Besluit van 26 juni 2009 tot wijziging van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen in verband met uitbreiding van de dagloongarantieregeling voor de Werkloosheidswet en opname van de compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werkloze werknemers in de Ziektewet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 februari 2009, Directie Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, nr. IVV/I/09/3775;

Gelet op artikel 45, tweede lid, van de Werkloosheidswet en artikel 15, tweede lid, van de Ziektewet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 maart 2009, nr. W12.09.0052/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 juni 2009, Directie Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, nr. IVV/I/09/IVV/1/09/6247;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN HET BESLUIT DAGLOONREGELS WERKNEMERSVERZEKERINGEN

Het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 29b van de ZW» vervangen door: bedoeld in de artikelen 29b en 29d van de ZW.

B

In artikel 12, tweede lid, wordt na «niet volledig arbeidsurenverlies is vastgesteld» ingevoegd: of op die uitkering inkomsten uit arbeid worden verrekend met toepassing van artikel 35aa WW.

C

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt het woord «uiterlijk».

2. In het eerste en tweede lid wordt «12 maanden» vervangen door: 24 maanden.

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien de werknemer op de dag van het beëindigen van de eerste dienstbetrekking de leeftijd van 55 jaar had bereikt, is de in het eerste en derde lid genoemde termijn van 36 maanden niet van toepassing.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

  • 1. Indien het bij koninklijke boodschap van 11 november 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen (31 767), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt dit besluit, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, op hetzelfde tijdstip in werking.

  • 2. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel B, van de Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werkloze werknemers in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 26 juni 2009

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de dertigste juni 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De regering wil de kansen op werk van langdurig werklozen vergroten 1. Daartoe is een breed pakket aan maatregelen getroffen, dat zowel op de vraagkant van de arbeidsmarkt is gericht als op de aanbodkant, alsmede op een intensivering van de bemiddeling van langdurig werklozen naar beschikbaar werk.

Het wegnemen van belemmeringen voor het aanvaarden van lager betaald werk is een onderdeel van dit pakket. Dit besluit draagt hieraan bij.

Wijziging dagloongarantie WW-gerechtigden

Het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen bevat een dagloongarantie voor de werknemer die zijn werkloosheid voorkomt of beperkt door lager betaald werk te accepteren. Deze garantie voorkomt dat betrokkene, als hij opnieuw werkloos wordt nadat hij met dat werk opnieuw aan de voorwaarden voor een recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) heeft voldaan, met een lagere uitkering wordt geconfronteerd. De nieuwe WW-uitkering is niet lager dan de uitkering waarop betrokkene vóór de werkhervatting recht had of waarop hij recht zou hebben gehad als hij niet aansluitend op zijn ontslag lager betaald werk had aanvaard.

Aan de dagloongarantie was de voorwaarde verbonden dat de werknemer de nieuwe dienstbetrekking moest aangaan binnen een periode van 12 maanden gerekend vanaf de dag waarop de eerdere dienstbetrekking was geëindigd. Deze voorwaarde sloot langdurig werklozen uit van toepassing van de dagloongarantie.

Dit besluit verlengt de periode waarbinnen de nieuwe dienstbetrekking moet zijn aangegaan naar 24 maanden vanaf de dag waarop de eerdere dienstbetrekking is geëindigd. Hierdoor wordt de garantie ook van toepassing op langdurig werklozen die lager betaald werk aanvaarden, op eigen initiatief of via bemiddeling door het WERKbedrijf UWV 2. De voorwaarde dat de WW-gerechtigde binnen een periode van 24 maanden een nieuwe dienstbetrekking aangaat, stimuleert langdurig werklozen mee te werken aan een werkaanbod of via een re-integratietraject of op eigen initiatief snel aan het werk te gaan. Deze voorwaarde voorkomt tevens dat werklozen nog geruime tijd na afloop van de eerdere dienstbetrekking een uitkering kunnen krijgen waarvan de hoogte is gebaseerd op het in die dienstbetrekking verdiende, hogere loon.

Naast de voorwaarde dat de nieuwe dienstbetrekking binnen 24 maanden na het einde van de eerdere dienstbetrekking is aangegaan, dient te zijn voldaan aan de overige voorwaarden van artikel 17 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen, waaronder de voorwaarde dat de nieuwe dienstbetrekking eindigt binnen 36 maanden na het einde van de eerdere dienstbetrekking. De overige voorwaarden zijn niet gewijzigd.

Wijziging dagloon zieke werklozen

Met de Wet van 25 juni 2009 (Stb. 269) tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen zijn de gevolgen van werkhervatting voor het recht op WW voor langdurig werklozen gewijzigd. Dat recht wordt niet langer beëindigd naar rato van het aantal arbeidsuren in de nieuwe dienstbetrekking. In plaats daarvan wordt 70% van de inkomsten uit de nieuwe dienstbetrekking in mindering gebracht op de WW-uitkering. In verband hiermee is de regeling van het dagloon voor zieke werklozen gewijzigd. De werkloze die wegens ziekte niet in staat is zijn arbeid te verrichten, heeft na 13 weken ziekte recht op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Zijn WW-uitkering eindigt op dat moment. Dit besluit regelt dat het ZW-dagloon van de zieke werkloze op wiens WW-uitkering inkomsten uit arbeid werden verrekend, wordt afgestemd op de feitelijke hoogte van die uitkering. Deze regeling is gelijk aan die voor zieke werklozen bij wie het WW-recht in verband met werkhervatting gedeeltelijk is geëindigd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Deze wijziging vloeit voort uit de Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werkloze werknemers, waarbij in de Ziektewet een nieuw artikel 29d is opgenomen.

Artikel I, onderdeel B

Deze wijziging van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen vloeit voort uit de regeling tot inkomstenverrekening in de Wet van 25 juni 2009 tot wijziging van de Werkloosheidwet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen.

Artikel I, onderdeel C

Het eerste onderdeel betreft geen inhoudelijke wijziging, maar een taalkundige. Het woord «uiterlijk» wordt geschrapt, omdat het naast het woord «binnen» overbodig is.

Het tweede onderdeel regelt dat de periode waarbinnen de nieuwe dienstbetrekking uiterlijk moet zijn aangegaan, wordt verlengd van 12 maanden naar 24 maanden na de dag waarop de eerdere dienstbetrekking is geëindigd.

Het derde onderdeel betreft een herformulering van het huidige vierde lid. De aangepaste formulering maakt duidelijk dat het de bedoeling is dat de termijn van 24 maanden ook van toepassing is op werknemers die al 55 jaar of ouder waren op de dag waarop hun eerdere dienstbetrekking, waarop de garantie wordt gebaseerd, eindigde.

Artikel II

In artikel II, eerste lid, is geregeld dat dit besluit, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, tegelijk in werking treedt met de Wet van 25 juni 2009 tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen. Dit besluit en deze wet zijn immers onlosmakelijk verbonden.

In artikel II, tweede lid, is geregeld dat artikel I, onderdeel A, in werking treedt tegelijk met de Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werkloze werknemers. Dit onderdeel betreft namelijk een aanpassing die rechtstreeks uit die wet voortvloeit.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Onder een langdurig werkloze wordt verstaan een persoon die 52 weken of langer onafgebroken recht heeft op een WW-uitkering. Onderbrekingen die korter duren dan 4 weken, tellen mee voor die 52 weken.

XNoot
2

De bemiddelingstaak van het Werkbedrijf UWV betreft alle WW-gerechtigden, met inbegrip van werkloze overheidswerknemers.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven