Besluit van 10 juni 2009, houdende nadere bepalingen betreffende de inwerkingtreding van het Schepenbesluit 2004 en de intrekking van het Schepenbesluit 1965 in verband met het nationaal veiligheidscertificaat

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 3 juni 2009, nr. CEND/HJDZ-2009/536 sector SCH, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 73 en 74 van het Schepenbesluit 2004;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De artikelen 6, 15, 41, 60, tweede lid, en 61, vierde lid, van het Schepenbesluit 2004 treden in werking met ingang van 1 juli 2009 voor alle categorieën schepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren, met uitzondering van:

  • a. zeilschepen van minder dan 500 GT, gebruikt voor het vervoer van ten hoogste 36 passagiers;

  • b. bedrijfsmatig gebruikte schepen van minder dan 500 GT met een lengte van meer dan 12 meter die ontworpen en gebouwd zijn voor recreatief gebruik door niet meer dan 12 passagiers en uitsluitend dan wel hoofdzakelijk door mechanische voortstuwing worden voortbewogen.

ARTIKEL II

Het Schepenbesluit 1965 wordt met ingang van 1 juli 2009 ingetrokken voor alle categorieën schepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren, met uitzondering van de artikelen 1, 1a, 3, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 6, 7, eerste lid, 8, derde en vierde lid, 20, 21, 22, 30, 63a, 67a, eerste lid, 93, 93a, 130, 174, eerste lid, en 184, alsmede de artikelen 71 tot en met 77 en 79 tot en met 86 van bijlage I, de artikelen 43a, 55 tot en met 67 en 69 tot en met 71 van bijlage II, de artikelen 64 tot en met 76 van bijlage IV en de artikelen 54 tot en met 59 van bijlage XIA en bijlage XVI die van toepassing blijven voor de navolgende categorieën schepen:

  • a. zeilschepen van minder dan 500 GT, gebruikt voor het vervoer van ten hoogste 36 passagiers;

  • b. bedrijfsmatig gebruikte schepen van minder dan 500 GT met een lengte van meer dan 12 meter die ontworpen en gebouwd zijn voor recreatief gebruik door niet meer dan 12 passagiers en uitsluitend dan wel hoofdzakelijk door mechanische voortstuwing worden voortbewogen.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de zesentwintigste juni 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Op 1 januari 2005 is het Schepenbesluit 2004 in werking getreden met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot het nationaal veiligheidscertificaat. Inmiddels is de invulling van het nationaal veiligheidscertificaat in zoverre gereed dat ook die bepalingen van het Schepenbesluit 2004 in werking kunnen treden en dat het Schepenbesluit 1965 grotendeels kan worden ingetrokken.

De bepalingen met betrekking tot het nationaal veiligheidscertificaat zullen in werking treden voor alle categorieën schepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren met uitzondering van zeilschepen van minder dan 500 GT met minder dan 36 passagiers en kleine zeegaande jachten die commercieel worden geëxploiteerd (Commercial Cruising Vessels). Totdat ook voor deze categorieën schepen en voor schepen die op grond van Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren uitvoeringsregelgeving tot stand is gekomen zullen de bepalingen van het Schepenbesluit 1965 met betrekking tot het certificaat van deugdelijkheid van kracht blijven.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven