Besluit van 29 april 2009, houdende wijziging van het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO en het Besluit kerndoelen onderbouw VO in verband met de canon van Nederland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 13 oktober 2008, nr. WJZ/62981 (2659), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 11b, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 16 december 2008, nr. W05.08.0440/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 24 april 2009, nr. WJZ/114603 (2659), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de bijlage bij het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO wordt aan kerndoel 52 een volzin toegevoegd, luidende:

De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.

ARTIKEL II

In de bijlage bij het Besluit kerndoelen onderbouw VO wordt aan kerndoel 37 een volzin toegevoegd, luidende:

De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 29 april 2009

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de achtentwintigste mei 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Deze nota van toelichting wordt gegeven mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

1. Inhoud van het besluit

Door onderhavig besluit wordt een verwijzing naar de zgn. canon van Nederland, zoals voorgesteld door de Commissie ontwikkeling Nederlandse canon (voorzitter: prof. dr. F.P. van Oostrom) opgenomen in de kerndoelen voor het basisonderwijs en die voor het voortgezet onderwijs. De kerndoelen voor het voortgezet onderwijs zijn van toepassing in het eerste en het tweede leerjaar. Bepaald wordt dat de vensters van de canon dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tien tijdvakken ontwikkeld door de Commissie historische en maatschappelijke vorming, onder leiding van prof. dr. P. de Rooij. De canononderwerpen kunnen in het onderwijs gebruikt worden om de tien tijdvakken, en de kenmerkende aspecten daarvan, uit te werken en te illustreren. Met deze bepaling wordt beoogd te stimuleren dat leerlingen in aanraking komen met de 50 vensters die de canon vormen en wordt benadrukt dat de canon, als inspiratiebron, van bijzondere betekenis is voor het onderwijs. De 50 vensters zijn terug te vinden op de website www.entoen.nu en worden periodiek vastgesteld door een onafhankelijke commissie.

De canon omvat historische en culturele onderwerpen, die vanuit verschillende invalshoeken benaderd kunnen worden. Voor de meeste van de 50 vensters van de canon van Nederland ligt het in de rede dat zij worden onderwezen binnen een vak geschiedenis of in een breder leergebied dat mede historische kennis omvat. Sommige vensters kunnen in andere vakken en/of leergebieden aan de orde gesteld worden, zoals aardrijkskunde, Nederlands of kunstzinnige vorming. De school maakt daarin een eigen keuze.

2. Achtergrond van het besluit

In 2005 heeft de Onderwijsraad in haar rapport De Stand van educatief Nederland gepleit voor een canon bestaande uit «die waardevolle onderdelen van onze cultuur en geschiedenis die we via het onderwijs aan nieuwe generaties willen meegeven.» 1 De canon zoals de raad die zag «is geformuleerd in leerinhouden en draagt bij aan het verhaal dat Nederland over zichzelf wil vertellen aan nieuwe generaties. De canon doet dit door een selectie te maken waar leraren, docenten, leerlingen en studenten zich aan kunnen spiegelen. Tegelijkertijd worden zij uitgenodigd om aan de verdere ontwikkeling van de canon bij te dragen.» 2

Bij brief van 26 mei 2005 heeft de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Commissie ontwikkeling Nederlandse canon, onder voorzitterschap van prof.dr. F.P. van Oostrom, opdracht gegeven een canon voor het primair en voortgezet onderwijs te ontwikkelen. In oktober 2006 is het voorstel van de commissie voor een canon van Nederland, bestaande uit 50 vensters, gepubliceerd. De commissie heeft in haar eindrapport gewezen op diverse ontwikkelingen in het onderwijs die ertoe hebben geleid dat algemene ontwikkeling en historische kennis minder prominent in het curriculum staan. De canon is een belangrijk instrument om historische kennis weer een prominentere plaats te geven in het curriculum. Daarnaast wil het kabinet sociale cohesie en burgerschapsvorming stimuleren. Een gezamenlijk verhaal van de geschiedenis van ons land is hier een wezenlijk onderdeel van.

2. Uitvoeringsgevolgen

CFI heeft voor dit besluit een uitvoeringstoets verricht. CFI voorziet geen uitvoeringsgevolgen voor CFI of de Auditdienst (AD).

3. Administratieve lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van scholen.

4. Financiële gevolgen

Aan dit besluit zijn geen gevolgen voor de Rijksbegroting verbonden.

Artikelsgewijs

Artikelen I en II

De verwijzing naar de canon van Nederland wordt voor het basisonderwijs opgenomen in kerndoel 52. Voor het voortgezet onderwijs wordt de verwijzing naar de canon van Nederland opgenomen in kerndoel 37.

Bepaald wordt dat de vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tien tijdvakken. De canononderwerpen kunnen in het onderwijs gebruikt worden om de tien tijdvakken, en de kenmerkende aspecten daarvan, uit te werken en te illustreren. Met de verwijzing naar de canon van Nederland in de kerndoelen, wordt onderstreept dat de canon een waardevol instrument is, waar scholen bij de inrichting van het onderwijsprogramma niet aan voorbij zouden mogen gaan.

Zowel voor het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs wordt dus op identieke wijze bepaald dat de vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron. Dit doet niet af aan het verschil dat er bestaat tussen het geschiedenisonderwijs in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. In het basisonderwijs ligt de nadruk op de geschiedenis van Nederland. In het voortgezet onderwijs ligt meer nadruk op internationale ontwikkelingen. Daaruit vloeit voort, dat de rol van de vensters van de canon van Nederland in basisonderwijs en voortgezet onderwijs waarschijnlijk in de praktijk enigszins zal verschillen. Dit wordt echter bepaald door de keuzen van scholen, leraren en makers van leermiddelen.

Artikel III

De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 augustus 2009. Deze datum is echter niet opgenomen in de inwerkingtredingsbepaling, in verband met de voorhangprocedure (artikel 9, vijfde lid, Wet op het primair onderwijs en artikel 11b, eerste lid, Wet op het voortgezet onderwijs). Het vastgestelde besluit wordt overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal en treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens een van beide Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in het besluit geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. Bij deze procedure past het niet om de inwerkingtredingsdatum reeds in dit besluit vast te stellen. Daarom is bepaald dat de inwerkingtreding geschiedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Onderwijsraad, De Stand van educatief Nederland 2005, p. 13.

XNoot
2

Onderwijsraad, De Stand van educatief Nederland 2005, p. 24.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven