Besluit van 10 juni 2009, houdende wijziging van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied verloskundige 2008

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 mei 2009, kenmerk DWJZ/SWW-2929352;

Gelet op artikel 31 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Raad van State gehoord (advies van 20 mei 2009, nummer W13.09.0154/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 juni 2009, nummer DWJZ/SWW-2933756;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 5 van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied verloskundige 2008 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «met behulp van bij regeling van Onze Minister aan te wijzen apparatuur» vervangen door: met behulp van het speculum en de vaginale transducer.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt «bij regeling van Onze Minister aangewezen geneesmiddelen of hulpmiddelen» vervangen door: ijzerpreparaten, oxytocine, moederkoornalkaloïden en hiervan afgeleide verbindingen, anti-D-rhesus immunoglobuline, hepatitus B immunoglobuline, hepatitus B vaccin, vitamine K alsmede medicinale zuurstof.

3. In het derde lid, onderdeel c, wordt «met bij regeling van Onze Minister aangewezen middelen» vervangen door: met lokale anesthetica, voor zover zij geen epinefrine bevatten.

4. In het derde lid, onderdeel o, wordt «van bij regeling van Onze Minister aangewezen geneesmiddelen» vervangen door: van plasma of plasmavervangende middelen, oxytocine alsmede moederkoornalkaloïden en hiervan afgeleide verbindingen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.^histnoot

’s-Gravenhage, 10 juni 2009

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de zevende juli 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied verloskundige 2008 (verder: besluit) is gebaseerd op de artikelen 30 en 31 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (verder: Wet BIG), en is met ingang van 1 september 2008 in werking getreden. Volgens artikel 31 van de Wet BIG wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald welke handelingen de verloskundige op het gebied van de verloskunst mag verrichten en welke andere handelingen de verloskundige binnen het gebied van zijn of haar deskundigheid mag verrichten en welke beperkingen daarbij gelden.

Deze handelingen zijn onder meer omschreven in artikel 5 van het besluit. Daarbij is bepaald dat de verloskundige de handelingen mag verrichten met behulp van bij ministeriële regeling aan te wijzen middelen, hulpmiddelen geneesmiddelen en apparatuur. Voor deze delegatie van regelgevende bevoegdheid naar het niveau van ministeriële regeling bestaat echter, gelet op de artikelen 30 en 31 Wet BIG, geen grondslag.

In verband hiermee zijn in artikel 5 van het besluit de omschrijvingen van de geneesmiddelen en apparatuur die door de verloskundige mogen worden gebruikt opgenomen.

Deze geneesmiddelen en apparatuur waren ook opgenomen in de Regeling nadere uitwerking deskundigheidsgebied verloskundige 2008, die is komen te vervallen.

Geneesmiddelen en apparatuur

De apparatuur en de (genees)middelen die de verloskundige mag gebruiken binnen diens deskundigheidsgebied waren eerder opgenomen in de Regeling nadere uitwerking deskundigheidsgebied verloskundigen, die met ingang van 1 september 2008 is vervallen. Daaraan is nu het geneesmiddel medicinale zuurstof toegevoegd. Hierop wordt in de toelichting op artikel I, tweede lid, ingegaan.

Administratieve lasten

Dit besluit heeft geen administratieve lasten tot gevolg. Er zijn geen andere bedrijfseffecten, omdat de bestaande situatie niet wordt gewijzigd, met uitzondering van de toevoeging van een geneesmiddel dat de verloskundige kan hanteren.

Artikelsgewijs

Artikel I

Eerste lid

De aangewezen apparatuur betreft door verloskundigen bij het verrichten van vaginaal onderzoek toe te passen apparatuur, ter zake waarvan zij op grond van het tijdens hun opleiding genoten onderricht deskundig zijn.

Tweede en derde lid

De toepassing van de in artikel 5, derde lid, onderdelen b en c, van het besluit aangewezen (genees)middelen valt binnen de grenzen van het gebied van deskundigheid van de verloskundige zoals omschreven in artikel 5, eerste lid, van het besluit. Nieuw in het derde lid, onderdeel b, is medicinale zuurstof, dat door de verloskundige in de dagelijkse beroepspraktijk zo nodig aan het kind of de vrouw wordt toegediend. Verloskundigen kunnen dit geneesmiddel, dat al voor 1 september 2008 als geneesmiddel geregistreerd werd, op schriftelijk verzoek door een apotheekhoudende ter hand gesteld krijgen.

Vierde lid

De opleiding tot verloskundige omvat ook onderricht met betrekking tot het optreden bij acute shock of fluxus postpartum, waaronder het toepassen van geneesmiddelen, voor zover dat valt binnen de omschrijving van het gebied van deskundigheid in artikel 5, eerste lid, van het besluit. De desbetreffende geneesmiddelen zijn aangewezen in artikel 5, derde lid, onderdeel o, van het besluit.

Artikel II

Dit besluit roept geen nieuwe verplichtingen in het leven. Het is uit een oogpunt van rechtszekerheid gewenst om de aanwijzing van de geneesmiddelen, apparatuur en middelen die de verloskundige binnen diens deskundigheidsgebied gebruikt, zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.

De verloskundigen hebben sinds de inwerkingtreding van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied verloskundige 2008 de aangewezen geneesmiddelen, middelen en apparatuur bij hun werkzaamheden gebruikt. Er behoort – ook achteraf – geen onduidelijkheid te bestaan over de bevoegdheid om deze apparatuur en (genees)middelen binnen hun deskundigheidsgebied te gebruiken. Daarom werkt dit besluit terug tot en met 1 september 2008.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

---

histnoot Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.