Besluit van 18 juni 2009 tot wijziging van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met de Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met het uitsluiten van het recht op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet, aanspraak op studiefinanciering voor uitwonenden op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en aanspraak op tegemoetkoming voor uitwonenden op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten bij vrijheidsontneming (Stb. 2009, 63)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 februari 2009, nr. IVV/OOG/09/3891, gedaan mede namens Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 8b, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 2.17, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 en 2.22a, derde lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

De Raad van State gehoord (advies van 4 maart 2009, nr. W12.09.0050/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juni 2009, nr. IVV/OOG/09/5708, uitgebracht mede namens Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, aanhef, wordt «en 10, derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars,» vervangen door: 10, derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars, 8b, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 2.17, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 en 2.22a, derde lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

B

Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a

Dit besluit berust mede op de artikelen 13, derde lid, van de Wet werk en bijstand, 10, derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars, 8b, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 2.17, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 en 2.22a, derde lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met het uitsluiten van het recht op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet, aanspraak op studiefinanciering voor uitwonenden op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en aanspraak op tegemoetkoming voor uitwonenden op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten bij vrijheidsontneming (Stb. 2009, 63) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 18 juni 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de dertigste juni 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 8b, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 2.17, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 en 2.22a, derde lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Deze artikelen zijn in de genoemde wetten opgenomen bij de Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met het uitsluiten van het recht op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet, aanspraak op studiefinanciering voor uitwonenden op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en aanspraak op tegemoetkoming voor uitwonenden op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten bij vrijheidsontneming (Stb. 2009, 63) (hierna: wijzigingswet). De wijziging van het Besluit extramurale vrijheids-beneming en sociale zekerheid is technisch van aard. De wijziging heeft als gevolg dat de in de wijzigingswet geregelde uitsluiting bij vrijheidsontneming van het recht op ouderdomspensioen op grond van de AOW, van de aanspraak op studiefinanciering voor uitwonenden op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en van de aanspraak op tegemoetkoming voor uitwonenden op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, niet van toepassing is op de in artikel 1 van dat besluit aangewezen categorieën van personen.

Met de wijzigingswet is beoogd de zogeheten «dubbele betaling» (het verstrekken van een uitkering/tegemoetkoming, terwijl de Staat in de kosten van het levensonderhoud voorziet) uit collectieve middelen te voorkomen. Het criterium voor de uitsluiting van het recht op een uitkering of tegemoetkoming is de vrijheidsontneming op grond van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel (met uitzondering van de vrijheidsontneming op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht).

De in artikel 1 van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid omschreven categorieën van personen hebben gemeenschappelijk dat de tenuitvoerlegging van de laatste fase van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in het kader van hun structurele terugkeer naar de maatschappij of in verband met noodzakelijke sociale verzorging en hulpverlening buiten de justitiële inrichting plaatsvindt. Hoewel de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in deze periode doorloopt (en sprake is van een situatie van «rechtens zijn vrijheid ontnomen» zijn), is ter bevordering van de resocialisatie besloten om deze groepen niet van uitkering uit te sluiten. Bovendien draagt in deze periode de Staat de kosten van het levensonderhoud niet meer en is er niet langer sprake van een situatie van dubbele betaling als hiervoor genoemd.

Omdat het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid door de wijzigingswet een drietal nieuwe wettelijke grondslagen heeft gekregen, wordt in dit besluit duidelijkheidshalve tevens voorzien in een wijziging van artikel 1a.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tekent deze nota van toelichting mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven