, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de eerste werkdag waarop die werknemer wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.
4. Artikel 38a, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de melding, bedoeld in het tweede en derde lid.
D
Na artikel 94 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:
De artikelen van deze wet zoals deze luidden voor de datum van inwerkingtreding van de Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werklozen, blijven van toepassing op dienstbetrekkingen, bedoeld in artikel 3, 4, of 5, die zijn aangegaan voor die datum.
1. De artikelen 29d, 38b, derde lid, en 95 vervallen tien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van de Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werklozen.
2. Op het tijdstip waarop artikel 29d vervalt wordt artikel 29 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «, 29b en 29d» vervangen door: en 29b.
2. In het tweede lid, onderdeel g, wordt «de artikelen 29b en 29d» vervangen door: artikel 29b.
3. Op het tijdstip waarop artikel 38b, derde lid, vervalt, wordt in artikel 38b, eerste lid, «artikel 29b of 29d» vervangen door «artikel 29b», wordt artikel 38b, vierde lid, vernummerd tot derde lid, en wordt in dat lid «het tweede en het derde lid» vervangen door: het tweede lid.
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 30a, derde lid, onderdeel e, wordt na «artikel 29b» ingevoegd: en artikel 29d.
B
Na artikel 83la wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 108, eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt «artikel 29, tweede lid, onderdeel a tot en met f, van de Ziektewet» vervangen door: artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet.
Indien artikel I, onderdeel B van deze wet in werking treedt na 1 juli 2009 wordt in artikel 29d, eerste lid, van de Ziektewet «1 juli 1954» vervangen door de datum die is gelegen 55 jaar voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B van deze wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 2 juli 2009
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de zevende juli 2009
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-287.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.